ECLI:NL:RBNHO:2025:974

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
3 februari 2025
Zaaknummer
10939595 \ CV FORM 24-1197
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagier voor geannuleerde vlucht wegens buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft een passagier compensatie aangevraagd van de vervoerder, EasyJet Europe Airline GmbH, voor een geannuleerde vlucht van Milaan naar Amsterdam. De vervoerder heeft de annulering verdedigd door te stellen dat deze het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden en beperkingen van de luchtverkeersleiding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vlucht op 1 april 2024 geannuleerd moest worden vanwege sneeuwval op de luchthaven van Amsterdam, wat leidde tot vertragingen en uiteindelijk de annulering van de vlucht. De vervoerder heeft voldoende aangetoond dat hij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen en te beperken, waaronder het omboeken van de passagier naar een alternatieve vlucht. De kantonrechter heeft het verzoek van de passagier om compensatie afgewezen, omdat de vervoerder niet aansprakelijk was voor de annulering door de buitengewone omstandigheden. De proceskosten zijn voor rekening van de passagier, die ook veroordeeld is tot betaling van de kosten van de gemachtigde van de vervoerder. De beschikking is gegeven door kantonrechter M.W. Koenis en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10939595 \ CV FORM 24-1197
Uitspraakdatum: 15 januari 2025
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker]wonende te [plaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: mr. L.G.M. van Kuilenburg (ProBe-ASP B.V., handelend onder de naam Aviclaim)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
EasyJet Europe Airline GmbH
gevestigd te Wenen, Oostenrijk
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. B. Koolhaas (BK Legal)
De zaak in het kort
De passagier heeft compensatie van de vervoerder verzocht voor een geannuleerde vlucht. De vervoerder stelt dat de vlucht geannuleerd moest worden vanwege buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden en beperkingen van luchtverkeersleiding. Het betoog van de vervoerder slaagt. Hij heeft ook voldoende onderbouwd dat hij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen en te beperken. Daarom wordt het verzoek van de passagier afgewezen.

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A);
  • het verweerschrift.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hem op 1 april 2024 vervoeren van Linate Airport, Milaan, Italië, naar Amsterdam-Schiphol Airport, met vlucht EZY7940 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
De passagier heeft daarom compensatie van de vervoerder verzocht.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagier verzoekt de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2022 tot aan de dag van de betaling;
- € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
De passagier baseert zijn verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat de vervoerder hem vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,00. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Hij stelt dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen worden. [2]

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.
4.3.
Volgens de vervoerder was de vlucht een onderdeel van de rotatievlucht Amsterdam – Londen – Amsterdam – Split – Amsterdam – Milaan – Amsterdam (vluchtnummers EZY8868, EZY8871, EZY7997, EZ7998, EZY7939 en EZY7940). Op de dag van de vlucht was er sprake van sneeuwval op de luchthaven van Amsterdam. Dit zorgde voor verstoringen in de grondafhandeling en vertraging bij het moeten ontdooien van de vliegtuigen. Daarom legde de luchtverkeersleiding beperkingen op aan het aantal vluchten dat mocht vertrekken. Dit zorgde ervoor dat vlucht EZY8868 van Amsterdam naar Londen met 1 uur en 54 minuten vertraging werd uitgevoerd. Deze vertraging werkte steeds door op de daaropvolgende vluchten en deze liep gedurende de dag nog verder op. Vlucht EZY7998 van Split naar Amsterdam werd uiteindelijk met 2 uur en 45 minuten uitgevoerd.
4.4.
Door de doorwerking van deze vertraging zou de vlucht in kwestie een verwachte aankomsttijd van 21:27 uur hebben. Op Schiphol geldt echter een avondklok waardoor er geen vluchten meer mogen aankomen na 21:00 uur. Daarop heeft de vervoerder besloten de rotatievlucht van Amsterdam naar Milaan en terug te annuleren. Hij verwijst daarbij onder meer naar vlucht- en weerrapporten.
4.5.
Het verweer van de vervoerder slaagt. Hij heeft voldoende onderbouwd dat de voorgaande vluchten steeds verder vertraagd raakten vanwege beperkingen van de luchtverkeersleiding. Ook heeft hij voldoende onderbouwd dat deze opgelopen vertraging ertoe heeft geleid dat de vlucht in kwestie niet meer uitgevoerd kon worden omdat deze de nachtklok van Schiphol zou schenden. Als een vlucht een beperking krijgt opgelegd door de luchtverkeersleiding, heeft deze niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. De instructies van de luchtverkeersleiding moeten namelijk altijd worden opgevolgd. Dat geldt ook voor de avondklok op Schiphol. Al met al zijn deze omstandigheden niet inherent aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en kon hij hier ook geen invloed op uitoefenen. Dit betekent dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden.
4.6.
Resteert de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagier te voorkomen of te beperken. De vervoerder stelt in dit verband dat hij geen andere optie had dan de vlucht te annuleren. Wel heeft hij de passagier omgeboekt naar een alternatieve vlucht.
4.7.
Dit betoog slaagt. Niet valt in te zien wat er onder deze omstandigheden meer of anders van de vervoerder mocht worden verwacht. De passagier heeft daar ook niets over aangevoerd. Daarom heeft de vervoerder alle redelijke maatregelen getroffen. Dit betekent dat het verzoek van de passagier zal worden afgewezen.
4.8.
De proceskosten komen voor rekening van de vervoerder omdat deze ongelijk krijgt. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagier, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De wettelijke rente over deze kosten is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking.

5.De beslissingDe kantonrechter:

5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 82,00 aan salaris gemachtigde;
en veroordeelt de passagier tot betaling van € 41,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart deze beschikking – wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.W. Koenis, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 5 lid 3 van de Verordening.