ECLI:NL:RBNNE:2013:2800

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 maart 2013
Publicatiedatum
23 juni 2013
Zaaknummer
S 880128-12 PROM
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het verkopen en afleveren van speed

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 maart 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich gedurende een periode van bijna drie maanden schuldig heeft gemaakt aan het vervoeren, verkopen, afleveren en verstrekken van speed. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk verkopen en afleveren van amfetamine in de gemeente Smallingerland, met specifieke feiten die zich hebben voorgedaan tussen 1 januari 2012 en 23 maart 2012. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, onder bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft gelet op de verklaringen van de verdachte en getuigen, alsook op het proces-verbaal van de politie. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat hij speed heeft verkocht aan verschillende personen en dat hij dit deed om zijn eigen drugsgebruik te kunnen financieren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten en dat hij zich niet heeft gehouden aan voorwaarden die hem eerder zijn opgelegd. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact van drugshandel op de volksgezondheid in overweging genomen. De verdachte heeft in voorlopige hechtenis gezeten en heeft een reclasseringsadvies gekregen, waarin werd geadviseerd om een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De rechtbank heeft besloten om de gevangenisstraf op te leggen met bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling voor middelengebruik. De inbeslaggenomen gripzakjes speed zijn onttrokken aan het verkeer, aangezien deze in strijd met de wet zijn verkregen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen zijn.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/880128-12
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 28 maart 2013 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in [naam PI].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 14 maart 2013.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H.C.L. Crozier, advocaat te Sneek.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
verdachte op verschillende tijdstippen, althans enig tijdstip in of omstreeks de periode van van 1 januari 2012 tot 23 maart 2012, te Drachten, (althans) in de gemeente Smallingerland, (meermalen) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid of hoeveelheden van een materiaal (telkens) bevattende amfetamine (speed), zijnde amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
verdachte op of omstreeks 22 maart 2012, te Rottevalle, (althans) in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 7,13 gram, in elk geval een hoeveelheid of hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine (speed), zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
  • veroordeling voor het onder 1. en 2. ten laste gelegde;
  • oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, zulks onder aftrek van het voorarrest;
  • oplegging van de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht met een meldingsgebod en behandelverplichting.

Beoordeling van het bewijs

Ten aanzien van feit 1.
De rechtbank past de hierna te noemen bewijsmiddelen [1] toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder weergegeven.
1.
De verklaring van verdachte [2] , inhoudende:
met betrekking tot feit 1:
Ik heb in de periode 1 januari 2012 tot 22 maart 2012 in Drachten [naam 1] wel eens een zakje speed gegeven. Soms legde hij dan geld op tafel, dat geld nam ik aan. Ik kocht mijn speed in Leeuwarden. Ik heb gedurende een half jaar ongeveer zeven of acht keer speed aan [naam 2] verkocht. Over en weer gaven we elkaar ook wel speed. Ook heb ik wel speed van [naam 2] gekocht.
2.
De verklaring van [naam 1] [3] , inhoudende:
Ongeveer 2 maanden geleden heb ik voor het eerst speed bij [verdachte] gekocht. Ik heb vanaf 1/1/2012 ongeveer 3 à 4 keer speed bij [verdachte] gekocht. Hij bracht de speed bij mij thuis en was dan altijd alleen. Ik woon in [plaatsnaam 1]. Ik heb elke keer 1 gram speed gekocht en betaalde 10 euro voor deze speed. Als ik deze speed gebruikte voelde ik me een stuk lekkerder. Ik hielp hem ook wel als hij problemen met zijn computer had. [verdachte] heeft me dan wel eens speed aangeboden voor mijn diensten. Ik heb wel eens een lijntje speed van hem gebruikt bij hem thuis.
3.
De verklaring van [naam 2] [4] , inhoudende:
Ik gebruik pep (speed). Ik gebruik 1 x in de week een grammetje. Ik koop deze pep van [verdachte]. Ik kocht van [verdachte] iedere keer een gram. Ik betaalde hier 10 euro per gram voor. Ik heb ongeveer 7 a 8 keer een gram gekocht in dit half jaar dat ik hem ken.
4.
De verklaring van verdachte [5] , inhoudende:
Ik zeg u dat ik aan 4 jongens in [plaatsnaam 2] wel verkoop. Ik doe dit om mijn eigen drugsgebruik te kunnen betalen. Dit is 2 à 3 keer voorgekomen. Ik krijg dan 10 euro betaald per gram speed.
5.
De verklaring van verdachte [6] , inhoudende:
Ik heb wel meerdere malen 10 gram in een keer gehaald. Ik doe dit wel eens, maar dan haal ik meestal voor mij en nog een vriend van mij.
Ik heb in mijn eerdere verklaringen wel gezegd dat ik wel eens aan directe vrienden verkoop. Daar blijft het dan ook bij en dat is ook nog bij gelegenheid. Bijvoorbeeld als ze langs komen en dan vragen ze of ik nog een lijntje van een gram heb. Als ik dit dan heb dan deel ik dit met ze en daar betalen ze mij dan voor.
Ten aanzien van feit 2.
De rechtbank past met betrekking tot het onder 2. ten laste gelegde feit de volgende bewijsmiddelen toe, met inachtneming van het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering:
1.
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 maart 2013;
2.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. 2012030689-2, d.d. 23 maart 2012, inhoudende de verklaring van [verbalisant 1] en [verbalisant 2];
3.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. 2012030689-42, d.d. 16 april 2012, inhoudende de verklaring van [verbalisant 3] en [verbalisant 4];
4.
het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. 2012030689-12, d.d. 23 maart 2012, inhoudende de verklaring van [verbalisant 5].

