ECLI:NL:RBNHO:2025:9969

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 augustus 2025
Publicatiedatum
28 augustus 2025
Zaaknummer
11212369 \ CV EXPL 24-5001
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht en de beoordeling van buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft AirHelp, een rechtspersoon naar buitenlands recht, namens een passagier compensatie gevorderd van de vervoerder Turk Havayollari A.O. vanwege een geannuleerde vlucht. De annulering vond plaats op 17 december 2022, waarbij de vervoerder aanvoerde dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slecht zicht op de luchthaven van Alexandrië. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de vervoerder onvoldoende heeft onderbouwd waarom de voorspelling van slecht zicht noodzakelijk was voor de annulering van de vlucht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder niet heeft aangetoond dat er geen alternatieven waren, zoals het afwachten van verbeterde weersomstandigheden of het uitvoeren van de vlucht met een vertraging. De enkele stelling dat het aan de vervoerder is om de veiligheid te waarborgen, was niet voldoende om de annulering te rechtvaardigen. De kantonrechter heeft daarom de vordering van AirHelp toegewezen en de vervoerder veroordeeld tot betaling van € 400,00 aan compensatie, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 27 augustus 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11212369 \ CV EXPL 24-5001
Uitspraakdatum: 27 augustus 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn, Duitsland
eiseres
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara, Turkije
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. M.J. Leuvenink-Verwijs (LVH Advocaten)
De zaak in het kort
AirHelp heeft namens een passagier compensatie van de vervoerder gevorderd vanwege een geannuleerde vlucht. De vervoerder stelt dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk de voorspelling van slecht zicht op de luchthaven van aankomst. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft hij echter onvoldoende onderbouwd waarom deze voorspelling hem noodzaakte tot het annuleren van de vlucht en hoe het besluit tot annulering tot stand is gekomen. Daarom slaagt het verweer van de vervoerder niet en wordt de gevorderde compensatie toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder haar op 17 december 2022 vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport, via Istanbul, Turkije, naar Alexandrië, Egypte.
2.2.
De vervoerder heeft vlucht TK696 van Istanbul naar Alexandrië (hierna: de vlucht) geannuleerd.
2.3.
De passagier heeft haar eventuele vorderingsrecht overgedragen aan AirHelp
2.4.
AirHelp heeft daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.5.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
AirHelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de vervoerder haar vanwege de annulering van de vlucht de compensatie moet voldoen van € 400,-. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Hij voert aan dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen worden. [2]

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden. Volgens vaste rechtspraak van het Hof is een omstandigheid buitengewoon als deze niet inherent is aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en hij daar ook geen invloed op kon uitoefenen. [3]
4.3.
De vervoerder voert aan dat de vlucht geannuleerd moest worden omdat er slecht weer werd voorspeld op de luchthaven van Alexandrië, namelijk mist. De verwachting was dat het zicht hierdoor beperkt zou worden tot 800 meter. Voor een veilige landing van deze vlucht was een zicht van 2300 meter vereist. Daarom heeft de gezagvoerder besloten om de vlucht te annuleren. Ter onderbouwing verwijst de vervoerder onder meer naar weersvoorspellingen en een zogenaamde ‘naderingskaart’ van de luchthaven van Alexandrië.
4.4.
AirHelp betwist dit. Zij voert aan dat uit de naderingskaart blijkt dat het ook mogelijk is om met een zicht van 600 meter te landen. Daarnaast is geen enkele andere vlucht die op 17 december 2022 op Alexandrië zou landen geannuleerd. Dit betekent dat er geen sprake was van slechte weersomstandigheden, aldus AirHelp.
4.5.
De vervoerder heeft daar tegenin gebracht dat de verschillende zichteisen op de naderingskaart te maken hebben met de vraag of er extra landingssystemen in de cockpit aanwezig zijn in een toestel. Daarom heeft de gezagvoerder gekozen om een van de hogere zichteisen op de naderingskaart te hanteren. Op basis van de weersvoorspellingen is toen de keuze gemaakt om de vlucht te annuleren, aldus de vervoerder.
4.6.
Het verweer van de vervoerder slaagt niet. Als onbetwist staat vast dat er slecht zicht werd voorspeld op de luchthaven van Alexandrië rond de geplande landingstijd van de vlucht in kwestie. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de vervoerder echter onvoldoende onderbouwd waarom deze voorspelling het vervolgens noodzakelijk maakte om de vlucht te annuleren. Met name heeft hij onvoldoende onderbouwd dat er geen andere mogelijkheden waren dan annulering, zoals afwachten of de weersomstandigheden of voorspellingen zouden verbeteren en de vlucht al dan niet vertraagd uit te voeren. De enkele algemene stelling dat er dan een nieuwe vertrektijd bij de luchtverkeersleiding zou moeten worden aangevraagd en dat dat gepaard zou gaan met vertraging, is daarvoor te algemeen en onvoldoende. Daarbij speelt mee dat de door de vervoerder overgelegde weersvoorspelling al zo’n tweeëneenhalf uur voor de geplande vertrektijd en bijna vier uur voor de geplande landingstijd van de vlucht in kwestie werd afgegeven. Bovendien heeft de vervoerder met zijn stelling dat het aan hem is de veiligheid te waarborgen, onvoldoende onderbouwd dat het noodzakelijk was om 2.300 meter zicht aan te houden, waarbij hij niet heeft weersproken dat uit de naderingskaart blijkt dat het aanhouden van een zicht van 600 meter ook mogelijk was. Ten slotte heeft de vervoerder niet weersproken dat op 17 december 2022 geen enkele andere vlucht die op Alexandrië zou landen is geannuleerd. Het had op de weg van de vervoerder gelegen om inzichtelijker te maken hoe het besluitvormingsproces om een vlucht te annuleren in zijn werk gaat. Omdat hij dat niet heeft gedaan, kan niet worden geoordeeld dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Dit betekent dat de vordering van AirHelp zal worden toegewezen.
4.7.
De vervoerder zal in het ongelijk worden gesteld. Daarom zal hij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagier worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten wordt toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan AirHelp van € 400,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 17 december 2022 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
5.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van AirHelp tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 135,97;
griffierecht € 130,00;
salaris gemachtigde € 164,00;
5.3.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van € 41,00 aan nakosten, voor zover AirHelp daadwerkelijk nakosten zal maken, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Koenis, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 5 lid 3 van de Verordening.
3.Zie onder meer HvJEU 22 december 2008, C-549/07, ECLI:EU:C:2008:771.