ECLI:NL:RBNNE:2013:4834

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 januari 2013
Publicatiedatum
8 augustus 2013
Zaaknummer
17/880311-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens oplichting in meerdere gevallen

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 januari 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van dertien gevallen van oplichting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door middel van verzonnen verhalen goederen die hij uit de voorraad had gepakt, terugbracht bij verschillende tankstations en winkels, waarbij hij geldbedragen ontving van het personeel. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en behandeling voor zijn verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen, waaronder een tankstation en een autobedrijf. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte meegewogen in de strafmaat. De verdachte heeft een lange geschiedenis van soortgelijke delicten en de kans op recidive werd als hoog ingeschat. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en de verdachte veroordeeld tot de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/880311-12
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 januari 2013 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in [naam P.I.].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 14 januari 2013.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G.A. Pots, advocaat te Leeuwarden.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 29 augustus 2012, te Leeuwarden, (althans) in de gemeente
Leeuwarden, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, een medewerker van tankstation Shell (gevestigd
aan de Harlingerstraatweg aldaar) heeft bewogen tot de afgifte van een
hoeveelheid geld (te weten (ongeveer 48,- Euro), in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- tegen voornoemde medewerker verteld dat hij, verdachte, van de vorige keer
gekochte olie een hoeveelheid (een bus) olie over had (zulks terwijl deze olie
kort daarvoor door verdachte was weggenomen) en/of
- dat hij met de medewerker die destijds dienst deed, had afgesproken dat
wanneer er een bus olie zou overblijven hij deze (zonder bon) kon retourneren
en het betaalde bedrag zou worden terugbetaald en/of
- waarop die medewerker vervolgens heeft gebeld met zijn baas /werkgever
teneinde voornoemd verhaal te controleren en/of te vragen wat hij nu moest
doen, echter door de drukte op dat moment heef die medewerker vervolgens de
telefoon rechtstreeks aan verdachte gegeven en/of
- waarop verdachte na beëindiging van het gesprek met die baas/werkgever,
vertelde dat de baas/werkgever akkoord was dat de bus olie retour werd genomen
en/of het bedrag zou worden terugbetaald, waardoor die medewerker werd bewogen
tot bovenomschreven afgifte (te weten het uitbetalen van voornoemd bedrag);
2.
hij in of omstreeks (nader te noemen data in) de maand juli 2012, op nader te
noemen plaatsen in het arrondissement Leeuwarden, (meermalen) met het oogmerk
om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door
het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door
een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een of meerdere medewerkers/medewerksters van de hierna te noemen
bedrij(f)(ven) heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld,
in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in
strijd met de waarheid:
- op of omstreeks 4 juli 2012 te Leeuwarden, bij een medewerker van supermarkt
Jumbo een (grote) bestelling geplaatst voor een feest en/of een bestellijst
ingevuld en/of (vervolgens) een (aantal) champagneflessen (ter waarde van
145,- Euro) (welke flessen hij, verdachte, daarvoor uit het schap van die
Jumbo had gepakt) geretourneerd bij de klantenservice en/of (aldus) zich
voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemde Jumbo
werd bewogen tot afgifte (te weten het uitbetalen van 145,- Euro) en/of
- op of omstreeks 11 juli 2012 te Mantgum, bij een medewerker van supermarkt
Poiesz een (grote) bestelling geplaatst voor een (bruilofts)feest en/of een
bestellijst ingevuld en/of (vervolgens) verteld dat hij, verdachte, een
(aantal) fles(sen) Port (ter waarde van 90,- Euro) (welke flessen hij,
verdachte, daarvoor uit het schap van die Poiesz had gepakt) over had van een
feestje en/of wilde retourneren en/of hierover al contact had gehad met een
collega van voornoemde medewerker, welke collega volgens hem, verdachte, had
aangegeven dat dit akkoord was en/of (vervolgens) voornoemde flessen Port
geretourneerd en/of (aldus) zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die
medewerker van voornoemde Poiesz werd bewogen tot afgifte (te weten het
uitbetalen van 90,- Euro) en/of
- op of omstreeks 12 en/of 13 juli 2012 te Dokkum, (meermalen) bij een
(aantal) medewerker(s) van de supermarkt(en) Jumbo West en/of Noord een
(grote) bestelling geplaatst voor een (bruilofts)feest en/of een bestellijst
ingevuld en/of afgegeven en/of (vervolgens) (telkens) verteld dat hij,
verdachte, een (aantal) fles(sen) wijn (ter waarde van (in totaal) 430,- Euro)
(welke flessen hij, verdachte, daarvoor uit het schap van die Jumbo had
gepakt) over had van een bestelling en/of wilde retourneren en/of hierover al
contact had gehad met een collega van voornoemde medewerker(s), welke collega
volgens hem, verdachte, had aangegeven dat dit akkoord was en/of (vervolgens)
voornoemde flessen wijn geretourneerd en/of (aldus) zich voorgedaan als
bonafide klant, waardoor die medewerker(s) van voornoemde Jumbo (telkens)
werd(en) bewogen tot afgifte (te weten het uitbetalen van resp. 250,- en 180,-
Euro) en/of
- op of omstreeks 13 juli 2012 te Dokkum, bij een (aantal) medewerkers van de
Hema zich voorgedaan als een medewerker van de VNN en/of gezegd dat hij een
(grote) bestelling wilde gaan plaatsen namens de VNN en/of (vervolgens)
gezegd dat hij, verdachte, een aantal dekbedden (ter waarde van 144,- Euro)
(welke dekbedden hij, verdachte daarvoor uit het schap van die Hema had
gepakt) wilde retourneren en/of hierover al contact had gehad met de
bedrijfsleider en/of eigenaar van voornoemde Hema en/of (vervolgens)
voornoemde dekbedden geretourneerd bij de klantenservice en/of (aldus) zich
voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemde Hema
werd bewogen tot afgifte (te weten het uitbetalen van 144,- Euro) en/of
- op of omstreeks 14 juli 2012 te Buitenpost, tegen een medewerker van
[naam Tankstation 1] gezegd dat hij, verdachte, een aantal olieprodukten
(ter waarde van 251,65 Euro) (welke olieprodukten hij, verdachte daarvoor uit
het schap van dat tankstation had gepakt) terug wilde brengen en/of
(vervolgens) voornoemde olieprodukten geretourneerd en/of (aldus) zich
voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemd
tankstation werd bewogen tot afgifte (te weten het uitbetalen van 251,65 Euro)
en/of
- op of omstreeks 15 juli 2012 te Oosterwolde, tegen een medewerker van
[naam Autobedrijf] gezegd dat hij, verdachte, een aantal bussen olie
(ter waarde van 152,75 Euro) (welke bussen olie hij, verdachte daarvoor uit
het schap van dat autobedrijf had gepakt) terug wilde brengen (omdat ze niet
bevielen) en/of dat hij dat had besproken met de baas van die medewerker en/of
een aantal keren de naam van die baas genoemd en/of (vervolgens) voornoemde
olie geretourneerd en/of (aldus) zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor
die medewerker van voornoemd tankstation werd bewogen tot afgifte (te weten
het uitbetalen van 152,75 Euro) en/of
- op of omstreeks 20 juli 2012 te Kollumerzwaag, bij een medewerker van de
Spar supermarkt een (grote) bestelling geplaatst voor een (bruilofts)feest
en/of een bestellijst ingevuld en/of ingeleverd en/of (vervolgens) een
(aantal) flessen drank (ter waarde van 120,- Euro) (welke flessen hij,
verdachte, daarvoor uit het schap van die Spar had gepakt) geretourneerd en/of
(hierbij) gezegd dat hij, verdachte, deze flessen terug kwam brengen en/of de
afspraak had gemaakt dat hij zijn geld terug kon krijgen en/of (aldus) zich
voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemde Spar
werd bewogen tot afgifte (te weten het uitbetalen van 120,- Euro) en/of
- op of omstreeks 29 juli 2012 te Heerenveen, tegen een medewerker van
[naam Pompshop] gezegd dat hij, verdachte,
[valse naam] heette en/of een kennis was van de eigenaar en/of dat hij, verdachte,
een (jaarlijkse) bestelling wilde plaatsen en/of een bestellijst heeft
ingevuld en/of ingeleverd en/of (vervolgens) tegen voornoemde medewerker
gezegd dat hij een hoeveelheid olie (ter waarde van 104,80 Euro) had terug
gezet in het schap en/of dat hij had besproken met de baas van die medewerker
dat hij voornoemde olie kon retourneren en/of zijn geld terug kon krijgen
en/of (aldus) zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van
voornoemd tankstation werd bewogen tot afgifte (te weten het uitbetalen van
104,80 Euro) en/of
- op of omstreeks 9 mei 2012 te Leeuwarden, bij een medewerker van de Hema een
een aantal bussen verf (ter waarde van 42,- Euro) (welke bussen verf hij,
verdachte, daarvoor uit het schap van die Hema had gepakt) geretourneerd en/of
(hierbij) gezegd dat hij, verdachte, deze bussen terug kwam brengen en/of
(aldus) zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van
voornoemde Hema werd bewogen tot afgifte (te weten het uitbetalen van 42,-
Euro) en/of
- op of omstreeks 9 augustus 2012 te Terwispel, tegen een medewerker van
pompstation Q8 gezegd dat hij, verdachte, een taxibedrijf had en/of dat hij
goederen wilde bestellen en/of een bestellijst heeft ingevuld en/of ingeleverd
en/of (vervolgens) tegen voornoemde medewerker gezegd dat hij een hoeveelheid
olie (ter waarde van 243,06 Euro) (welke olie hij, verdachte, daarvoor uit het
schap van voornoemd pompstation had gepakt) over had van een vorige bestelling
en/of dat hij had besproken met de baas van die medewerker dat hij voornoemde
olie kon retourneren en/of zijn geld terug kon krijgen en/of (aldus) zich
voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemd
pompstation werd bewogen tot afgifte (te weten het uitbetalen van 243,06
Euro);
3.
hij op of omstreeks 3 september 2012 te of bij Lelystad, met het oogmerk om
zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen
van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een
medewerker van tankstation Shell (gelegen aan het Noorderwagenplein aldaar)
heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 40,51 Euro),
in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in
strijd met de waarheid:
- tegen een medewerker van voornoemde Shell gezegd dat hij, verdachte, een
taxibedrijf had en/of dat hij een (grote) bestelling wilde plaatsen en/of een
bestellijst heeft ingevuld en/of ingeleverd en/of (vervolgens)
- tegen voornoemde medewerker gezegd dat hij een hoeveelheid olie (ter waarde
van 40,51 Euro) (welke olie hij, verdachte, daarvoor uit het schap van
voornoemd pompstation had gepakt) wilde retourneren en/of
- dat hij, verdachte, had afsproken met de baas van die medewerker dat hij
voornoemde olie kon inleveren en/of zijn geld terug kon krijgen en/of
(aldus) zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van
voornoemd tankstation werd bewogen tot afgifte (te weten het uitbetalen van
40,51 Euro).
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
  • veroordeling voor het onder 1., 2. en 3. ten laste gelegde;
  • oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
  • oplegging van de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht, ambulante behandeling en opname in RIBW Noach of een soortgelijke instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
  • toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [naam Tankstation 1] tot een bedrag van € 251,65 met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
  • toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [naam Autobedrijf] tot een bedrag van € 152,75 met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en niet-ontvankelijk verklaring met betrekking tot het overige;
  • toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [naam Pompshop] tot een bedrag van € 104,80 met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

Beoordeling van het bewijs

De rechtbank past met betrekking tot de onder 1., onder 2. gedachtestreepje 1 tot en met 8 en gedachtestreepje 10 en onder 3. ten laste gelegde feiten de volgende bewijsmiddelen toe, met inachtneming van het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering:

1.
