Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
De vordering van de officier van justitie
- een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis;
- 3 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren;
- ontzetting uit het beroep als financieel adviseur/belegger voor de duur van 5 jaren;
- niet ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 1] in zijn vordering;
- toewijzing van de civiele vordering van [slachtoffer 2], ten bedrage van € 5.000,00.
De voorvragen
Vrijspraak
1 primair(verduistering (in dienstbetrekking)),
3 primair(valsheid in geschrift) en
4 primair(beleggingsdiensten/-activiteiten verrichten zonder vergunning) tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit -evenals de raadsman van verdachte- niet wettig en overtuigend bewezen acht.
Bewijsmotivering
Hetgeen de rechtbank bewezen acht
Kwalificaties
Strafbaarheid
Strafmotivering
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
Schadevergoedingsmaatregel
Toepassing van wetsartikelen
Beslissing van de rechtbank
taakstraf bestaande uit 220 uren werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid met bevel dat, voor het geval de verdachte deze werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende voor de duur van 110 dagen zal worden toegepast.
gevangenisstrafvoor de duur van 6 maanden geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
ontzetverdachte van
het rechtom het beroep van verlener van beleggingsdiensten/belegger uit te oefenen voor de duur van 5 jaren.
taakstraf bestaande uit 20 uren werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid met bevel dat, voor het geval de verdachte deze werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende voor de duur van 10 dagen zal worden toegepast.