Op 25 augustus 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland een beschikking gegeven over de voorlopige ondertoezichtstelling en spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen bij hun gezaghebbende vader. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de kinderen voorlopig onder toezicht te stellen en hen uit huis te plaatsen vanwege ernstige zorgen over de thuissituatie bij de moeder, waaronder middelengebruik en schoolverzuim. De kinderen verblijven sinds mei 2025 bij hun vader, die met zijn partner een samengesteld gezin vormt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een ernstig vermoeden bestaat dat de ontwikkeling van de kinderen acuut en ernstig wordt bedreigd door de situatie bij de moeder. De kinderrechter heeft daarom besloten om de kinderen voorlopig onder toezicht te stellen voor drie maanden en hen uit huis te plaatsen bij de vader voor een periode van vier weken, met de beslissing uitvoerbaar bij voorraad. De Raad, de minderjarigen en de ouders zijn uitgenodigd voor een zitting om hun mening te geven over de verdere procedure.