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 januari 2013;
2.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL02GL 2012097527-1, d.d. 10 september 2012, inhoudende de verklaring van [aangever 1];
3.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL02GL 2012071824-1, d.d. 9 juli 2012, inhoudende de verklaring van [aangever 2];
4.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL02KB 2012074492-1, d.d. 16 juli 2012, inhoudende de verklaring van [aangever 3];
5.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL02AD 2012074459-1, d.d. 16 juli 2012, inhoudende de verklaring van [aangever 4];
6.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL02GL 2012074422-1, d.d. 16 juli 2012, inhoudende de verklaring van [aangever 5];
7.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL02AD 2012074656-1, d.d. 16 juli 2012, inhoudende de verklaring van [aangever Tankstation 1];
8.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL02FW 2012074720-1, d.d. 16 juli 2012, inhoudende de verklaring van [aangever Autobedrijf];
9.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL02BB 2012076490-1, d.d. 20 juli 2012, inhoudende de verklaring van [aangever 6];
10.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL02DH 2012081715-1, d.d. 2 augustus 2012, inhoudende de verklaring van [aangever 7];
11.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL02CD 2012086204-1, d.d. 13 augustus 2012, inhoudende de verklaring van [aangever 8];
12.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL2520 2012065973-1, d.d. 17 september 2012, inhoudende de verklaring van [aangever 9].
De rechtbank past met betrekking tot het onder 2., gedachtestreepje 9, ten laste gelegde de hierna te noemen bewijsmiddelen [1] toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder weergegeven.
1.
De verklaring van verdachte [2] , inhoudende:
Ik was op 9 mei 2012 in de Hema in Leeuwarden. Ik heb bij de servicebalie bussen verf ingeleverd zonder bonnetje en ik heb hier geld voor retour gekregen.
2.
De verklaring van [aangever 10] [3] , inhoudende:
Ik doe aangifte van oplichting namens Hema, gevestigd te Leeuwarden. Op woensdag 9 mei 2012 kreeg ik een melding van Hema dat een man een drietal verfbussen terug had gebracht bij de afdeling klantenservice en had verteld dat hij deze door hem bij Hema aangeschafte verfbussen niet nodig bleek te hebben en dat hij ze terug kwam brengen. Ondanks het feit dat de man geen aankoopbon kon tonen, had de medewerkster hem toch een geldbedrag van € 42,00 retour gegeven. Nadat deze man het geld in ontvangst had genomen heeft hij de Hema verlaten. Omdat men bij de klantenservice een onbehaaglijk gevoel hierover had, vroeg men mij om de beelden van het camerasysteem te gaan bekijken. Op de beelden zag ik dat op woensdag 9 mei 2012 omstreeks 11:40 uur een man een drietal verfbussen op de balie bij klantenservice deponeerde. Ik zag dat de man in ruil daarvoor een geldbedrag van de betreffende medewerkster kreeg overhandigd. Ik heb de band teruggespoeld en ik zag dat diezelfde man omstreeks 11:31 uur via de zijde van het Ruiterskwartier de Hema in kwam lopen. Daarbij viel het mij op dat hij geen tas of iets dergelijks bij zich had. Ik zag dat de man, toen hij de Hema binnenkwam niets in zijn handen had. Op andere beelden zag ik dat de man omstreeks 11:32 uur bij de stelling waarop verfbussen staan uitgestald, een drietal verfbussen nam en daarmee richting roltrap liep en een winkelmandje pakte. Ik zag dat de man daarna de drie verfbussen in het winkelmandje deponeerde en daarna, rechtstreeks en zonder deze verfbussen bij de kassa ter betaling aan te bieden, naar de afdeling klantenservice liep en daar voor de balie van die afdeling ging staan.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1., 2. en 3. ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 29 augustus 2012 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, een medewerker van tankstation Shell, gevestigd aan de Harlingerstraatweg aldaar, heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, te weten ongeveer 48,00 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- tegen voornoemde medewerker verteld dat hij, verdachte, van de vorige keer gekochte olie een bus olie over had, zulks terwijl deze olie kort daarvoor door verdachte was weggenomen en dat hij met de medewerker die destijds dienst deed, had afgesproken dat wanneer er een bus olie zou overblijven hij deze zonder bon kon retourneren en het betaalde bedrag zou worden terugbetaald en waarop die medewerker vervolgens heeft gebeld met zijn baas teneinde voornoemd verhaal te controleren en te vragen wat hij nu moest doen, echter door de drukte op dat moment heeft die medewerker vervolgens de telefoon rechtstreeks aan verdachte gegeven en waarop verdachte na beëindiging van het gesprek met die baas, verteld dat de baas akkoord was dat de bus olie retour werd genomen en het bedrag zou worden terugbetaald, waardoor die medewerker werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, te weten het uitbetalen van voornoemd bedrag;
2.
hij in of omstreeks nader te noemen data in de maand juli 2012, op nader te noemen plaatsen in het arrondissement Leeuwarden, meermalen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meerdere medewerkers/medewerksters van de hierna te noemen bedrijven heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- op 4 juli 2012 te Leeuwarden bij een medewerker van supermarkt Jumbo een grote bestelling geplaatst voor een feest en vervolgens een aantal champagneflessen ter waarde van 145,00 euro, welke flessen hij, verdachte, daarvoor uit het schap van die Jumbo had gepakt, geretourneerd bij de klantenservice en aldus zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemde Jumbo werd bewogen tot afgifte, te weten het uitbetalen van 145,00 euro en
- op 11 juli 2012 te Mantgum bij een medewerker van supermarkt Poiesz een grote bestelling geplaatst voor een bruiloftsfeest en vervolgens verteld dat hij, verdacht, een aantal flessen Port, ter waarde van 90,00 euro, welke flessen hij, verdachte, daarvoor uit het schap van die Poiesz had gepakt, over had van een feestje en wilde retourneren en hierover al contact had gehad met een collega van voornoemde medewerker, welke collega volgens hem, verdachte, had aangegeven dat dit akkoord was en vervolgens voornoemde flessen Port geretourneerd en aldus zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemde Poiesz werd bewogen tot afgifte, te weten het uitbetalen van 90,00 euro en
- op 12 en 13 juli 2012 te Dokkum, meermalen, bij een aantal medewerkers van de supermarkten Jumbo West en Noord een grote bestelling geplaatst voor een bruiloftsfeest en een bestellijst afgegeven en vervolgens telkens verteld dat hij, verdachte, een aantal flessen wijn, ter waarde van in totaal 430,00 euro, welke flessen hij, verdachte, daarvoor uit het schap van die Jumbo had gepakt, over had van een bestelling en wilde retourneren en hierover al contact had gehad met een collega van voornoemde medewerkers, welke collega volgens hem, verdachte, had aangegeven dat dit akkoord was en vervolgens voornoemde flessen wijn geretourneerd en aldus zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerkers van voornoemde Jumbo telkens werden bewogen tot afgifte, te weten het uitbetalen van respectievelijk 250,00 en 180,00 euro en
- op 13 juli 2012 te Dokkum, bij een aantal medewerkers van de Hema zich voorgedaan als een medewerker van de VNN en gezegd dat hij een grote bestelling wilde gaan plaatsen namens de VNN en vervolgens gezegd dat hij, verdachte, een aantal dekbedden ter waarde van 144,00 euro, welke dekbedden hij, verdachte daarvoor uit het schap van die Hema had gepakt, wilde retourneren en hierover al contact had gehad met de bedrijfsleider of eigenaar van voornoemde Hema en vervolgens voornoemde dekbedden geretourneerd bij de klantenservice en aldus zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemde Hema werd bewogen tot afgifte, te weten het uitbetalen van 144,00 euro en
- op 14 juli 2012 te Buitenpost tegen een medewerker van [naam Tankstation 1] gezegd dat hij, verdachte, een aantal olieprodukten, ter waarde van 251,65 euro, welke olieprodukten hij, verdachte daarvoor uit het schap van dat tankstation had gepakt terug wilde brengen en vervolgens voornoemde olieprodukten geretourneerd en aldus zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemd tankstation werd bewogen tot afgifte, te weten het uitbetalen van 251,65 euro en
- op 15 juli 2012 te Oosterwolde tegen een medewerker van [naam Autobedrijf] gezegd dat hij, verdachte, een aantal bussen olie, ter waarde van 152,75 euro, welke bussen olie hij, verdachte, daarvoor uit het schap van dat autobedrijf had gepakt, terug wilde brengen omdat ze niet bevielen en dat hij dat had besproken met de baas van die medewerker en een aantal keren de naam van die baas genoemd en vervolgens voornoemde olie geretourneerd en aldus zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemd tankstation werd bewogen tot afgifte, te weten het uitbetalen van 152,75 euro en
