In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 30 juli 2025 een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen Warmgarant B.V. en een niet verschenen gedaagde partij. De eisende partij, vertegenwoordigd door K.W.A. van der Meer, had de mogelijkheid gekregen om zich uit te laten over de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in hun algemene voorwaarden, zoals vastgesteld in een eerder tussenvonnis van 4 juni 2025. De kantonrechter heeft de artikelen 15 en 10 van de algemene voorwaarden vernietigd, die betrekking hadden op buitengerechtelijke incassokosten, omdat deze bedingen als oneerlijk werden aangemerkt. De kantonrechter benadrukte dat de beoordeling van de (on)eerlijkheid van de bedingen niet afhankelijk is van de uitvoering door de eisende partij, maar van de voorwaarden op het moment van de overeenkomst.
Daarnaast werd het prijswijzigingsbeding in artikel 9 van de algemene voorwaarden beoordeeld. De kantonrechter oordeelde dat dit beding niet voldeed aan de transparantievereisten en vernietigde het, waardoor alleen de oorspronkelijk overeengekomen prijs van het serviceabonnement verschuldigd was. De kantonrechter wees een bedrag van € 1.205,41 toe aan de eisende partij, vermeerderd met wettelijke rente, en veroordeelde de gedaagde partij in de proceskosten. De vordering werd gedeeltelijk toegewezen, en de gedaagde partij werd grotendeels in het ongelijk gesteld.