Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[naam 1],
LEGER DES HEILS JEUGDZORG & RECLASSERING GRONINGEN
PROCESVERLOOP
RECHTSOVERWEGINGEN
- de ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over de minderjarigen [minderjarige 1], [minderjarige 2], [minderjarige 3] en [minderjarige 4]
- voornoemde minderjarigen zijn bij beschikking d.d. 2 mei 2012 ondertoezicht gesteld voor de duur van een jaar, met ingang van 6 mei 2012 tot 6 mei 2013,
- de ondertoezichtstelling wordt uitgevoerd door het LJ&R,
- bij beschikking d.d. 25 oktober 2012 heeft het Gerechtshof Leeuwarden een omgangsregeling vastgesteld tussen de moeder en voornoemde minderjarigen, in die zin dat:
- bij vonnis in kort geding d.d. 18 januari 2013 is de vader veroordeeld tot naleving van de door het Gerechtshof Leeuwarden vastgestelde omgangsregeling onder de verbeuring van een dwangsom indien hij in gebreke blijft aan deze verplichting te voldoen,
- Het LJ&R heeft de moeder een brief gestuurd d.d. 22 februari 2013 met als onderwerp en bijlage een ‘plan omtrent de omgangsregeling’. Dit plan houdt kort gezegd in dat:
JPF2007,71). Daarnaast is de handelswijze van de gezinsvoogden zeer onzorgvuldig, hetgeen blijkt uit de schriftelijke vastlegging van de inhoud van de gesprekken met de vrouw die zijn gevoerd in de zogenaamde ‘blauwtjes’(d.d. 7 november 2012, 22 november 2012, 13 december 2012 en 24 januari 2013). Zowel na de beschikking van het gerechtshof Leeuwarden als het vonnis in kort geding is het LJ&R van start gegaan met de uitvoering van de rechterlijke uitspraken, waardoor de vrouw het vertrouwen had dat de gezinsvoogden conform deze uitspraken zou handelen. Thans stelt het LJ&R, in strijd met deze eerdere schriftelijke toezeggingen, enkele een contactregeling te willen nastreven waarmee de man akkoord kan gaan. Daarom heeft het LJ&R de man verzocht het plan op te stellen, dat bij de schriftelijke aanwijzing aan de vrouw werd toegezonden. Het is een plan waarmee de man tracht het contact tussen de vrouw en de vier kinderen tot een minimum te beperken, hetgeen in strijd is met de beslissing die het gerechtshof weloverwogen heeft genomen.
Groene Serie Personen- en Familierecht. Een beslissing van een gezinsvoogdij-instelling, waarin de ouder wordt verzocht af te wijken van bestaande regeling, houdt een schriftelijke aanwijzing in. De vorm is daarbij niet relevant. Het artikel is in het leven geroepen om een ouder een rechtsmiddel te geven indien door een gezinsvoogd een beslissing wordt genomen die inbreekt op het ouderlijk gezag. Daarnaast mag de gezinsvoogdij-instelling niet afwijken van een rechtelijke uitspraak. Tevens wordt verwezen naar de beschikking van de Rechtbank Roermond 28 november 2007,
LJNBB9552.
Kamerstukken II1992/93, 23000, nr 3, p. 35 (MvT)).
RFR2013,8). Aan een verdere (inhoudelijke) beoordeling komt de kinderrechter dan ook niet toe.