ECLI:NL:RBNNE:2013:4626

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 juli 2013
Publicatiedatum
26 juli 2013
Zaaknummer
13/513
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening omgevingsvergunning voor kleinschalige opbaarfaciliteit in Assen

Op 26 juli 2013 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker, wonende te Assen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Assen, met Yarden Vastgoed B.V. als derde-partij. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van een omgevingsvergunning die op 8 mei 2013 door de gemeente Assen was verleend aan Yarden Vastgoed B.V. voor het plaatsen van reclame-uitingen en het wijzigen van de bestemming van een pand aan Borgstee 26 te Assen naar een kleinschalige opbaarfaciliteit met kantoor. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij vreest voor aanzienlijke parkeeroverlast na de in gebruikname van het pand.

De zitting vond plaats op 25 juli 2013, waar de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, terwijl de gemeente en Yarden vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er onvoldoende duidelijkheid was over de wijze waarop Yarden het pand zou gaan gebruiken, en dat er meerdere bezwaarschriften waren ingediend door omwonenden. De voorzieningenrechter heeft de spoedeisendheid van het verzoek van de verzoeker erkend, ondanks dat Yarden nog niet was begonnen met de (ver)bouwwerkzaamheden.

De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk besloten het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe te wijzen, het besluit van 8 mei 2013 te schorsen tot de beslissing op het bezwaarschrift van de verzoeker bekend is, en de gemeente te veroordelen in de proceskosten van de verzoeker. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 juli 2013, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Bestuursrecht
locatie Assen
zaaknummer: ASS AWB 13/513

uitspraak van de voorzieningenrechter van 26 juli 2013 in de zaak tussen

[verzoeker], wonende te Assen, verzoeker

(gemachtigde: mr. J.M. Smits)
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Assen, verweerder

(gemachtigde: mr. A. Pronk).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen
Yarden Vastgoed B.V.,te Almere.
(gemachtigde: KC. Wortman).

Procesverloop

Bij besluit van 8 mei 2013 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan Yarden Vastgoed B.V. (hierna: Yarden) een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van reclame-uitingen en het wijzigen van de bestemming naar een kleinschalig opbaarfaciliteit met kantoor op het perceel kadastraal bekend gemeente Assen, sectie U, nr. 922, plaatselijk bekend Borgstee 26 te Assen.
Tegen dit besluit heeft verzoeker bezwaar gemaakt. Tevens heeft verzoeker op 10 juli 2013 de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het geschil is behandeld op de zitting van 25 juli 2013. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Yarden is niet ter zitting verschenen.

Overwegingen

1.
Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd kan worden in de hoofdzaak op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2.
Op 5 april 2013 heeft Yarden een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend ten behoeve van het plaatsen van reclame-uitingen en wijzigen van de bestemming naar een kleinschalig opbaarfaciliteit met kantoor op het perceel kadastraal bekend gemeente Assen, sectie U, nr. 922, plaatselijk bekend Borgstee 26 te Assen. Daarop heeft verweerder bij besluit van 8 mei 2013 de gevraagde omgevingsvergunning verleend.
3.
De voorzieningenrechter ziet thans geen aanleiding een voorlopig rechtmatigheidsoordeel te geven over het besluit van 8 mei 2013. Het verzoek zal aan de hand van een belangenafweging worden beoordeeld.
3.1.
In het kader van die belangenafweging overweegt de voorzieningenrechter het
volgende. Ter zitting heeft de gemachtigde van verzoeker toegelicht welke belangen verzoeker heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening; verzoeker verwacht na de in gebruikname van het pand als opbaarlocatie dan wel rouwcentrum onder meer aanzienlijke parkeeroverlast. Daarbij speelt mee dat thans nog onvoldoende duidelijkheid bestaat over de precieze wijze waarop het in geding zijnde pand door Yarden zal worden gaan gebruikt.
De voorzieningenrechter onderschrijft die onduidelijkheid, waarbij wordt aangetekend dat het schrijven van Yarden d.d. 18 juli 2013 een aantal belangrijke vragen met betrekking tot vorenstaande onbeantwoord laat. Vastgesteld wordt voorts dat door verweerder aan de in geding zijnde omgevingsvergunning geen voorwaarden zijn verbonden die maken dat voor de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit kan worden uitgegaan van wat Yarden in vorengenoemd schrijven heeft aangegeven.
3.2.
De voorzieningenrechter stelt voorts vast dat tegen de in geding zijnde
omgevingsvergunning meerdere bezwaarschriften zijn ingediend, zowel door omwonenden als door een omliggend bedrijf. Een behandeling van die bezwaren op een hoorzitting van de bezwarencommissie is voorzien voor eind september 2013. Yarden heeft in een eerdere instantie volgens verweerder aangegeven in beginsel bereid te zijn het besluit op voornoemde bezwaren te willen afwachten alvorens het pand in gebruik te nemen als opbaarlocatie dan wel rouwcentrum. Voorts is van de kant van verweerder aangegeven, dat Yarden nog niet is begonnen met de (ver)bouwwerkzaamheden van het pand.
Aangezien ter zitting echter onvoldoende duidelijkheid is verkregen over de intenties van Yarden in bovenbedoeld opzicht, neemt de voorzieningenrechter de vereiste spoedeisendheid aan de kant van verzoeker (niettemin) aan.
Vastgesteld wordt op grond van vorenstaand feitencomplex tevens, dat niet is gebleken van zwaarwegende belangen aan de kant van Yarden om het in geding zijnde pand op korte termijn in gebruik te kunnen nemen.
3.3.
De voorzieningenrechter is, voornoemde belangen afwegend, van oordeel dat er aanleiding bestaat de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
4.
Verweerder dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe;
- schorst het besluit van 8 mei 2013 tot de datum van bekendmaking van de beslissing van verweerder op het bezwaarschrift van verzoeker tegen dit besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker zijnde € 944,- en bepaalt dat verweerder deze kosten, alsmede het door verzoeker gestorte griffierecht ten bedrage van € 160,- aan hem dient te vergoeden.
Deze uitspaak is gedaan door mr. T.F. Bruinenberg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. C.T. Hofman als griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2013.
De griffier De voorzieningenrechter

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open

Afschrift verzonden op: