ECLI:NL:RBNNE:2013:4398
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot bevestiging boedelbeschrijving onder ede in nalatenschap
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 16 april 2013 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat was ingediend door verzoekers I en II, die aanspraak maakten op de legitieme portie in de nalatenschap van de erflater. De verzoekers stelden dat zij recht hadden op een deel van de nalatenschap en vroegen de kantonrechter om de deugdelijkheid van de boedelbeschrijving te bevestigen onder ede. De verzoekers waren vertegenwoordigd door mr. F. Huisman van DAS.
De verweerder, [verweerster], heeft op 29 maart 2013 een verweerschrift ingediend. Tijdens de pro forma zitting op 9 april 2013 gaven beide partijen aan dat een mondelinge behandeling niet nodig was. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat eerdere beschikkingen reeds hadden vastgesteld dat de verzoekers geen erfgenamen van de erflater zijn. Dit was het gevolg van eerdere rechtszaken waarin de verzoekers geen aanspraak konden maken op de legitieme portie, omdat zij afstand hadden gedaan van de opeisbaarheid van hun legitieme portie.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de verzoekers geen belang meer hebben bij hun verzoeken, aangezien de eerdere beschikkingen kracht van gewijsde hebben gekregen. De rechter heeft ook geoordeeld dat de verzoekers zich schuldig maken aan misbruik van procesrecht, omdat het ingediende verzoekschrift in strijd is met het gesloten systeem van rechtsmiddelen. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoeken en hen veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 200,00. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.