ECLI:NL:RBNNE:2013:4276

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
9 juli 2013
Publicatiedatum
12 juli 2013
Zaaknummer
Awb 13-416
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten van computer en cursus Photoshop

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 9 juli 2013 uitspraak gedaan over de aanvraag van eiseres om bijzondere bijstand voor de kosten van een computer en een cursus Photoshop. Eiseres, wonende te Winschoten, had een aanvraag ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt, die op 5 november 2012 werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat verweerder bij de behandeling van de aanvraag onvoldoende zorgvuldig had gehandeld. Het verzoek om een schriftelijke verklaring over de noodzaak van een computer was niet duidelijk genoeg, en verweerder had onvoldoende informatie ingewonnen over de thuissituatie van eiseres. De rechtbank concludeerde dat de computer die de dochter van eiseres in bruikleen had, niet voldeed aan de eisen van de beleidsregels, omdat deze niet in eigendom was van eiseres of haar dochter. Het bestreden besluit werd vernietigd wegens strijd met de artikelen 3:2 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank droeg verweerder op om opnieuw op het bezwaarschrift te beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Wat betreft de kosten van de cursus Photoshop, oordeelde de rechtbank dat deze kosten zich niet hadden voorgedaan, en de rechtsgevolgen van het bestreden besluit op dit onderdeel werden in stand gelaten. Eiseres had geen bewijs geleverd dat zij zich voor de cursus had aangemeld. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om het griffierecht van € 44,00 aan eiseres te vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling bestuursrecht
locatie Groningen
zaaknummer: GRO AWB 13/416

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 juli 2013 in de zaak tussen

[eiseres], wonende te Winschoten, eiseres

(gemachtigde: R.A.L. Koremans),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt, verweerder

(gemachtigde: drs. H. van der Veen).

Procesverloop

Bij besluit van 5 november 2012 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres om bijzondere bijstand voor de kosten van een computer en een cursus Photoshop op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb), afgewezen.
Bij besluit van 21 maart 2013 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 juni 2013. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1.
Bij de beoordeling van het onderhavige beroep neemt de rechtbank de volgende feiten voor vaststaand aan.
Op 1 april 2011 heeft verweerder de Beleidsregels bijzondere bijstand ‘Meetlat voor maatwerk 1 januari 2012’ (de beleidsregels) vastgesteld. In de beleidsregels is een artikel over toekenning van bijstand voor de aanschaf van een noodzakelijke computer in de thuissituatie opgenomen.
De dochter van eiseres,[naam dochter] genaamd, volgt een grafische opleiding aan Campus Winschoten in Winschoten.
Eiseres heeft een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van een computer en een cursus Photoshop ingediend.
Bij besluit van 29 augustus 2012 heeft verweerder de aanvraag van eiseres buiten behandeling gesteld.
Hiertegen heeft eiseres op 12 september 2012 bezwaar gemaakt.
In het kader van de behandeling van dat bezwaarschrift heeft de Adviescommissie bezwaarschriften gemeente Oldambt, sociale zaken, (de commissie) op 8 oktober 2012 een hoorzitting gehouden. Eiseres is gehoord, bijgestaan door haar gemachtigde.
Tijdens die hoorzitting heeft verweerder toegezegd de aanvraag van eiseres alsnog in behandeling te nemen. Eiseres heeft het bezwaarschrift van 12 september 2012 vervolgens ingetrokken.
Op 16 oktober 2012 heeft verweerder eiseres per brief bericht dat de aanvraag niet kan worden afgehandeld omdat hij, verweerder, onvoldoende gegevens van eiseres heeft om op de aanvraag te kunnen beslissen. Verweerder heeft aangegeven dat het de volgende gegevens betreft:
  • schriftelijke prijsopgave van een computer van een computerleverancier;
  • aanmeldformulier computercursus ten behoeve van eiseres (het gaat om een cursus
waarmee eiseres haar inwonend kind leert de computer op een goede wijze te kunnen
gebruiken en het kind daarbij adequaat kan begeleiden op de computer);
- schriftelijke verklaring waarmee eiseres de noodzaak van een computer in haar thuissituatie aantoont (is er al een computer aanwezig?).
Verweerder heeft eiseres tot 26 oktober 2012 de tijd gegeven de gevraagde gegevens in te leveren.
Bij e-mailbericht van 22 oktober 2012 heeft eiseres een reactie bij verweerder ingediend. Bij dat bericht heeft eiseres informatie over een cursus Photoshop en een offerte van Saturn Groningen van 7 september 2012 gevoegd. Eiseres heeft onder meer aangegeven dat zij niet weet hoe zij kan aantonen dat een computer nodig is binnen haar gezin.
Op 2 november 2012 heeft verweerders gemachtigde telefonisch contact opgenomen met [naam leraar], een leraar aan de Campus Winschoten (de leraar).
Bij primair besluit van 5 november 2012 heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen, omdat de noodzaak voor het verstreken van bijzondere bijstand voor de kosten van een computer en een cursus Photoshop ontbreekt.
Hiertegen heeft eiseres op 7 november 2012 bezwaar gemaakt.
In het kader van de behandeling van dat bezwaarschrift heeft de commissie op 10 december 2012 een hoorzitting gehouden. Eiseres is aldaar vertegenwoordigd door haar gemachtigde.
Bij advies van 21 januari 2012 [de rechtbank leest: 21 januari 2013] heeft de commissie verweerder geadviseerd om het bezwaarschrift gegrond te verklaren voor zover het bezwaar betrekking heeft op de afwijzing van de aanvraag voor bijzondere bijstand voor de aanschaf van een computer en het bezwaar ongegrond te verklaren voor zover het bezwaar betrekking heeft op de afwijzing van de aanvraag voor bijzondere bijstand voor een cursus Photoshop.

Standpunten van partijen

2.
In het bestreden besluit heeft verweerder besloten het bezwaarschrift ongegrond te verklaren en het advies van 21 januari 2013 niet over te nemen. Voor de motivering van het bestreden besluit heeft verweerder verwezen naar het advies van verweerders gemachtigde van 15 maart 2013.
3.
Eiseres voert – samengevat – aan dat verweerder als afwijzingsgrond slechts aanvoert dat de gevraagde voorziening reeds voorzien was, terwijl de commissie juist het tegendeel beweert. Eiseres stelt dat de gemeente naar aanleiding van het e-mailbericht van 22 oktober 2012 contact met haar had moeten opnemen om uit te leggen hoe een gevraagde verklaring er uit had moeten zien. Eiseres stelt dat haar gemachtigde voor en namens haar gebruik maakt van haar e-mailadres, omdat zij niet de beschikking heeft over een computer. Tevens voert eiseres aan dat de leraar bij navraag slechts heeft verklaard dat een computer nodig is voor de opleiding van haar dochter en dat hij heeft gezien dat haar dochter een laptop gebruikte. Tijdens het schooljaar 2011-2012 kon haar dochter soms gebruik maken van een geleende computer. Eiseres stelt dat haar aanvraag reeds in juni 2012 was ingediend.
Eiseres stelt dat verweerder voorbij gaat aan het feit dat in haar thuissituatie slechts sprake was van een geleende laptop. Verweerder heeft nagelaten tijdens de hoorzitting nadere vragen over de feitelijke situatie te stellen. Eiseres stelt dat in juni 2012 geen sprake was van een computer in haar thuissituatie. Voorts voert eiseres aan dat zij bereid is de door verweerder genoemde computercursus te volgen, hoewel zij deze cursus, gezien haar computerkennis en computerervaring, niet nodig heeft. Eiseres wil wel graag een cursus Photoshop volgen.

