In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 4 februari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere mishandelingen en bedreigingen jegens zijn vriendin. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeefster, de vriendin van de verdachte, de enige was die getuigde over de bedreigingen, en dat er geen ander bewijs was dat haar verklaring voldoende ondersteunde. Hierdoor heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de bedreigingen.
De rechtbank heeft echter wel bewezen geacht dat de verdachte zijn vriendin meermalen heeft mishandeld. Gedurende een periode van twee tot drie weken voorafgaand aan de aanhouding op 7 oktober 2012, heeft de verdachte zijn vriendin meerdere keren met de vuist in het gezicht geslagen en haar keel dichtgeknepen. De rechtbank heeft deze feiten als ernstig beoordeeld, vooral omdat ze plaatsvonden in de woning van het slachtoffer, waar zij zich veilig zou moeten voelen, en waar ook kinderen aanwezig waren die getuige waren van het geweld.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 148 dagen, waarvan 42 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en verplichte behandeling. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn licht verstandelijke beperking en zijn motivatie voor hulp en begeleiding. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak.