Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Vordering officier van justitie
- veroordeling voor het onder 1., 2., 3. en 4. ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van zeven maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- oplegging van de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht met oplegging van een meldingsgebod, een behandelverplichting en een opname in een zorginstelling;
- tenuitvoerlegging van de op 11 juli 2011 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één week;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Beoordeling van het bewijs
Ten aanzien van feit 2.
.Toen ik die jongens en de politie achter de woningen in mijn straat zag ben ik mijn woning uit gelopen. Omstreeks 14.15 uur zag ik dat mijn schutting was vernield. Ik zag namelijk dat er ca. zes planken van de schutting waren afgebroken. Deze schutting is mijn eigendom. Het kan niet anders dan dat de schade is ontstaan door de achtervolging achter de woningen in mijn straat. Ik heb de vernieling niet daadwerkelijk zelf gezien. Wel heb ik mensen over de schutting zien hangen.
Ten aanzien van feit 3.
Ten aanzien van feit 4.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie en het reclasseringsadvies;
- de vordering van de officier van justitie;