Juridisch kader

4.
Ingevolge artikel 35, eerste lid, van de Wwb, zoals die bepaling luidde ten tijde in geding, heeft de alleenstaande of het gezin recht op bijzondere bijstand voorzover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm.
In artikel 24 van de beleidsregels is opgenomen dat bijstand kan worden verleend voor het aanschaffen van een computer in die situaties waarin:
1.
geconstateerd wordt dat het als noodzakelijk wordt beschouwd dat een dergelijke voorziening in de thuissituatie aanwezig moet zijn; en
2.
dat op moment van aanvragen sprake is van het inwonend zijn van schoolgaande kinderen in de leeftijd van 9 tot 18 jaar; en
3.
waarbij geconstateerd is dat op het moment van aanvragen het gezamenlijk
(gezins-)inkomen niet meer bedraagt dan 115% van de met de gezinssituatie vergelijkbare bijstandsnorm, inclusief verhoging of verlaging op grond van de gemeentelijke Toeslagenverordening; en
4.
aangetoond is dat aanvrager gedurende een periode van 36 maanden voorafgaande aan een dergelijke aanvraag een inkomen heeft ontvangen welke niet meer bedraagt dan 115% van de met de gezinssituatie vergelijkbare bijstandsnorm, inclusief verhoging of verlaging op grond van de gemeentelijke Toeslagenverordening.
Aan de verlening van een dergelijke voorziening is de voorwaarde verbonden dat de ouder dan wel één van de ouders van het inwonend kind een cursus gaat volgen om zodoende de computer zelf op een goede wijze te kunnen gebruiken en het kind aldus adequaat te kunnen begeleiden. De bijstand voor de computer (inclusief bijbehorende accessoires en software) is gesteld op maximaal € 600,00 en de bijstand voor de cursus bedraagt maximaal € 100,00.
Overwegingen
5.
In geschil is of verweerder terecht de aanvraag van eiseres om bijzondere bijstand voor de kosten van een computer en de kosten van een cursus Photoshop heeft afgewezen.
6.
Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van beroep (onder meer de uitspraak van 15 september 2009, LJN: BJ8150), dient bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de Wwb eerst beoordeeld te worden of de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voordoen, vervolgens of die kosten in het individuele geval van de alleenstaande of het gezin noodzakelijk zijn en daarna of die kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Tenslotte dient de vraag te worden beantwoord of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, op welk punt verweerder een zekere beoordelingsvrijheid heeft.
7.
De rechtbank constateert dat partijen van mening verschillen over de vraag op welke datum eiseres de aanvraag om verlening van bijzondere bijstand voor de kosten van een computer en de kosten van een cursus Photoshop heeft ingediend.
De rechtbank stelt vast dat verweerder het door eiseres ingediende aanvraagformulier (en eventuele bijlagen) niet bij de rechtbank heeft ingediend, ondanks dat de rechtbank meerdere malen om indiening van dat stuk heeft verzocht.
Gelet op hetgeen is opgenomen in het verslag van de hoorzitting van 8 oktober 2012, stelt de rechtbank vast dat eiseres op 23 juni 2012 de voornoemde aanvraag om verlening van bijzondere bijstand heeft ingediend. De rechtbank slaat daarbij acht op het feit dat verweerders gemachtigde tijdens die zitting heeft aangegeven dat de aanvraag dateert van
23 juni 2012. Tevens hebben partijen tijdens die hoorzitting afgesproken dat verweerder die aanvraag alsnog in behandeling zou nemen. Die behandeling heeft uiteindelijk geresulteerd in het primaire besluit van 5 november 2012.
In het licht hiervan kan de rechtbank de door verweerder in de gedingstukken genoemde aanvraagdata van 9 juli 2012 en 2 augustus 2012, niet plaatsen.
8.
De rechtbank stelt voorts vast dat eiseres beroepsgronden heeft gericht tegen verweerders overwegingen in het bestreden besluit over beide onderdelen van haar aanvraag, te weten de kosten van een computer en de kosten van een cursus Photoshop. De rechtbank zal beide onderdelen hieronder afzonderlijk behandelen.
Kosten van een computer
9.
De rechtbank constateert dat niet in geschil is dat in het onderhavige geval wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 24, aanhef en onder 2. tot en met 4., van de beleidsregels.
10.1.
Met betrekking tot de voorwaarde genoemd in artikel 24, aanhef en onder 1., van de beleidsregels overweegt de rechtbank het volgende.
