In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 12 maart 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan een reeks diefstallen en heling van fietsen in Leeuwarden. De verdachte, die niet ter terechtzitting verscheen, werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. T.W. Delhaye, die aangaf niet gemachtigd te zijn om namens de verdachte het woord te voeren. De rechtbank verleende verstek tegen de verdachte en vervolgde de behandeling van de zaak. De tenlastelegging omvatte meerdere diefstallen van fietsen, waarbij de verdachte op verschillende data in juli 2012 handelde met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. De rechtbank heeft de feiten beoordeeld aan de hand van proces-verbaal en getuigenverklaringen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de diefstal van een damesfiets van het merk Batavus, een damesfiets van het merk Gazelle, en andere fietsen, en dat hij ook opzetheling had gepleegd. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van vier maanden op, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast werden schadevergoedingsmaatregelen opgelegd aan de benadeelde partijen, waaronder [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3]. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van de benadeelde partijen gedeeltelijk gegrond waren en wees deze toe. De rechtbank verklaarde de oproeping in een eerdere vordering nietig, omdat de verdachte niet was verschenen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en de rechters de zaak hebben behandeld en de uitspraak hebben gedaan.