In deze civiele zaak heeft eiser schadevergoeding gevorderd van gedaagde, omdat gedaagde op 23 juli 2022 tegen de auto van eiser heeft geslagen en geschopt. Gedaagde betwist de aansprakelijkheid en voert aan dat hij handelde uit noodweerexces, maar de kantonrechter oordeelt dat dit verweer niet slaagt. De kantonrechter stelt vast dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door de auto van eiser te beschadigen, wat een inbreuk op het eigendomsrecht van eiser vormt. Gedaagde kan geen geslaagd beroep doen op noodweerexces, omdat eiser op het moment van de daad al in zijn auto zat en geen directe bedreiging vormde. De kantonrechter oordeelt dat de schade door eiser voldoende is onderbouwd en dat gedaagde niet heeft aangetoond dat er sprake was van eigen schuld van eiser. De vordering van eiser wordt toegewezen, en gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding van € 4.367,34, vermeerderd met rente en proceskosten.