10.2.
De rechtbank stelt vast dat partijen het er over eens zijn dat het noodzakelijk is dat een computer in de thuissituatie van eiseres aanwezig is, omdat de dochter van eiseres een grafische opleiding volgt.
10.3.
Partijen verschillen van mening over de vraag of ten tijde van de aanvraag in de thuissituatie van eiseres reeds sprake was van een computer als bedoeld in artikel 24 van de beleidsregels. De rechtbank stelt vast dat dus in geschil is of de kosten waarvoor eiseres bijzondere bijstand heeft gevraagd, zich voordoen.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder bij de behandeling van de aanvraag van eiseres en de voorbereiding van het bestreden besluit, onvoldoende zorgvuldig heeft onderzocht of in de thuissituatie van eiseres reeds sprake was van een computer als bedoeld in artikel 24 van de beleidsregels.
De rechtbank stelt vast dat tijdens de hoorzitting van 8 oktober 2012 voor beide partijen duidelijk is geworden dat verweerder op dat moment over onvoldoende feitelijke informatie beschikte om de aanvraag van eiseres inhoudelijk te kunnen behandelen.
Bij brief van 16 oktober 2012 heeft verweerder eiseres verzocht nadere informatie te verschaffen.
De rechtbank overweegt dat verweerders verzoek in de brief van 16 oktober 2012 om ‘een schriftelijke verklaring waarmee u de noodzaak van een computer in uw thuissituatie aantoont (is er al een computer aanwezig?)’, echter onvoldoende duidelijk is. Dit verzoek ziet enerzijds op de hiervoor onder 10.2. genoemde noodzakelijkheid van een computer in de thuissituatie van eiseres en anderzijds op de vraag of feitelijk reeds sprake was van een computer in de thuissituatie van eiseres. Uit het e-mailbericht van 22 oktober 2012 volgt dat eiseres (de bedoeling van) dit verzoek en de voorwaarden in de beleidsregels, onvoldoende heeft begrepen. Het lag dan ook op de weg van verweerder om te reageren op het
e-mailbericht van 16 oktober 2012 en in die reactie aan eiseres informatie te verschaffen over de beleidsregels en aan eiseres te vragen of in haar thuissituatie reeds sprake was van een computer als bedoeld in de beleidsregels. Door contact op te nemen met de leraar – in plaats van nadere informatie bij eiseres in te winnen – heeft verweerder een onevenredig onderzoeksmiddel gebruikt. Dit temeer nu verweerder eiseres en haar dochter niet van te voren heeft ingelicht over zijn voornemen om contact op te nemen met die leraar. Bovendien valt op voorhand niet in te zien dat een leraar méér zou kunnen verklaren dan dat de dochter op school feitelijk beschikte over een computer. Niet valt in te zien hoe een leraar kan verklaren over de juridische status van zo’n computer of over de thuissituatie.
Voorts overweegt de rechtbank dat de computer die de dochter van eiseres in bruikleen had (hetgeen niet onderbouwd is bestreden) niet een computer als bedoeld in de beleidsregels betreft, nu die computer geen eigendom van eiseres of haar dochter was. De rechtbank slaat daarbij acht op het feit dat de beleidsregels zijn gericht op het verlenen van bijstand voor het aanschaffen, en dus de eigendom verkrijgen, van een computer. Computers die de dochter van eiseres op de Campus Winschoten gebruikt, betreffen evenmin computers als bedoeld in de beleidsregels nu die computers geen eigendom van eiseres of haar dochter zijn. Ook bevinden die computers zich niet in de thuissituatie van eiseres.
De rechtbank overweegt dat het op de weg van verweerder lag om na de hoorzitting van
10 december 2012 nader te onderzoeken of in de thuissituatie van eiseres een computer als bedoeld in de beleidsregels aanwezig was.
De feiten dat eiseres een e-mailadres en abonnement bij XS4all heeft en dat zij per
e-mail communiceert, zeggen niets over de aanwezigheid van een computer als bedoeld in de beleidsregels.
10.4.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig is voorbereid, voor zover dat besluit ziet op de bezwaren van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor bijzondere bijstand in de kosten van een computer. Ook ontbeert het bestreden besluit op dit onderdeel een deugdelijke motivering, gelet op hetgeen in het advies van 15 maart 2013 is opgenomen.
