In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 9 april 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen een B.V. en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een opgelegde boete wegens een overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet. De eiseres, een onderneming die zich bezighoudt met de reparatie en onderhoud van machines, kreeg een boete van € 8.100,- opgelegd na een ongeval waarbij een werknemer gewond raakte. De staatssecretaris stelde dat eiseres artikel 3.17 van het Arbeidsomstandighedenbesluit had overtreden door de risico's van de werkzaamheden onvoldoende te inventariseren en geen adequate instructies te geven aan de werknemers. Eiseres voerde aan dat zij wel degelijk instructies had gegeven en dat de gekozen werkmethode, die eerder succesvol was toegepast, niet onveilig was. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris niet had aangetoond dat eiseres niet aan haar verplichtingen had voldaan. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de staatssecretaris en herstelde het primaire besluit, waarbij de boete werd ingetrokken. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van verwijtbaarheid aan de zijde van eiseres, omdat de werknemers zich niet aan de gegeven instructies hadden gehouden. De uitspraak benadrukt het belang van een goede risico-inventarisatie en de rol van instructies en toezicht in de arbeidsomstandigheden.