ECLI:NL:RBNNE:2013:1437

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 februari 2013
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
S 880236-12 PROM
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal in vereniging met geweld en bedreiging met geweld

Op 4 februari 2013 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van diefstal in vereniging met geweld en bedreiging met geweld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 23 juni 2012 in Heerenveen samen met een ander een prostituee heeft overvallen en daarbij 385 euro heeft gestolen. De overval werd gekenmerkt door geweld, waarbij de verdachte het slachtoffer bij de hals greep en met een mes bedreigde. De rechtbank heeft gelet op de verklaringen van het slachtoffer en getuigen, alsook op camerabeelden die de verdachte in de nabijheid van de overval tonen. Ondanks de ontkenning van de verdachte, die beweerde betrokken te zijn geweest bij een drugsdeal, heeft de rechtbank voldoende bewijs gevonden om de verdachte schuldig te verklaren. De verdachte had eerder al een veroordeling voor een soortgelijk misdrijf, wat de strafmaat beïnvloedde. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht. Daarnaast is de tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke veroordelingen gelast, omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd schuldig had gemaakt aan een nieuw feit. De uitspraak benadrukt de ernst van het gepleegde misdrijf en de impact op het slachtoffer, die door de bedreigingen overwoog Nederland te verlaten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 17/880236-12
vorderingen na voorwaardelijke veroordeling parketnummers 17/682050-10 en 17/880096-12
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 4 februari 2013 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in [naam P.I.].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 21 januari 2013.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W. Boonstra, advocaat te Leeuwarden.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 23 juni 2012, te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 385 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en):
  • het binnengaan van de (werk)kamer van die [slachtoffer] en/of
  • het (vervolgens) dichttrekken van de gordijnen in die kamer van die [slachtoffer] en/of
  • het opzettelijk dreigend die [slachtoffer] bij de hals vastpakken en/of
  • het opzettelijk dreigend die [slachtoffer] de woorden toevoegen - zakelijk weergegeven - "Geef al je geld, anders maken we je dood" en/of "If you call the police, I am gone kill you" en/of
  • het opzettelijk dreigend een mes tegen de buik, in ieder geval het lichaam van die [slachtoffer] duwen/zetten/ houden, in ieder geval een mes op korte afstand van en zichtbaar voor die [slachtoffer] aanwezig hebben en/of
  • het openen van een la en/of het (vervolgens) uit die la halen van de portemonnaie van die [slachtoffer] en/of (vervolgens) het uit die portemonnaie halen van bovenvermelde hoeveelheid geld,
zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen 5 jaren zijn
verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens
een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
(Art. 312 lid 2 sub 2 jo. art. 43a en/of art. 43b Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en
strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 23 juni 2012, te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van 385 euro, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en):
  • het binnengaan van de (werk)kamer van die [slachtoffer] en/of
  • het (vervolgens) dichttrekken van de gordijnen in die kamer van die [slachtoffer] en/of
  • het opzettelijk dreigend die [slachtoffer] bij de hals vastpakken en/of
  • het opzettelijk dreigend die [slachtoffer] de woorden toevoegen - zakelijk weergegeven - "Geef al je geld, anders maken we je dood" en/of "If you call the police, I am gone kill you" en/of
  • het opzettelijk dreigend een mes tegen de buik, in ieder geval het lichaam van die [slachtoffer] duwen/zetten/ houden, in ieder geval een mes op korte afstand van en zichtbaar voor die [slachtoffer] aanwezig hebben en/of
  • het door die [slachtoffer] laten openen van een la en/of het (vervolgens) uit die la laten halen van de portemonnaie van die [slachtoffer] en/of (vervolgens) het uit die portemonnaie laten halen van bovenvermelde hoeveelheid geld,
zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen 5 jaren zijn
verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens
een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
(Art. 317 lid 1 en lid 3 jo. art, 47 Wetboek van Strafrecht en/of jo. art. 43a
en/of art. 43b Wetboek van Strafrecht)
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
  • veroordeling voor het primair ten laste gelegde;
  • oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren;
  • oplegging van de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht;
  • tenuitvoerlegging van de op 22 februari 2011 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand (parketnummer 17/682050-10);
  • tenuitvoerlegging van de op 22 mei 2012 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes weken (parketnummer 17/88096-12).