Het beroep is op dit onderdeel gegrond. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd wegens strijd met de artikelen 3:2 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank ziet geen mogelijkheid om op dit onderdeel zelf in de zaak te voorzien. De rechtbank acht daarbij van belang dat zij niet over de aanvraag van eiseres beschikt. Tevens dient verweerder nader te onderzoeken of ten tijde van die aanvraag in de thuissituatie van eiseres een computer als bedoeld in de beleidregels aanwezig was. Het advies van 21 januari 2013 biedt de rechtbank onvoldoende grondslag om zelf in de zaak te kunnen voorzien, nu dit advies is gebaseerd op onvolledig feitenonderzoek door verweerder.
De rechtbank zal verweerder opdragen opnieuw een besluit te nemen op dit onderdeel van het bezwaarschrift van eiseres, met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
Kosten van een cursus Photoshop
11.1.
De rechtbank stelt vast dat het advies van 15 maart 2013 geen bespreking bevat van de bezwaren van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van een cursus Photoshop. In dat advies wordt enkel gesproken over de computercursus als omschreven in de beleidsregels, te weten een cursus voor (één van) de ouder(s) van het inwonend kind om de computer zelf op een goede wijze te leren gebruiken en het kind aldus adequaat te kunnen begeleiden. Naar het oordeel van de rechtbank valt een cursus Photoshop hier niet onder.
Het advies van 15 maart 2013 betreft dus geen weerlegging van de bezwaren van eiseres tegen de afwijzing van bijzondere bijstand voor de kosten van een cursus Photoshop.
11.2.
Nu verweerder voor de motivering van het bestreden besluit enkel heeft verwezen naar het advies van 15 maart 2013, is de rechtbank van oordeel dat het bestreden besluit ook op dit onderdeel een deugdelijke motivering ontbeert en dus voor vernietiging in aanmerking komt vanwege strijd met artikel 7:12 van de Awb.
11.3.
Voorts stelt de rechtbank vast dat in het onderhavige geval de kosten voor een cursus Photoshop zich niet hebben voorgedaan. Door eiseres is niet gesteld, en ook anderszins is niet gebleken, dat zij zich voor een cursus Photoshop heeft aangemeld. Het enkele feit dat eiseres algemene informatie over die cursus heeft verzameld, kan niet tot een andere vaststelling leiden. Evenals de commissie in haar advies van 21 januari 2013, concludeert is de rechtbank dat het bezwaarschrift van eiseres op dit onderdeel ongegrond is.
11.4.
Gelet op hetgeen hiervoor onder 11.3. is overwogen, ziet de rechtbank aanleiding zelf in de zaak te voorzien op grond van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Awb. De rechtbank ziet aanleiding de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten, voorzover die gevolgen betreffen de ongegrondverklaring van het bezwaarschrift van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om bijzondere bijstand in de kosten van een cursus Photoshop.
Verzoek om veroordeling in de kosten van het beroep
12.
De rechtbank constateert dat eiseres in de gronden van het beroep van 8 april 2012 heeft verzocht om veroordeling van verweerder in de kosten van het beroep. De rechtbank stelt vast dat eiseres echter niet heeft gespecificeerd welke kosten zij in het kader van de behandeling van het onderhavige beroep heeft gemaakt.
De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding een proceskostenveroordeling uit te spreken.
13.
Aangezien het beroep gegrond wordt verklaard, moet worden bepaald dat het betaalde griffierecht ten bedrage van € 44,00 door verweerder aan eiseres wordt vergoed.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 21 maart 2013;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit, inhoudende ongegrondverklaring van het bezwaarschrift van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van een cursus Photoshop, in stand blijven;
- draagt verweerder op opnieuw een besluit te nemen op het bezwaarschrift van 7 november 2012, voor zover dat bezwaarschrift ziet op afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand voor de aanschaf van een computer;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 44,00 aan eiseres te
vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.S. Venema-Dietvorst, rechter, in aanwezigheid van
mr. R.A. Schaapsmeerders, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2013.
griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

typ: SCHA

Rechtsmiddel