In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen Egypt Airlines Company, vertegenwoordigd door mr. T. Teke, wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De vlucht MS758, die op 19 april 2024 van Amsterdam Schiphol naar Caïro International Airport moest vliegen, heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen. AirHelp vorderde een schadevergoeding van € 400,00 op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie regelt voor passagiers bij vertragingen. De vervoerder, Egypt Airlines, voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een defect aan één van de motoren, en dat zij niet aansprakelijk was voor de compensatie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder voldoende heeft aangetoond dat de vertraging het gevolg was van een defect dat niet te voorkomen was, en dat de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te minimaliseren. De vordering van AirHelp werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.