Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 juli 2013 in de zaak tussen
[eiseres], wonende te Winschoten, eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Bij besluit van 29 augustus 2012 heeft verweerder de aanvraag van eiseres buiten behandeling gesteld.
Tijdens die hoorzitting heeft verweerder toegezegd de aanvraag van eiseres alsnog in behandeling te nemen. Eiseres heeft het bezwaarschrift van 12 september 2012 vervolgens ingetrokken.
- schriftelijke prijsopgave van een computer van een computerleverancier;
- aanmeldformulier computercursus ten behoeve van eiseres (het gaat om een cursus
Hiertegen heeft eiseres op 7 november 2012 bezwaar gemaakt.
Standpunten van partijen
Eiseres stelt dat verweerder voorbij gaat aan het feit dat in haar thuissituatie slechts sprake was van een geleende laptop. Verweerder heeft nagelaten tijdens de hoorzitting nadere vragen over de feitelijke situatie te stellen. Eiseres stelt dat in juni 2012 geen sprake was van een computer in haar thuissituatie. Voorts voert eiseres aan dat zij bereid is de door verweerder genoemde computercursus te volgen, hoewel zij deze cursus, gezien haar computerkennis en computerervaring, niet nodig heeft. Eiseres wil wel graag een cursus Photoshop volgen.
Juridisch kader
(gezins-)inkomen niet meer bedraagt dan 115% van de met de gezinssituatie vergelijkbare bijstandsnorm, inclusief verhoging of verlaging op grond van de gemeentelijke Toeslagenverordening; en
Overwegingen
23 juni 2012. Tevens hebben partijen tijdens die hoorzitting afgesproken dat verweerder die aanvraag alsnog in behandeling zou nemen. Die behandeling heeft uiteindelijk geresulteerd in het primaire besluit van 5 november 2012.
In het licht hiervan kan de rechtbank de door verweerder in de gedingstukken genoemde aanvraagdata van 9 juli 2012 en 2 augustus 2012, niet plaatsen.
Bij brief van 16 oktober 2012 heeft verweerder eiseres verzocht nadere informatie te verschaffen.
De rechtbank overweegt dat verweerders verzoek in de brief van 16 oktober 2012 om ‘een schriftelijke verklaring waarmee u de noodzaak van een computer in uw thuissituatie aantoont (is er al een computer aanwezig?)’, echter onvoldoende duidelijk is. Dit verzoek ziet enerzijds op de hiervoor onder 10.2. genoemde noodzakelijkheid van een computer in de thuissituatie van eiseres en anderzijds op de vraag of feitelijk reeds sprake was van een computer in de thuissituatie van eiseres. Uit het e-mailbericht van 22 oktober 2012 volgt dat eiseres (de bedoeling van) dit verzoek en de voorwaarden in de beleidsregels, onvoldoende heeft begrepen. Het lag dan ook op de weg van verweerder om te reageren op het
e-mailbericht van 16 oktober 2012 en in die reactie aan eiseres informatie te verschaffen over de beleidsregels en aan eiseres te vragen of in haar thuissituatie reeds sprake was van een computer als bedoeld in de beleidsregels. Door contact op te nemen met de leraar – in plaats van nadere informatie bij eiseres in te winnen – heeft verweerder een onevenredig onderzoeksmiddel gebruikt. Dit temeer nu verweerder eiseres en haar dochter niet van te voren heeft ingelicht over zijn voornemen om contact op te nemen met die leraar. Bovendien valt op voorhand niet in te zien dat een leraar méér zou kunnen verklaren dan dat de dochter op school feitelijk beschikte over een computer. Niet valt in te zien hoe een leraar kan verklaren over de juridische status van zo’n computer of over de thuissituatie.
10 december 2012 nader te onderzoeken of in de thuissituatie van eiseres een computer als bedoeld in de beleidsregels aanwezig was.
Beslissing
mr. R.A. Schaapsmeerders, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2013.