- op 20 juli 2012 te Kollumerzwaag bij een medewerker van de Spar supermarkt een grote bestelling geplaatst voor een bruiloftsfeest en een bestellijst ingeleverd en vervolgens een aantal flessen drank, ter waarde van 120,00 euro, welke flessen hij, verdachte, daarvoor uit het schap van die Spar had gepakt, geretourneerd en hierbij gezegd dat hij, verdachte, deze flessen terug kwam brengen en de afspraak had gemaakt dat hij zijn geld terug kon krijgen en aldus zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemde Spar werd bewogen tot afgifte te weten het uitbetalen van 120,00 euro en
- op 29 juli 2012 te Heerenveen tegen een medewerker van [naam Pompshop] gezegd dat hij, verdachte, [valse naam] heette en een kennis was van de eigenaar en dat hij, verdachte, een jaarlijkse bestelling wilde plaatsen en een bestellijst heeft ingevuld en ingeleverd en vervolgens tegen voornoemde medewerker gezegd dat hij een hoeveelheid olie ter waarde van 104,80 euro had teruggezet in het schap en dat hij had besproken met de baas van die medewerker dat hij voornoemde olie kon retourneren en zijn geld terug kon krijgen en aldus zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemd tankstation werd bewogen tot afgifte, te weten het uitbetalen van 104,80 euro en
- op 9 mei 2012 te Leeuwarden bij een medewerker van de Hema een aantal bussen verf, ter waarde van 42,00 euro, welke bussen verf hij, verdachte, daarvoor uit het schap van die Hema had gepakt, geretourneerd en hierbij gezegd dat hij, verdachte, deze bussen terug kwam brengen en aldus zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemde Hema werd bewogen tot afgifte, te weten het uitbetalen van 42,00 euro en
- op 9 augustus 2012 te Terwispel tegen een medewerker van pompstation Q8 gezegd dat hij, verdachte, een taxibedrijf had en dat hij goederen wilde bestellen en een bestellijst heeft ingevuld en ingeleverd en vervolgens tegen voornoemde medewerker gezegd dat hij een hoeveelheid olie, ter waarde van 243,06 euro, welke olie hij, verdachte, daarvoor uit het schap van voornoemd pompstation had gepakt, over had van een vorige bestelling en dat hij had besproken met de baas van die medewerker dat hij voornoemde olie kon retourneren en zijn geld terug kon krijgen en aldus zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemd pompstation werd bewogen tot afgifte, te weten het uitbetalen van 243,06 euro;
3.
hij op 3 september 2012 te Lelystad met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, een medewerker van tankstation Shell, gelegen aan het Noorderwagenplein aldaar, heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, te weten 40,51 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
  • tegen een medewerker van voornoemde Shell gezegd dat hij, verdachte, een taxibedrijf had en dat hij een grote bestelling wilde plaatsen en een bestellijst ingevuld en ingeleverd en vervolgens
  • tegen voornoemde medewerker gezegd dat hij een hoeveelheid olie, ter waarde van 40,51 euro, welke olie hij, verdachte, daarvoor uit het schap van voornoemd pompstation had gepakt, wilde retourneren en
  • dat hij, verdachte, had afgesproken met de baas van die medewerker dat hij voornoemde olie kon inleveren en zijn geld terug kon krijgen en
aldus zich voorgedaan als bonafide klant, waardoor die medewerker van voornoemd tankstation werd bewogen tot afgifte, te weten het uitbetalen van 40,51 euro.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1.
Oplichting.
2.
Oplichting, meermalen gepleegd.
3.
Oplichting.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
  • de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
  • de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
  • de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 17 december 2012 en het reclasseringsadvies d.d. 10 januari 2013;
  • de vordering van de officier van justitie;
  • het pleidooi van de raadsman.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan dertien gevallen van oplichting. Met verzonnen verhalen leverde hij door hem uit de voorraad gepakte spullen weer in bij tankstations en winkels, waardoor het personeel hem geldbedragen gaf.
Door zijn handelen heeft verdachte financieel nadeel toegebracht aan meerdere ondernemers.
Verdachte heeft een zeer omvangrijk strafblad, waarop ook veel soortgelijke feiten staan.
