2.6.De burgemeester van de gemeente [plaats] heeft bij besluit van 19 maart 2025 de woning met onmiddellijke ingang gesloten ter handhaving van de openbare orde. [gedaagde] heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Bij brief van 4 april 2025 is het nader gemotiveerde besluit aan [gedaagde] bekendgemaakt. In deze brief staat het volgende vermeld:
“Ik heb besloten om uw woning te sluiten voor vijf maanden, gerekend vanaf 19 maart 2025. Dit betekent dat de sluiting eindigt op 19 augustus 2025.
(…)
Op 18 maart 2025 heb ik een bestuurlijke rapportage ontvangen van de politie over het incident dat plaatsvond voor uw woning in de [adres] op zaterdag 8 maart 2025. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt het volgende.
Op zaterdag 8 maart 2025, omstreeks 19.45 uur, ontving de politie een melding dat op de openbare weg, ter hoogte van de [adres] in [plaats], een personenauto in brand stond. Uit dezelfde melding werd duidelijk dat in de directe omgeving van deze personenauto, op de openbare weg, een man liep en dat deze man een automatisch wapen, een zogeheten uzi, in zijn hand hield. Voorts bleek uit de melding dat deze man gekleed was in camouflagekleding en een helm en een kogelwerend vest droeg. Ambtenaren van politie gingen ter plaatse en zij zagen dat er inderdaad een personenauto in lichterlaaie stond in de [adres], ter hoogte van nummer [nummer]. Voorts werd het de aanwezige politieambtenaren duidelijk dat de bewoner van de woning gelegen aan de [adres] te [plaats] degene was die, gekleed in camouflagekleding en met een automatisch wapen in de hand, op straat liep waarover de melding ging. Dit bleek u te zijn. De politieambtenaren zagen u voor het raam op de eerste verdieping van uw woning staan. Kort daarna werd u aangehouden als verdachte van brandstichting, bedreiging en verboden wapenbezit.
Vervolgens stelde de politie dezelfde dag een onderzoek in naar uw woning aan de [adres] te [plaats]. In uw woning werden de volgende goederen aangetroffen en in beslag genomen:
- Airsoftwapen, replica van een mini-uzi
- Container CS-gas (pepperspray)
- Luchtdruk vuurwapen Replica handgranaat
- Replica automatisch vuurwaarpen
- Gaspistool Luchtbuks (knikloop)
De aangetroffen replica’s van vuurwapens en handgranaat waren niet van echt te onderscheiden en voor afdreiging geschikt. Genoemde replica’s vallen zijn wapens en vallen onder werking van de Wet wapens en Munitie en zijn wapens in de zin van artikel 2 lid 1 sub 7 van de Wet wapens en munitie.
Een getuige verklaarde tegenover de politie dat hij zag hoe u een voorwerp in een geparkeerde personenauto gooide waarna brand in deze personenauto ontstond. Voorts verklaarde deze getuige tegenover de politie dat u gekleed in een camouflagetenue en met kogelwerend vest, op straat liep en dat u een voorwerp in zijn hand had dat leek op een automatisch vuurwapen.
Tussen 26 juni 2024 en 8 maart 2025 hebben de wijkagent van de wijk [wijk 1], waar de [adres] onder valt, en andere politiemedewerkers meerdere keren contact gehad met u. Uit deze contactmomenten bleek onder andere dat:
- u werd bedreigd;
- bij politie een anonieme melding (een MMA) was binnengekomen dat er handgranaat bij uw woning zou worden geplaatst;
- u problemen heeft met derden in verband met een personenauto die op uw naam was gezet;
- u in maart 2025 naar het politiebureau was gekomen om psychische hulp te vragen;
- u tijdens contactmomenten met de wijkagent niet verward over kwam maar dat wel duidelijk was dat u veel problemen heeft met diverse mensen.
De politie concludeert dat uit het onderzoek is gebleken dat het aannemelijk is dat u, gekleed in camouflagekleding en kogelwerend vest, een voorwerp in een personenauto heeft gegooid waarna brand ontstond in deze personenauto. Voorts is het aannemelijk dat u met een op een automatisch vuurwapen gelijkend voorwerp over de openbare weg, op de [adres] te [plaats], heeft gelopen. Hierdoor is grote onrust ontstaan onder bewoners van de [adres] te [plaats]. (…)”