Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Vordering officier van justitie
- veroordeling voor het onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde;
- oplegging van jeugddetentie voor de tijd van 2 jaren;
- hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot een bedrag van € 5.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 2] met betrekking tot het overige deel van de vordering;
- niet-ontvankelijkverklaring van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1];
- hoofdelijke oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor een bedrag van € 12.420,--, ten aanzien van [slachtoffer 1], te vermeerderen met de wettelijke rente;
- opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.
Beoordeling van het bewijs
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafmotivering
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie, de psychologische rapportage en het advies van de Raad voor de Kinderbescherming;
- de vordering van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman.
Benadeelde partijen
[slachtoffer 1]is door de voegingsadviseur een vordering ingediend. Uit deze vordering blijkt niet wat voor schadevergoeding de benadeelde partij wenst, aangezien daartoe geen bedragen zijn ingevuld. Tevens is de vordering niet ondertekend door de benadeelde partij.
Toepassing van wetsartikelen
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:
[slachtoffer 2], domicilie kiezende te [adres], toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 3.000,--
[slachtoffer 1]niet ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.