ECLI:NL:RBNNE:2013:1777

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 februari 2013
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
S 885505-12 PROM
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van feitelijke aanranding van de eerbaarheid en ontucht met een kind

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 15 februari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van feitelijke aanranding van de eerbaarheid en ontucht met een kind. De tenlastelegging omvatte onder andere het vastpakken en betasten van de borsten van het slachtoffer, dat op het moment van de feiten nog geen zestien jaar oud was. De feiten zouden zich hebben afgespeeld tussen 26 en 29 maart 2012 in Burgum, in de gemeente Tytsjerksteradiel. De officier van justitie heeft ter terechtzitting vrijspraak gevorderd van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde.

De rechtbank heeft het bewijs beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte het slachtoffer weliswaar heeft aangeraakt, maar dat er geen overtuiging was dat dit met een seksuele intentie is gebeurd. De verdachte heeft verklaard dat hij het slachtoffer om haar middel heeft vastgehouden en daarbij mogelijk haar borsten heeft aangeraakt, maar dit gebeurde volgens hem zonder seksuele intentie. De rechtbank heeft deze verklaring in overweging genomen en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was voor de seksuele intentie die vereist is voor een veroordeling op basis van de tenlastelegging.

Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken tijdens de zitting op 15 februari 2013.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/885505-12
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 15 februari 2013 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 1 februari 2013.
De verdachte is verschenen.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij in de periode van 26 maart 2012 tot en met 29 maart 2012 te Burgum, (althans) in de gemeente Tytsjerksteradiel, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft
gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige
handeling(en), bestaande uit het vastpakken/betasten van de/een (met kleding
bedekte) borst(en) van die [slachtoffer] en bestaande dat geweld of die andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere
feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [slachtoffer] stevig met verdachtes arm(en) (van achteren) om het
lichaam heeft vastgepakt en/of (vervolgens) vastgehouden en/of
(vervolgens)
- die [slachtoffer] in de/het (aldaar aanwezige) zogenoemde bosjes en/of
struikgewas heeft geduwd en/of gegooid en/of getrokken en/of tegen de
grond heeft gewerkt en/of (vervolgens)
- op het lichaam van die [slachtoffer] is gaan liggen en/of blijven liggen
en/of die [slachtoffer] daarbij stevig heeft vastgehouden;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en
strafoplegging aan verdachte
hij in de periode van 26 maart 2012 tot en met 29 maart 2012 te Burgum, (althans) in de gemeente Tytsjerksteradiel, met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2]), die toen
de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer
ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het vastpakken/betasten
van de/een (met kleding bedekte) borst(en) van die [slachtoffer].
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste gelegde gevorderd.

Beoordeling van het bewijs

Onder ontuchtige handelingen dienen te worden verstaan handelingen van seksuele aard in strijd met de in onze samenleving heersende sociaal-ethische opvattingen. Daarbij is naar het oordeel van de rechtbank de bedoeling van de dader doorslaggevend. Uit de stukken en hetgeen ter zitting is besproken is komen vast te staan dat verdachte het slachtoffer heeft aangeraakt. Verdachte heeft verklaard dat hij aangeefster om haar middel heeft vastgehouden en daarbij mogelijk haar borsten heeft aangeraakt. Dit is echter niet met een seksuele intentie gebeurd, aldus verdachte. De rechtbank heeft niet de overtuiging dat verdachte, zo hij al de borsten of een borst van aangeefster zou hebben aangeraakt, daarbij een seksuele intentie heeft gehad. Verdachte dient daarom van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde te worden vrijgesproken.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter, mr. M.A.M. Wolters en mr. N.A. Vlietstra, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 februari 2013.
w.g.
Lootsma-Oude Nijeweme
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Wolters
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
Vlietstra
locatie Leeuwarden,
Postma-Westerhof

RECHTBANK NOORD NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/885505-12
proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer in bovengenoemde rechtbank op 1 februari 2013
Tegenwoordig:
mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter,
mr. M.A.M. Wolters en mr. N.A. Vlietstra, rechters,
mr. H.J. Mous, officier van justitie en
D.P. Postma-Westerhof, griffier.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de voorzitter te zijn genaamd:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
……….
De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van 15 februari 2013 te 13:30 uur.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.