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
verdachte op verschillende tijdstippen in de periode van 1 januari 2012 tot 23 maart 2012, in de gemeente Smallingerland meermalen opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal telkens bevattende amfetamine (speed), zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
verdachte op 22 maart 2012, te Rottevalle, in de gemeente Smallingerland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 7,13 gram van een materiaal bevattende amfetamine (speed), zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1.
ten aanzien van het verkopen en afleveren
De voortgezette handeling van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en
ten aanzien van het verstrekken en vervoeren:
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
2.
ten aanzien van één gripzakje speed
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod
en
ten aanzien van zeven gripzakjes speed
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
  • de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
  • de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
  • de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie en het reclasseringsadvies;
  • het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht;
  • de vordering van de officier van justitie;
  • het pleidooi van de raadsman.
Verdachte heeft een hoeveelheid drugs in bezit gehad en heeft zich gedurende een periode van bijna drie maanden, schuldig gemaakt aan het vervoeren, verkopen, afleveren en verstrekken van speed.
De rechtbank overweegt dat de handel in verdovende middelen bij wet strafbaar is gesteld om de volksgezondheid te beschermen. Het is een feit van algemene bekendheid dat drugs ernstige schade berokkenen aan de gebruikers daarvan en kunnen leiden tot ernstige verslavingsproblematiek. Bovendien gaan drugshandel en het gebruik van drugs vaak gepaard met andere vormen van (gewelds- en vermogens-) criminaliteit.
De rechtbank neemt in aanmerking dat geen sprake is van handel op grote schaal. Verdachte kocht en vervoerde hoeveelheden van 10 gram, hoofdzakelijk voor eigen gebruik, maar verkocht en verstrekte daarvan ook speed per gram aan een aantal kennissen.
Blijkens het de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie is verdachte meermalen veroordeeld, onder meer voor soortgelijke strafbare feiten. Ten tijde van de bewezenverklaarde feiten was sprake van een proeftijd. Dit heeft verdachte kennelijk niet weerhouden van het opnieuw plegen van strafbare feiten.
Verdachte heeft terzake van de bewezenverklaarde feiten in voorlopige hechtenis gezeten. Op 6 april 2012 is de voorlopige hechtenis geschorst onder voorwaarden.
In het rapport van de reclassering van 21 november 2012 wordt geconcludeerd dat verdachte na de schorsing van de voorlopige hechtenis zijn best heeft gedaan om het afgesproken hulpverleningstraject te volgen, maar dat hij het desondanks moeilijk lijkt te vinden om de continuïteit te waarborgen. Bijna bij alle hulpverleners vergeet verdachte wel eens afspraken. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog gemiddeld. De reclassering adviseert een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met een meldingsgebod en behandelverplichting als bijzondere voorwaarden.
De schorsing van de voorlopige hechtenis is wegens overtreding van de daaraan verbonden voorwaarden opgeheven op 28 januari 2013.
De rechtbank constateert dat verdachte de kansen die hem tot nu toe geboden zijn niet heeft gegrepen. Integendeel, verdachte heeft zich tot nu toe weinig gelegen laten liggen aan voorwaarden die hem in het kader van proeftijd en schorsing van voorlopige hechtenis zijn opgelegd. Ter terechtzitting heeft verdachte gevraagd hem nog een kans te geven en verklaard nu wel bereid te zijn zich aan voorwaarden te houden. Verdachte heeft echter niet duidelijk kunnen maken waarom de rechtbank dat nu van hem zou moeten aannemen. Volgens de raadsman van de verdachte is er sprake van voortschrijdend inzicht.
Bij de straftoemeting neemt de rechtbank als uitgangspunt de oriëntatiepunten van het LOVS. Voor het verkopen/afleveren/verstrekken van gebruikershoeveelheden harddrugs gedurende meer dan een maand, doch minder dan drie maanden, met enige regelmaat, geldt als oriëntatiepunt zes maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank ziet gelet op het voorgaande weinig aanleiding daar in het onderhavige geval vanaf te wijken. Omdat de rechtbank reclasseringstoezicht van belang acht en het noodzakelijk vindt dat verdachte een behandeling ondergaat gericht op het tegengaan van middelengebruik, zal de rechtbank echter een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen, met bijzondere voorwaarden als gevorderd door de officier van justitie.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, passend en geboden.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht de inbeslaggenomen gripzakjes speed vatbaar voor onttrekking aan het verkeer nu met betrekking tot deze het onder 1. ten laste gelegde feit is begaan en zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan door verdachte in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36b, 36c, 47, 56, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 13a van de Opiumwet, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:

Verklaart het onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot twee maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden:
1.
dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2.
dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3.
dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1.
dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd bij Verslavingszorg Noord Nederland zal melden, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
2.
dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van de polikliniek forensische psychiatrie en/of de ambulante hulpverlening van VNN op de tijden en plaatsen aan te geven door voornoemde instelling, teneinde zich te laten behandelen voor zijn middelengebruik.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen acht gripzakjes speed.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter, mr. P.F.E. Geerlings en mr. M.B. de Wit, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 maart 2013.
w.g.
Lootsma-Oude Nijeweme
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Geerlings
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
De Wit
locatie Leeuwarden,
Postma-Westerhof

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/880128-12
proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer in bovengenoemde rechtbank op 14 maart 2013
Tegenwoordig:
mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter,
mr. P.F.E. Geerlings en mr. M.B. de Wit, rechters,
mr. S.E. Eijzenga, officier van justitie en
D.P. Postma-Westerhof, griffier.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De voorzitter belast de jongste rechter met de leiding van het onderzoek.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de jongste rechter te zijn genaamd:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in [naam PI].
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. H.C.L. Crozier, advocaat te Sneek.
………..
De jongste rechter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van 28 maart 2013 te 13:30 uur in het Paleis van Justitie te Leeuwarden.
Verdachte doet afstand van zijn recht bij de uitspraak van het vonnis aanwezig te zijn.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Voetnoten

1.De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met OPS-dossiernummer 2012030689, gesloten op 22 april 2012.
2.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 14 maart 2013.
3.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 1], d.d. 31 maart 2012, pagina 42.
4.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2], d.d. 5 april 2012, pagina 46.
5.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 23 maart 2012, pagina 63.
6.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 25 maart 2012, pagina 68.