In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 maart 2013 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere geweldsmisdrijven, waaronder poging tot doodslag, zware mishandeling en openlijke geweldpleging. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de poging tot doodslag en zware mishandeling, omdat het bewijs hiervoor niet wettig en overtuigend kon worden bewezen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van getuigen onvoldoende steun boden voor de beschuldigingen en dat de verdachte niet overtuigend kon worden gelinkt aan de geweldsdelicten die hem ten laste waren gelegd.
De rechtbank heeft echter wel vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht. Dit gebeurde op 8 oktober 2010 in Harlingen, waar de verdachte de woorden "ik schiet je net zo gemakkelijk door je hoofd" heeft geuit tegen het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte hiervoor veroordeeld tot een geldboete van 250 euro, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling.
Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, toegewezen voor een bedrag van 300 euro, dat de verdachte aan het slachtoffer moet betalen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de vordering van de benadeelde partij met betrekking tot de andere zaak niet ontvankelijk is, aangezien de verdachte daarvan werd vrijgesproken. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en de rechters de zaak zorgvuldig hebben beoordeeld op basis van de beschikbare bewijsstukken en verklaringen.