De reclassering geeft in haar rapportage aan dat verdachte ongeveer dertien jaar van zijn leven in detentie heeft gezeten en in 2009 de ISD maatregel opgelegd heeft gekregen. Het plegen van delicten lijkt te zijn verweven met de manier van leven van verdachte. Hij beschikt over onvoldoende vaardigheden om zelfstandig gedragsverandering te bewerkstelligen. De kans op recidive wordt hoog geschat.
De reclassering adviseert een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf. Een flinke voorwaardelijke straf als stok achter de deur met daaraan verbonden een reclasseringstoezicht met een behandelverplichting en opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang zal de kans op herhaling moeten verminderen.
De rechtbank is het hiermee eens en zal - conform de eis van de officier van justitie - een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde voorwaarden, opleggen.

Benadeelde partijen

[naam Tankstation 1] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van de geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 2. ten laste gelegde en bewezenverklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering, die niet dan wel onvoldoende door verdachte en diens raadsman is weersproken, derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
[naam Autobedrijf] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van de geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 2. ten laste gelegde en bewezenverklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde materiële schade, groot € 152,75, voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht dit deel van vordering, die niet dan wel onvoldoende door verdachte en diens raadsman is weersproken, derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.
De rechtbank is van oordeel dat de behandeling van de gestelde immateriële schade, groot € 97,25, een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert nu de vordering op dit punt niet is onderbouwd.
De rechtbank zal dan ook bepalen dat dit deel van de vordering niet ontvankelijk is en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
[naam Pompshop] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van de geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 2. ten laste gelegde en bewezenverklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde schade voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering, die niet dan wel onvoldoende door verdachte en diens raadsman is weersproken, derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:

Verklaart het onder 1., 2. en 3. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden:
1.
dat veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2.
dat veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3.
dat veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1.
dat veroordeelde zich binnen 14 dagen na zijn invrijheidstelling meldt bij Verslavingszorg Noord Nederland (VNN);
2.
dat veroordeelde zich onder behandeling zal stellen van VNN op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor zijn drugsgebruik en alcoholgebruik;
3.
dat veroordeelde zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te weten Sociaal Pension Noach van Leger der Heils te Engwierum of een soortgelijke instelling, en zich zal houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam Tankstation 1], gevestigd te [adres 2], toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 251,65 (zegge: tweehonderdeenenvijftig euro en vijfenzestig eurocent).
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [naam Tankstation 1], te betalen een som geld ten bedrage van € 251,65 (zegge: tweehonderdeenenvijftig euro en vijfenzestig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 5 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van [naam Tankstation 1], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en vice versa, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam Autobedrijf], gevestigd te [adres 3], toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 152,75 (zegge: honderdtweeënvijftig euro en vijfenzeventig eurocent).
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [naam Autobedrijf], te betalen een som geld ten bedrage van € 152,75 (zegge: honderdtweeënvijftig euro en vijfenzeventig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van [naam Autobedrijf], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en vice versa, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam Pompshop], gevestigd te [adres 1], toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 104,80 (zegge: honderdvier euro en tachtig eurocent).
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [naam Pompshop], te betalen een som geld ten bedrage van € 104,80 (zegge: honderdvier euro en tachtig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 2 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van [naam Pompshop], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en vice versa, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter, mr. M. Haisma en mr. C. Krijger, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 januari 2013.
Mr. Krijger is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Lootsma-Oude Nijeweme
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Haisma
de griffier van de rechtbank
Woude
te Leeuwarden,

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/880311-12
proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer in bovengenoemde rechtbank op 14 januari 2013
Tegenwoordig:
mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter,
mr. M. Haisma en mr. C. Krijger, rechters,
mr. P.F. Hoekstra, officier van justitie en
mr. C.L. van der Woude, griffier.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de voorzitter te zijn genaamd:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in [naam P.I.].
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. G.A. Pots, advocaat te Leeuwarden.
Ter terechtzitting is tevens verschenen [aangever Autobedrijf], namens benadeelde partij [naam Autobedrijf].
…………………………………………….
De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van 28 januari 2013 te 13:30 uur.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Voetnoten

1.De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met OPS-dossiernummer PL02GL 2012129528, gesloten op 2 december 2012.
2.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 14 januari 2013.
3.Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 10] d.d. 23 mei 2012, pagina's 157-159.