Beoordeling van het bewijs

Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zich op 23 juni 2012 samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan een roofoverval op een prostituee in [naam club] te Heerenveen.
Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend dat hij betrokken is geweest bij het hem ten laste gelegde feit. Hij heeft verklaard dat hij in Heerenveen was op de bewuste avond tussen 23.00 en 24.00 uur in verband met een drugsdeal en dat hij daarmee een grote som geld had verdiend. Hij heeft verklaard dat hij al gedurende enkele maanden voorafgaand aan die avond cocaïne verkocht. Verdachte heeft voorts aangegeven dat op de camerabeelden van de overval en van kort na de overval is te zien dat de overvallers andere kleding droegen dan hij die avond aan had en dat hij dus niet één van de overvallers geweest kan zijn.
De rechtbank stelt, op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen [1] die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten, het volgende vast.
Op 23 juni 2012 omstreeks 23.30 uur wordt aangeefster, [slachtoffer], in haar (werk)kamer in [naam club] in de [straatnaam] te Heerenveen door twee mannen overvallen. Zij heeft aangegeven dat twee personen haar kamer zijn binnengegaan en dat één van de personen de gordijnen heeft gesloten. Een van de personen heeft haar bij de hals gepakt, heeft haar verbaal bedreigd en een mes lichtjes in haar buik geduwd. [2] De door aangeefster beschreven personen hebben een bedrag van 385 euro, dat was opgeborgen in een portemonnee in een lade, van haar afgenomen. [3]
Aangeefster heeft verdachte als één van de overvallers op de later door haar bekeken camerabeelden herkend en hem aangewezen als de man die het mes in zijn handen had, haar verbaal bedreigde en haar bij de keel greep. [4] Ook de ex-vriend van aangeefster heeft verdachte op de camerabeelden herkend. [5]
Enkele minuten na het tijdstip van de overval is verdachte zichtbaar op camerabeelden die zijn opgenomen op een locatie op loopafstand van [naam club] en in de nabijheid van het treinstation van Heerenveen. [6] Hij draagt op dat moment, zoals ook is te zien op latere beelden van de [coffeeshop] te Wolvega, geheel rode kleding. Op het perron is verdachte [getuige 1] tegengekomen [7] aan wie hij een grote som geld heeft getoond. Aanvankelijk heeft verdachte aan [getuige 1] verteld dat hij iets had verkocht. Later in de trein heeft verdachte aan [getuige 1] verteld dat hij een overval had gepleegd in de hoerenbuurt van Heerenveen. [8] Vervolgens is verdachte [getuige 2] tegengekomen, aan wie hij een pakketje geld heeft laten zien en aan wie hij heeft verteld dat hij de hoeren heeft beroofd. [9]
Op 25 juni 2012, kort voor zijn aanhouding, heeft verdachte aan [getuige 3] verteld dat hij de overval had gepleegd en iemand nodig had die hem een alibi kon geven. [10]
De rechtbank acht gelet op voorgaande bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte is geweest die zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan de hem ten laste gelegde diefstal. Dat de overvallers op de beelden andere kleding dragen dan verdachte enkele minuten na de overval aan heeft, kan daaraan niet afdoen. Verdachte kan zich na de overval immers heel wel hebben omgekleed. Daarbij wijst de rechtbank er op dat op camerabeelden van kort na de overval een persoon is te zien die past in het signalement van één van de overvallers, die in versnelde pas loopt en kleding(stukken) over zijn arm draagt.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij op de avond van de overal betrokken is geweest bij een drugsdeal en hiermee een som geld heeft verdiend ongeloofwaardig. Ter terechtzitting heeft verdachte zijn verklaring niet nader onderbouwd en evenmin aangegeven aan wie en waar hij drugs heeft verkocht op de bewuste avond. Daarbij komt dat verdachte pas ter terechtzitting met deze uitleg over zijn aanwezigheid in Heerenveen is gekomen, nadat hij bij de politie twee keer een andere verklaring heeft afgelegd omtrent zijn aanwezigheid in Heerenveen rond het tijdstip van de overval. Bovendien zijn vele bekenden van verdachte als getuige gehoord en geen van hen heeft aangegeven verdachte te kennen als drugsdealer.
Verdachte heeft het feit gepleegd terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk feit, immers is verdachte op 22 mei 2012 veroordeeld voor diefstal. [11]

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het primair ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
hij op 23 juni 2012 te Heerenveen, in de gemeente Heerenveen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 385 euro toebehorende aan [slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en):
  • het binnengaan van de (werk)kamer van die [slachtoffer] en
  • het (vervolgens) dichttrekken van de gordijnen in die kamer van die [slachtoffer] en
  • het opzettelijk dreigend die [slachtoffer] bij de hals vastpakken en
  • het opzettelijk dreigend die [slachtoffer] de woorden toevoegen - zakelijk weergegeven - "Geef al je geld, anders maken we je dood" en "If you call the police, I am gone kill you" en
  • het opzettelijk dreigend een mes tegen de buik van die [slachtoffer] duwen en
  • het openen van een la en het (vervolgens) uit die la halen van de portemonnaie van die [slachtoffer] en (vervolgens) het uit die portemonnaie halen van bovenvermelde hoeveelheid geld,
zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen 5 jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
diefstal gepleegd door twee of meer verenigde personen voorafgegaan of vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafmotivering

De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
  • de aard en de ernst van het gepleegde feit;
  • de omstandigheden waaronder dit is begaan;
  • de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie;
en het reclasseringsadvies;
  • de vordering van de officier van justitie;
  • het pleidooi van de raadsman.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een overval op een prostituee in haar werkkamer en heeft haar van haar geld beroofd. Tijdens de overval is het slachtoffer bij de keel gepakt en is zij verbaal en met een mes bedreigd. Dit feit heeft grote indruk op het slachtoffer gemaakt en zij heeft aangegeven uit angst voor de bedreigingen te overwegen Nederland een poosje te verlaten. Verdachte heeft het feit steeds ontkend en heeft dus alle verantwoordelijkheid voor het gebeuren afgewezen.
Uitgangspunt voor een op te leggen straf vormen de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Het oriëntatiepunt voor een overval op een winkel, enigszins met deze situatie te vergelijken, is een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij, ondanks zijn jeugdige leeftijd, al meerdere keren in aanraking is gekomen met justitie. Hij is aangemerkt als veelpleger en meermalen tot detentie veroordeeld, onder meer ter zake van vermogensdelicten.
De reclassering heeft over verdachte gerapporteerd dat bij hem sprake is van beperkte verstandelijke vermogens en gedragsproblematiek. Verdachte beschikt over weinig sociale vaardigheden, kan zich op brutale en dwingende wijze opstellen en beschikt over weinig probleeminzicht. Hoewel nader psychologisch onderzoek gewenst is, weigert verdachte hieraan mee te werken. Dit betekent dat de rechtbank er vanuit moet gaan dat verdachte volledige verantwoordelijkheid voor zijn gedrag draagt. In het verleden is veel hulp en begeleiding ingezet, maar verdachte lijkt dit onvoldoende op te pakken. Desondanks acht de reclassering begeleiding en hulpverlening onontbeerlijk.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat de deels voorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie is gevorderd, passend en geboden is. Aan het voorwaardelijk gedeelte van de gevangenisstraf verbindt de rechtbank het door de reclassering geadviseerde toezicht.

