Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[verzoeker ]
[verzoekster]
[woonplaats].
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 februari 2025 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarin de verzoekers, de kinderen van de overleden erflaatster, het ontslag van de executeur hebben verzocht. De erflaatster, geboren in 1949 en overleden op 1 september 2024, had in haar testament haar kinderen als erfgenamen aangewezen en haar partner als executeur benoemd. De verzoekers hebben aangevoerd dat er gewichtige redenen zijn voor het ontslag van de executeur, omdat er een diepgaand wantrouwen is ontstaan ten aanzien van zijn functioneren. Dit wantrouwen is gebaseerd op concrete feiten, waaronder de handelwijze van de executeur als bewindvoerder en het gebrek aan communicatie met de erfgenamen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de executeur zijn taken niet op een integere wijze heeft uitgevoerd en dat er onvoldoende transparantie is geweest over de financiële situatie van de nalatenschap. De executeur heeft niet adequaat gereageerd op de zorgen van de erfgenamen en heeft geen bewijs geleverd van zijn beweringen over de aflossingen van de hypothecaire lening. Gezien deze omstandigheden heeft de kantonrechter geoordeeld dat er sprake is van gewichtige redenen voor het ontslag van de executeur. De kantonrechter heeft het verzoek van de erfgenamen toegewezen en de executeur ontslagen, met de bepaling dat iedere partij de eigen proceskosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.