4.dat veroordeelde gedurende de proeftijd zal deelnemen aan de navolgende gedrags-interventies, te weten:
* Cognitieve vaardigheidstraining (CoVa),
* Leefstijltraining,
* Module huisvesting en wonen en
* Module budgetteren,
waarbij veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze gedragsinterventies door of namens zijn behandelaars aan veroordeelde zullen worden gegeven.
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3], wonende te [plaatsnaam 1], toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 271,98 (zegge: tweehonderdeenenzeventig euro en achten- negentig eurocent), in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [slachtoffer 3], te betalen een som geld ten bedrage van € 271,98 (zegge: tweehonderdeenenzeventig euro en achtennegentig eurocent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 5 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 3], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en vice versa, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6], [plaatsnaam 2], toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 2.643,60 (zegge: tweeduizendzeshonderddrieenveertig euro en zestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 november 2011.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van [slachtoffer 6], te betalen een som geld ten bedrage van € 2.643,60 (zegge: tweeduizendzeshonderddrieenveertig euro en zestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 november 2011, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 36 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 6], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en vice versa, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij [leasebedrijf] niet ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Brinksma, voorzitter, mr. T.A. Wiersma en mr. Y. Huizing, rechters, bijgestaan door A. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 maart 2013.
Mr. Wiersma is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
w.g.
Brinksma
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Huizing
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Van Dijk
locatie Leeuwarden,