ECLI:NL:RBNNE:2013:4832

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
25 januari 2013
Publicatiedatum
8 augustus 2013
Zaaknummer
17/885443-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor feitelijke aanranding van de eerbaarheid met gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 25 januari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De verdachte, die niet ter terechtzitting verscheen, werd beschuldigd van het dwingen van een minderjarig meisje tot het dulden van ontuchtige handelingen op 14 juli 2012 in Leeuwarden. De rechtbank verleende verstek tegen de verdachte en baseerde haar oordeel op het onderzoek dat op 11 januari 2013 had plaatsgevonden. De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen, waaronder het aanraken van de billen en borsten van het slachtoffer en het zoenen in de nek en op de mond. De rechtbank achtte het ten laste gelegde bewezen, met uitzondering van enkele onderdelen die niet bewezen konden worden. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat de opgelegde straf passend was, gezien de inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en de eerdere strafbare feiten van de verdachte. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. De griffier heeft het vonnis vastgelegd en ondertekend.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/885443-12
verkort vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 25 januari 2013 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
niet als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens en zonder
bekende feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland,
bekend adres [adres buitenland].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 11 januari 2013.
Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 14 juli 2012 te Leeuwarden, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit
  • het aanraken/betasten van de/een (met kleding bedekte) bil(len) van die [slachtoffer] en/of
  • het aanraken/betasten (de zijkant van) de/een (met kleding bedekte) borst(en) van die [slachtoffer] en/of
  • het zoenen in/tegen de nek/hals en/of op de mond van die [slachtoffer] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
  • die [slachtoffer] heeft omarmd en/of die [slachtoffer] (anderszins) aan/bij het (boven)lichaam heeft vastgepakt en/of (vervolgens) vastgehouden en/of
  • die [slachtoffer] bij een bovenarm heeft vastgepakt en/of (vervolgens) vastgehouden en/of
  • die [slachtoffer] tegen zich aan heeft gedrukt.
(artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht)
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
  • veroordeling voor het ten laste gelegde;
  • oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij op 14 juli 2012 te Leeuwarden, door geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit
  • het aanraken van de met kleding bedekte billen van die [slachtoffer] en
  • het aanraken van de zijkant van een met kleding bedekte borst van die [slachtoffer] en
  • het zoenen in de nek/hals van die [slachtoffer]
en bestaande dat geweld hierin dat verdachte
  • die [slachtoffer] heeft omarmd en die [slachtoffer] anderszins bij het bovenlichaam heeft vastgepakt en vervolgens vastgehouden en
  • die [slachtoffer] bij een bovenarm heeft vastgepakt en vervolgens vastgehouden en
  • die [slachtoffer] tegen zich aan heeft gedrukt.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
  • de aard en de ernst van het gepleegde feit;
  • de omstandigheden waaronder dit is begaan;
  • de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie;
  • de vordering van de officier van justitie;
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan aanranding van de eerbaarheid van een minderjarig meisje door haar op straat onzedelijk te betasten. Hierdoor heeft hij een onacceptabele inbreuk gemaakt op haar lichamelijke integriteit.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij eerder met justitie in aanraking is geweest en dat aan hem in 2009 een deels voorwaardelijke gevangenisstraf is opgelegd ter zake van ondermeer aanranding van de eerbaarheid.
Over de persoonlijke situatie van verdachte is niet veel bekend. Het is niet gelukt een reclasseringsrapport over hem op te maken en hij is niet ter terechtzitting verschenen. Uit het dossier blijkt dat verdachte een tijd in Duitsland heeft gewoond, maar de laatste jaren op verschillende plaatsen in Nederland een zwervend bestaan leidt.
Alles afwegend, en mede gelet op de eerdere veroordeling ter zake van een soortgelijk feit, is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden is. De rechtbank zal aan verdachte derhalve een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur opleggen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c en 246 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 2 (twee) maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.R. de Vries, voorzitter, mr. W.S. Sikkema en mr. N.A. Vlietstra, rechters, bijgestaan door mr. E. de Vries-Haitsma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 januari 2013.
w.g.
de Vries
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Sikkema
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Vlietstra
locatie Leeuwarden,
de Vries-Haitsma

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/885443-12
proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer in bovengenoemde rechtbank op 11 januari 2013
Tegenwoordig:
mr. M.R. de Vries, voorzitter,
mr. W.S. Sikkema en mr. N.A. Vlietstra, rechters,
mr. S.T. Kooistra, officier van justitie en
mr. E. de Vries-Haitsma, griffier.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De voorzitter belast de oudste rechter met de leiding van het onderzoek.
De verdachte, genaamd:

[verdachte]

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres buitenland],
is niet ter terechtzitting verschenen.
De rechtbank verleent verstek tegen de niet verschenen verdachte en beveelt dat de behandeling van de zaak buiten aanwezigheid van verdachte wordt voortgezet.
……
De oudste rechter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van 25 januari 2013 te 13:30 uur.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.