ECLI:NL:RBNHO:2025:9928

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 augustus 2025
Publicatiedatum
27 augustus 2025
Zaaknummer
11618582 \ CV EXPL 25-2041
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van een beding in een autoverzekering met betrekking tot alcoholgebruik

Deze zaak betreft de uitleg van een beding in een autoverzekering van N.V. Univé Schade, waarin staat dat de verzekeraar niet hoeft uit te keren als de verzekerde niet mocht rijden wegens alcoholgebruik. De verzekerde, [gedaagde], stelt dat dit beding verwijst naar de wettelijke alcoholpromillages die bepalen of iemand wel of niet mag rijden. De verzekeraar, Univé, betoogt echter dat het enkele feit dat de bestuurder alcohol heeft gebruikt, voldoende is om de uitkering te weigeren. De kantonrechter heeft in zijn vonnis van 27 augustus 2025 geoordeeld dat de uitleg van Univé niet volgt uit de bewoordingen van het beding. De kantonrechter oordeelt dat de voorwaarden van de verzekering duidelijk en begrijpelijk moeten zijn, en dat bij twijfel de voor de verzekerde gunstigste uitleg moet prevaleren. Aangezien niet is vastgesteld dat [gedaagde] het wettelijk toegestane alcoholpromillage heeft overschreden, kan de schade niet op hem worden verhaald. De vordering van Univé wordt afgewezen, en Univé wordt veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11618582 \ CV EXPL 25-2041
Vonnis van 27 augustus 2025
in de zaak van
N.V. UNIVÉ SCHADE,
te Assen,
eisende partij,
hierna te noemen: Univé,
gemachtigde: Flanderijn gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te [plaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. B.F. Eblé.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 13 maart 2025;
- de mondelinge conclusie van antwoord van 2 april 2025;
- de schriftelijke conclusie van antwoord, gedateerd op 28 mei 2025, maar ontvangen op 8 mei 2025;
- het tussenvonnis van 11 juni 2025;
- het stuk van Univé van 28 juli 2025;
- het stuk van [gedaagde] van 30 juli 2025;
- de mondelinge behandeling van 5 augustus 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

Deze zaak gaat over de uitleg van een beding in een verzekering waarin staat dat de verzekeraar niet hoeft uit te keren als de verzekerde niet mocht rijden wegens alcoholgebruik. Volgens de verzekerde verwijst dit beding naar de wettelijke alcoholpromillages die bepalen of iemand wel of niet mag rijden. Volgens de verzekeraar is het enkele gegeven dat de bestuurder alcohol heeft gebruikt, al voldoende om de uitkering te weigeren. De kantonrechter volgt de verzekerde. Verder kan de vordering van de verzekeraar tot betaling van de door haar vergoede schade aan de gelaedeerde ook niet worden gegrond op de bepalingen die de verzekerde verplichten tot medewering aan de schadeafwikkeling, omdat daarin geen uitsluitingsbepalingen zijn opgenomen. De vordering wordt afgewezen.

3.De feiten

3.1.
[gedaagde] heeft een autoverzekering afgesloten bij Univé. Op deze verzekeringsovereenkomst zijn de “Algemene voorwaarden’’ en de “Voorwaarden autoverzekering” van toepassing.
3.2.
In artikel 9 van de Algemene voorwaarden staat:
9.1
Wat zijn uw plichten als u schade heeft?
(…)
Meld de schade zo snel mogelijk bij ons. Dan zetten wij direct alles in gang om u te helpen.
(…)
Werk zo goed mogelijk mee als we u iets vragen. Doe hierbij niets waardoor wij benadeeld worden.
(…)
9.2
Wat gebeurt er als u zich niet houdt aan de plichten bij schade?
Wij kunnen beslissen dat wij uw schade niet vergoeden (…)
3.3.
In artikel 1 van de Voorwaarden Autoverzekering staat:
1.1
Wat zijn uw plichten als u schade heeft?
(…)
Geef ons alle informatie die nodig is om de schade te beoordelen.
(…)
3.4.
Artikel 3 de Voorwaarden autoverzekering bepaalt:

3.Wat is niet verzekerd?

Hieronder staat in welke situaties wij de schade niet betalen of u niet helpen. Dit geldt altijd. (…)

Schade is niet verzekerd als:

(….)

de bestuurder niet had mogen rijden. Bijvoorbeeld omdat hij:
o
(…)
o
Alcohol, medicijnen of drugs heeft gebruikt;
o
(…)
3.5.
Artikel 12 van de Voorwaarden autoverzekering bepaalt verder:

12.Wanneer eisen wij de schade terug van een verzekerde?

Wij mogen schade en kosten terug eisen van een verzekerde als:

Wij door de wet een schade moeten betalen die niet verzekerd is;

Wij kosten of schade hebben betaald die wij niet hoefden te betalen.
3.6.
In de nacht van 23 februari 2022 heeft [gedaagde] een verkeersongeval met de auto gehad. Als gevolg hiervan was de auto zodanig beschadigd dat deze
total losswas. [gedaagde] is naar het ziekenhuis afgevoerd. Tot de gedingstukken behoort een proces-verbaal (politie) van dit ongeval. Daarin is opgenomen:
Toedracht:
Door een combinatie het inwendige gebruik van alcohol (betrokkene blies een A, vermoeidheid en een hoge snelheid is betrokkene kennelijk de macht over zijn stuur verloren waar door hij tegen de betonnen middenberm geleiding botste
3.7.
Rijkswaterstaat heeft Univé aangesproken voor de als gevolg van het verkeersongeval ontstane schade aan het asfaltwegdek en de betonnen middenberm. Univé heeft ter schadevergoeding een bedrag van € 33.438,97 aan Rijkswaterstaat betaald.

4.Het geschil

4.1.
Univé vordert – samengevat – dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot vergoeding van de schade, te vermeerderen met wettelijke rente en incassokosten. Zij beperkt haar vordering uitdrukkelijk tot een bedrag van € 25.000.
4.2.
Univé legt aan de vordering ten grondslag dat zij op grond van artikel 12 van de Voorwaarden autoverzekering de door haar uitgekeerde schade op [gedaagde] kan verhalen. Zij stelt daartoe primair dat [gedaagde] ten tijde van het verkeersongeval onder invloed van alcohol was en daarom niet had mogen rijden, zodat de schade op grond van artikel 3 van de Voorwaarden autoverzekering niet was verzekerd. Subsidiair stelt Univé daartoe dat [gedaagde] niet heeft voldaan aan de verplichtingen uit artikel 1.1 van de Voorwaarden autoverzekering en artikel 9.1 van de Algemene voorwaarden om – kort gezegd – mee te werken aan de schadeafwikkeling.
4.3.
[gedaagde] betwist dat hij ten tijde van het ongeval onder invloed van alcohol was. Bovendien mag een bestuurder pas niet meer rijden als hij méér dan het wettelijke maximumpromillage aan alcohol in het bloed heeft. Volgens [gedaagde] bieden artikel 1.1 van de Voorwaarden autoverzekering en artikel 9.1 van de Algemene voorwaarden geen grond voor verhaal van de schade. Daarbij heeft Univé onvoldoende met hem gecommuniceerd en niet redelijk en conform de verzekeringsovereenkomst gehandeld. Univé heeft ook geen belang bij het beroep op de genoemde verzekeringsverplichtingen, aangezien Rijkswaterstaat de schade al had gemeld en informatie had verstrekt. Verder betwist [gedaagde] de omvang van de schade.

5.De beoordeling

5.1.
Op grond van artikel 12 van de Voorwaarden autoverzekering kan de schade op [gedaagde] worden verhaald als de uitbetaalde schade niet was verzekerd, dan wel niet vergoed hoefde te worden. De kantonrechter beoordeelt de stellingen van Univé in dit verband als volgt.
Artikel 3 Voorwaarden autoverzekering
5.2.
Artikel 3 van de Voorwaarden autoverzekering is een algemene voorwaarde. Over deze voorwaarde is door partijen niet onderhandeld, zodat de uitleg daarvan met name afhankelijk is van objectieve factoren, zoals – kort gezegd – de bewoordingen waarin de desbetreffende bepaling is gesteld. [1] Univé heeft ter zitting toegelicht dat zij artikel 3 van de Voorwaarden autoverzekering zo uitlegt dat de schade niet is verzekerd als de bestuurder ook maar iets van alcohol heeft gedronken en niet is vereist dat méér alcohol is genuttigd dan wettelijk is toegelaten bij het besturen van een voertuig. Deze uitleg volgt echter niet uit de bewoordingen van artikel 3 van de Voorwaarden autoverzekering, waarin is bepaald dat “de bestuurder niet had mogen rijden” wegens alcoholgebruik. Verder is voor de uitleg van belang dat [gedaagde] de verzekeringsovereenkomst is aangegaan als consument, zodat geldt dat de voorwaarden van de verzekeringspolis duidelijk en begrijpelijk moeten zijn en dat bij twijfel over de betekenis van een beding, de voor hem gunstige uitleg prevaleert. [2] Aangezien artikel 3 van de Voorwaarden van autoverzekering niet duidelijk en begrijpelijk bepaalt wanneer een bestuurder niet meer mag rijden, moet de door [gedaagde] gegeven uitleg worden gevolgd.
5.3.
Het voorgaande betekent dat het erom gaat of [gedaagde] niet had mogen rijden doordat het wettelijk maximaal toegelaten promillage alcohol in zijn bloed was overschreden. Gesteld noch gebleken is dat dit het geval was. Univé heeft zich uitsluitend beroepen op het proces-verbaal (politie), maar dat biedt geen uitsluitsel. Daaruit blijkt alleen dat [gedaagde] onder invloed van alcohol was – hetgeen hij overigens betwist –, maar niet wat het alcoholpromillage was. De slotsom is daarom dat niet vast is komen te staan dat [gedaagde] ten tijde van het ongeval niet meer mocht rijden in de zin van artikel 3 van de Voorwaarden autoverzekering. Dit artikel biedt dus geen grond voor de vordering.
Artikel 1.1 van de Voorwaarden autoverzekering; artikel 9.1 van de Algemene voorwaarden
5.4.
Het subsidiaire betoog van Univé miskent dat artikel 1.1 van de Voorwaarden autoverzekering en artikel 9.1 van de Algemene voorwaarden geen uitsluitings- of vervalbeding bevatten, maar de verzekerde slechts bepaalde verplichtingen oplegt. In artikel 9.2 van de Algemene voorwaarden is bepaald dat Univé
kanbesluiten om de schade niet te vergoeden. [gedaagde] wijst er in dit verband ook op dat de bepalingen zelf geen grond voor verhaal bieden, alsook dat Univé geen contact met hem heeft opgenomen over de mogelijke gevolgen van het niet voldoen aan zijn verzekeringsverplichtingen. Vervolgens zijn hem alleen brieven gestuurd waarin staat dat de schade wordt verhaald vanwege het gestelde alcoholgebruik. Dat Univé gevolgen zou hebben verbonden aan de gestelde schending van de verzekeringsbepalingen, is evenmin gesteld of gebleken. Deze artikelen bieden dus ook geen grond voor de vordering van Univé. Om die reden kan verder in het midden blijven of [gedaagde] de verzekeringsverplichtingen heeft geschonden.
Tussenconclusie
5.5.
Gelet op het voorgaande, kan de schade niet op [gedaagde] worden verhaald. De vordering van Univé zal daarom worden afgewezen.
Proceskosten
5.6.
Univé wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) van [gedaagde] betalen. Deze worden conform het liquidatietarief begroot op:
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.221,00

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vordering van Univé af,
6.2.
veroordeelt Univé in de proceskosten van € 1.221,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als niet tijdig aan de veroordelingen wordt voldaan en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C. van Beelen en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2025.

Voetnoten

1.Hoge Raad 16 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2793.
2.Artikel 6:238 lid 2 BW