ECLI:NL:RBNNE:2013:4764

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
19 juli 2013
Publicatiedatum
5 augustus 2013
Zaaknummer
19.810047-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstek verleend tegen verdachte zonder bekende verblijfplaats in Nederland

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 19 juli 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die niet als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens was ingeschreven en geen bekende feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland had. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was, ondanks dat er geen akte van uitreiking op het laatste bekende adres van de verdachte, Laan van de Bork 788 te Emmen, aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat het Openbaar Ministerie zich voldoende had ingespannen om de verdachte op de hoogte te stellen van de beschuldigingen en de datum van de terechtzitting. Aangezien de verdachte niet was verschenen, werd er verstek verleend.

De tenlastelegging omvatte meerdere feiten van oplichting, waarbij de verdachte zich voordeed als verkoper van vrachtauto's en benadeelden tot de afgifte van geldbedragen heeft bewogen door middel van valse voorwendselen. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de oplichting van drie benadeelden, waarbij bedragen van respectievelijk 12.000 euro, 12.500 euro en 20.250 euro waren betrokken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte met opzet en door middel van listige kunstgrepen deze bedragen had verkregen.

De officier van justitie had een gevangenisstraf van 8 maanden geëist, en de rechtbank volgde deze eis, waarbij zij rekening hield met de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare delicten. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 8 maanden, met aftrek van de tijd die hij in verzekering had doorgebracht. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer: 19.810047-12
vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 19 juli 2013 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:

[verdachte],

geboren te Emmen op [geboortedatum] 1986,
niet als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens en
zonder bekende feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 5 juli 2013.
De verdachte is niet ter terechtzitting verschenen.

Geldigheid van de dagvaarding

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is. Verdachte staat niet als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens en heeft geen bekende feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland. De dagvaarding is tijdig op 18 juni 2013 betekend aan de griffier van de rechtbank. Daarnaast, zo blijkt uit het dossier is een dagvaarding gericht aan verdachte verzonden naar het adres[adres]te Emmen, het laatste bekende verblijfadres van de verdachte.
De rechtbank stelt vast dat deze dagvaarding onverplicht is verzonden nu verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft. Volgens vaste jurisprudentie moet de griffier van de rechtbank een afschrift verzenden per gewone post naar mogelijke verblijfadressen van de verdachte. In casu geldt het adres [adres] te Emmen als zodanig. De rechtbank stelt vast dat een dagvaarding naar dat adres is verzonden. Onder deze omstandigheden gaat de rechtbank er aan voorbij dat een akte van uitreiking op het adres [adres] te Emmen ontbreekt.
De rechtbank is van oordeel dat het Openbaar Ministerie zich in alle redelijkheid alle moeite heeft getroost om de verdachte op de hoogte te stellen van hetgeen hem wordt verweten en van de datum van de terechtzitting.
De rechtbank heeft derhalve tegen de niet verschenen verdachte verstek verleend.

Tenlastelegging

De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 12 november 2010 tot en met 10 december 2010, te Emmen in de gemeente Emmen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (ten bedrage van 12000 euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als (rechthebbende) verkoper van een vrachtauto (merk: Mercedes Benz, type Actros) en/of
- een advertentie en/of een foto van de/een vrachtauto geplaatst op de internetsite Mobile.de en/of
- middels telefoon en/of email informatie aan genoemde [benadeelde 1] gegeven over de te verkopen vrachtwagen en/of
- met die [benadeelde 1] een aankoopbedrag overeen gekomen en/of
- een aankoopnota opgesteld en/of aan die [benadeelde 1] doen toekomen,
waardoor die [benadeelde 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 12 november 2010 tot en met 10 december 201, te Emmen in de gemeente Emmen, althans in Nederland, opzettelijk een hoeveelheid geld, te weten 12000 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geld verdachte anders dan door misdrijf, te weten via een (vermeende) koop-overeenkomst met die [benadeelde 1], onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
hij in of omstreeks periode van 29 november 2010 tot en met 15 februari 2011, te Emmen in de gemeente Emmen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (ten bedrage van 12500 euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als (rechthebbende) verkoper van een vrachtauto (merk: Mercedes Benz, type Actros) en/of
- een advertentie en/of een foto van de/een vrachtauto geplaatst op de internetsite Mobile.de en/of
- middels telefoon en/of email informatie aan genoemde [benadeelde 2] gegeven over de te verkopen vrachtwagen en/of
- met die [benadeelde 2] een aankoopbedrag overeen gekomen en/of
- een aankoopnota opgesteld en/of aan die [benadeelde 2] doen toekomen,
waardoor die [benadeelde 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 29 november 2010 tot en met 15 februari 2011, te Emmen in de gemeente Emmen, althans in Nederland, opzettelijk een hoeveelheid geld, te weten 12.500 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geld verdachte anders dan door misdrijf, te weten via een (vermeende) koopovereenkomst met die [benadeelde 2], onder zich had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hij in of omstreeks de periode van 11 november 2010 tot en met 1 januari 2011, te Emmen in de gemeente Emmen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 3], heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (ten bedrage van (in totaal) 20250 euro), in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als (rechthebbende) verkoper van een vrachtauto (merk: Mercedes Benz, type Actros) en/of
- een advertentie en/of een foto van de/een vrachtauto geplaatst op de internetsite Mobile.de en/of
- middels telefoon en/of email informatie aan genoemde [benadeelde 3] gegeven over de te verkopen vrachtwagen en/of
- met die [benadeelde 3] een aankoopbedrag overeen gekomen en/of
- een aankoopnota opgesteld en/of aan die [benadeelde 3] doen toekomen,
waardoor die [benadeelde 3] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 11 november 2010 tot en met 1 januari 2011, te Emmen in de gemeente Emmen, althans in Nederland, opzettelijk een hoeveelheid geld, te weten 20250 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geld verdachte anders dan door misdrijf, te weten via een (vermeende) koop-overeenkomst met die [benadeelde 3], onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie mr. G. Wilbrink acht hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, onder 2 primair en onder 3 primair is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank verdachte voor deze feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht.

Bewijsmiddelen

Nu verdachte, hetgeen de rechtbank ten aanzien van het tenlastegelegde bewezen zal verklaren, niet heeft weersproken en nadien niet anders heeft verklaard en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit zal de rechtbank ten aanzien van deze feiten volstaan met een opgave van bewijsmiddelen.
De rechtbank hanteert voor het bewijs van het feit de navolgende bewijsmiddelen:
1.
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van Politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Emmen, registratienummer PL032V 2012031768, d.d. 7 augustus 2012 met bijlagen, opgemaakt door[verbalisant], brigadier van Politie Drenthe, dienstdoende bij de basiseenheid Emmen, onder meer inhoudende:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Emmen Centrum/Borger-Odoorn, proces-verbaalnummer PL032R 2010079105-1 d.d. 10 december 2010 (pagina’s 12 t/m 14), houdende de aangifte van [benadeelde 1], wonende te Sombor (Servië), met bijlagen (pagina’s 17 t/m 20);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Gelderland-Midden, WVV/Staf District/Leiding, WVV/Staf District/Intake & Ondersteuning, proces-verbaalnummer PL0740 2011018389-1 d.d. 18 februari 2011 (pagina’s 22 t/m 25), houdende de aangifte van[aangever], wonende te Ede, namens [benadeelde 2], wonende te New Damietta City (Egypte), met bijlagen (pagina’s 26 t/m 79);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van politie Rotterdam-Rijnmond, District 10 Zuid, D10 Intake, Service en Ondersteuning, proces-verbaalnummer PL17J0 2011083978-1 d.d. 19 maart 2011 (pagina’s 80 t/m 83), houdende de aangifte van [benadeelde 3], wonende te Ashlegh Down (Ierland), met bijlagen (pagina’s 84 t/m 98);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van politie Drenthe, District Zuidoost, Basiseenheid Emmen, proces-verbaalnummer PL032V 2011015143-5 d.d. 6 augustus 2012, houdende de op 6 augustus 2012 afgelegde verklaring van de verdachte (pagina’s 125 t/m 139, en met name pagina 132).

Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1 primair, onder 2 primair en onder 3 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij in de periode van 12 november 2010 tot en met 10 december 2010 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (ten bedrage van 12000 euro), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als rechthebbende verkoper van een vrachtauto (merk: Mercedes Benz, type Actros) en
- een advertentie en een foto van de vrachtauto geplaatst op de internetsite Mobile.de en
- middels telefoon en email informatie aan genoemde [benadeelde 1] gegeven over de te verkopen vrachtwagen en
- met die [benadeelde 1] een aankoopbedrag overeen gekomen en
- een aankoopnota opgesteld en aan die [benadeelde 1] doen toekomen,
waardoor die [benadeelde 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij in de periode van 29 november 2010 tot en met 15 februari 2011 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (ten bedrage van 12500 euro), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als rechthebbende verkoper van een vrachtauto (merk: Mercedes Benz, type Actros) en
- een advertentie en een foto van de vrachtauto geplaatst op de internetsite Mobile.de en
- middels telefoon en email informatie aan genoemde [benadeelde 2] gegeven over de te verkopen vrachtwagen en
- met die [benadeelde 2] een aankoopbedrag overeen gekomen en
- een aankoopnota opgesteld en aan die [benadeelde 2] doen toekomen,
waardoor die [benadeelde 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij in de periode van 11 november 2010 tot en met 1 januari 2011 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,[benadeelde 3], heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als rechthebbende verkoper van een vrachtauto (merk: Mercedes Benz, type Actros) en
- een advertentie en een foto van de vrachtauto geplaatst op de internetsite Mobile.de en
- middels telefoon en email informatie aan genoemde [benadeelde 3] gegeven over de te verkopen vrachtwagen en
- met die [benadeelde 3] een aankoopbedrag overeen gekomen en
- een aankoopnota opgesteld en aan die [benadeelde 3] doen toekomen,
waardoor die [benadeelde 3] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring.
Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1 primair, onder 2 primair en onder 3 primair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Kwalificaties

Het onder 1 primair, onder 2 primair en onder 3 primair bewezen geachte levert respectievelijk op:
1.
Oplichting,
strafbaar gesteld bij artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht;
2.
Oplichting,
strafbaar gesteld bij artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht;
3.
Oplichting,
strafbaar gesteld bij artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht;

Strafbaarheid

De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.

Strafmotivering

De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking: de aard en de ernst van de gepleegde feiten; de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan; hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte; de eis van de officier van justitie; de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 12 juni 2013, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld ter zake van vermogensdelicten en ook tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen.
De officier van justitie heeft voor de tenlastegelegde feiten gevorderd een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht.
De rechtbank overweegt dat het ernstige feiten betreft en dat verdachte bij het plegen van deze feiten louter en alleen uit winstbejag heeft gehandeld en daarbij op geen enkele wijze rekening heeft gehouden met de gevolgen die zijn handelingen voor de aangevers c.q. benadeelden zouden hebben. De buitenlandse aangevers is financieel nadeel berokkend door de kwalijke handelwijze van verdachte en hun vertrouwen in het handelsverkeer met Nederland is ernstig geschaad. Verdachte moet hiervoor verantwoordelijk worden gehouden.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden van oordeel dat in dit geval het opleggen van de gevangenisstraf, als door de officier van justitie is gevorderd, een passende bestraffing is voor deze verdachte, en recht doet aan de ernst van de feiten.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 27, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing van de rechtbank

De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1 primair, onder 2 primair en onder 3 primair tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, onder 2 primair en onder 3 primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
8 maanden.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.M. Oostdam, voorzitter, mr. E. Läkamp en
mr. P.J. van Steen, rechters, in tegenwoordigheid van J. Bos, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 19 juli 2013, zijnde mr. P.J. van Steen buiten staat dit vonnis binnen de daartoe door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.