Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Vordering officier van justitie
- veroordeling voor het ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 21 maanden, met aftrek van voorarrest;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot een bedrag van
- niet-ontvankelijk verklaring van het overige door de benadeelde partij [slachtoffer 1] gevorderde;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot een bedrag van
- niet-ontvankelijk verklaring van het overige door de benadeelde partij [slachtoffer 2] gevorderde;
- niet-ontvankelijk verklaring van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8].
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit het uittreksel uit de justitiële documentatie en het reclasseringsadvies;
- het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht;
- de vordering van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij in een periode van vijf jaar vóór het plegen van de bewezenverklaarde feiten is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor soortgelijke misdrijven. Daaruit komt verder naar voren dat verdachte al diverse malen is veroordeeld voor met name vermogensdelicten en overtredingen van de Opiumwet.