In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 januari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot doodslag, zware mishandeling, en bedreiging van zijn echtgenote. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de poging tot doodslag en zware mishandeling, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan mishandeling. De feiten vonden plaats op 30 november 2011 in Burgum, waar de verdachte zijn echtgenote bij de keel heeft gepakt en haar mond heeft bedekt, waardoor zij pijn heeft ondervonden. De rechtbank heeft geconstateerd dat er onvoldoende bewijs was voor de zwaardere aanklachten, maar dat de mishandeling wel wettig en overtuigend bewezen was. De verdachte is ter terechtzitting verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, mr. H. de Jong. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd voor de zwaardere aanklachten, maar veroordeling voor de mishandeling, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en ambulante behandeling. De rechtbank heeft de eis van de officier van justitie gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft daarbij bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling bij de GGZ Friesland. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter de jongste rechter belastte met de leiding van het onderzoek. De rechtbank heeft de verdachte ook opgedragen zich binnen 14 dagen te melden bij de reclassering en de behandeling bij de GGZ af te ronden.