Vordering na voorwaardelijke veroordeling

Parketnummer 17/682050/10:
Bij onherroepelijk geworden vonnis van 22 februari 2011, gewezen door rechtbank te Leeuwarden, is de verdachte veroordeeld tot -voor zover hier van belang- een jeugddetentie voor de duur van vijf maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De proeftijd is ingegaan op 9 maart 2011. Bij vordering d.d. 10 januari 2013 heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij voormeld vonnis voorwaardelijk opgelegde straf.
Op 6 december 2011 heeft de rechtbank te Leeuwarden beslist, op vordering na voorwaardelijke veroordeling, dat de op 22 februari 2011 voorwaardelijk opgelegde straf gedeeltelijk ten uitvoer wordt gelegd en gelast het verrichten van een werkstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie, in plaats van de last tot tenuitvoerlegging van één maand jeugddetentie. De rechtbank heeft gelast dat de proeftijd voor het resterende deel van de voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie, zijnde twee maanden, met één jaar wordt verlengd.
Op 22 mei 2012 heeft de meervoudige strafkamer van de rechtbank te Leeuwarden de tenuitvoerlegging gelast van het resterende deel van de voorwaardelijk opgelegde straf, te weten twee maanden jeugddetentie.
Nu de bij vonnis van 22 februari 2011 voorwaardelijk opgelegde straf reeds geheel ten uitvoer is gelegd zal de rechtbank de vordering na voorwaardelijke veroordeling afwijzen.
Parketnummer 17/880096-12:
Bij onherroepelijk geworden vonnis van 22 mei 2012, gewezen door de meervoudige strafkamer van de rechtbank te Leeuwarden, is de verdachte veroordeeld tot -voor zover hier van belang- een jeugddetentie voor de duur van zes weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De proeftijd is ingegaan op 6 juni 2012. Bij vordering d.d. 10 januari 2013 heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij voormeld vonnis voorwaardelijk opgelegde straf.
Het hiervoor onder parketnummers 17/880236-12 bewezenverklaarde feit is door verdachte begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd. De rechtbank zal op grond daarvan de tenuitvoerlegging gelasten van de aan veroordeelde bij voornoemd vonnis van 22 mei 2012 voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 14g, 43a, 43b en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT, RECHTDOENDE:

Verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 8 maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1.
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2.
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3.
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich binnen 14 dagen na het einde van zijn detentie op een dinsdag of donderdag tussen 15:00 uur en 16:00 uur meldt bij Reclassering Nederland op het adres Zoutbranderij 1 in Leeuwarden.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer
17/682050-10:
Wijst af de vordering.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 17/880096-12:
Gelast de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank te Leeuwarden d.d. 22 mei 2012, te weten: zes weken jeugddetentie.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. M. Haisma en mr. W.S. Sikkema, rechters, bijgestaan door mr. C.V. van Overbeeke, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 februari 2013.
w.g.
Dölle
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
Haisma
de griffier van de rechtbank
Sikkema
te Leeuwarden,
Van Overbeeke

RECHTBANK LEEUWARDEN

Sector Straf
parketnummer 17/880236-12
vorderingen na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 17/682050-10 en 17/880096-12
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de jongste rechter te zijn genaamd:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in [naam P.I.].
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. W. Boonstra, advocaat te Leeuwarden.
………………………………..
De jongste rechter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van 4 februari 2013 te 13:30 uur.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Voetnoten

1.De genoemde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm op ambtseed en door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgemaakt; de genoemde pagina's bevinden zich in het doorgenummerde proces-verbaal met OPS-dossiernummer 2012065464 gesloten op 3 december 2012.
2.Proces-verbaal van aangifte, d.d. 25 juni 2012, p. 48.
3.Proces-verbaal van aangifte, d.d. 25 juni 2012, p. 54.
4.Proces-verbaal van aangifte, d.d. 25 juni 2012, p. 57.
5.Proces-verbaal van verhoor [getuige 4], d.d. 25 juni 2012, p. 66.
6.Proces-verbaal van bevindingen, d.d. 9 juli 2012, p. 177.
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 27 juni 2012, p. 243.
8.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], d,d, 29 juni 2012, p. 84.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2], d.d. 9 oktober 2012, p. 147.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3], d.d. 4 oktober 2012, p. 140.
11.Uittreksel Justitiële Documentatie, d.d. 24 september 2012