ECLI:NL:RBNHO:2025:8760

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
31 juli 2025
Zaaknummer
C/15/365930 / KG ZA 25-346
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in kort geding over medewerking aan verkoop van gezamenlijke woning na relatiebreuk

In deze zaak, die op 17 juli 2025 door de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, betreft het een kort geding tussen twee partijen, de man en de vrouw, die een affectieve relatie hebben gehad en gezamenlijk eigenaar zijn van een woning. De relatie is in januari 2023 geëindigd en uit deze relatie zijn drie minderjarige kinderen geboren. De man heeft de woning op 1 maart 2023 verlaten, terwijl de vrouw met de kinderen in de woning blijft wonen. In een eerder vonnis van 5 november 2024 is de vrouw veroordeeld om een makelaar opdracht te geven voor de verkoop van de woning, maar de man heeft bezwaren tegen de huidige makelaar en verzoekt de voorzieningenrechter om een andere makelaar aan te wijzen. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 juli 2025 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De voorzieningenrechter heeft besloten om een nieuwe makelaar aan te wijzen en heeft partijen opgedragen om een onvoorwaardelijke schriftelijke opdracht tot bemiddeling bij de verkoop van de woning te verstrekken. De zaak is aangehouden tot uiterlijk 1 oktober 2025 voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/365930 / KG ZA 25-346
Tussenvonnis in kort geding van 17 juli 2025
in de zaak van
[de man],
woonplaats gekozen hebbende te [plaats 1],
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. S.E.W.C.M. Kneepkens,
tegen
[de vrouw],
wonende te [plaats 2],
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. J.I. Dierkx.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord tevens (voorwaardelijke) eis in reconventie met producties
- de aanvullende producties aan de zijde van de man
- de aanvullende producties aan de zijde van de vrouw
- de mondelinge behandeling van 10 juli 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Voor de mondelinge behandeling zijn verschenen de man, bijgestaan door mr. Kneepkens voornoemd en de vrouw, bijgestaan door mr. Dierkx voornoemd.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie gehad. Deze relatie is in januari 2023 geëindigd.
2.2.
Uit de relatie zijn drie, thans nog minderjarige, kinderen geboren.
2.3.
Partijen zijn gezamenlijk eigenaar van een woning aan de [adres 1] te [postcode] [plaats 2] (hierna: de woning).
2.4.
De man heeft de woning met ingang van 1 maart 2023 verlaten.
2.5.
De vrouw bewoont de woning nog met de kinderen.
2.6.
Op 5 november 2024 heeft de voorzieningenrechter in deze rechtbank (in de zaak met zaaknummer C/15/37156 KA ZA 24-556) de vrouw (onder meer) veroordeeld om aan ViaAnca Makelaardij te [plaats 2] (hierna ViaAnca) een onvoorwaardelijke schriftelijke opdracht te verstrekken tot verkoop van de woning. Ook is de vrouw veroordeeld om alle aanwijzingen van de makelaar op te volgen, de woning op tijdig verzoek van de makelaar open te stellen voor bezichtigingen en alles na te laten wat aan de totstandkoming van een verkoopovereenkomst in de weg staat, op straffe van verbeurte van een dwangsom. Verder heeft de voorzieningenrechter (samengevat) bepaald dat als vrouw in gebreke blijft met het geven van toestemming voor het in verkoop geven van de woning, de verkoop van de woning of de overdracht van de woning, het vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte waarbij de vrouw die toestemming wel geeft.
2.7.
De woning staat sinds 1 februari 2025 bij ViaAnca in de verkoop.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
De man vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van 5 november 2024 te wijzigen als nader in de dagvaarding omschreven.
Verder vordert de man ter aanvulling op het eerdere vonnis dat de vrouw wordt veroordeeld om de gezamenlijke woning voor levering en uiterlijk 1 september 2025 te hebben ontruimd en bezemschoon te hebben achtergelaten, onder afgifte van de sleutels, en de woning vanaf dan ontruimd te houden, bij gebreke waarvan de man gerechtigd is de vrouw desnoods met behulp van de sterke arm uit de woning te halen, waarbij de kosten die gemaakt moeten worden mogen worden verrekend met de eventuele overwaarde die de vrouw toekomt.
3.2.
De vrouw voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in (voorwaardelijke) reconventie
3.4.
Voor het geval dat de voorzieningenrechter oordeelt dat er een andere makelaar zal worden benoemd, zulks onder beëindiging van de overeenkomst met ViaAnca, vordert de vrouw dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, bepaalt dat een door de vrouw nog nader te op te geven makelaar de opdracht zal verkrijgen om de verkoop te continueren, welke makelaar een voor beide partijen bindende laat- en vraagprijs zal vaststellen.
3.5.
De man voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en reconventie
4.1.
Gelet op de onderlinge samenhang tussen de vorderingen in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie zullen deze gezamenlijk worden behandeld.
4.2.
Partijen zijn het erover eens dat zij beiden belang hebben bij een spoedige verkoop van de woning. De man heeft echter bezwaren tegen de wijze waarop de huidige makelaar invulling geeft aan de opdracht tot verkoop van de woning. Hij heeft daarom de voorzieningenrechter verzocht een andere makelaar te benoemen. De vrouw heeft ter zitting te kennen gegeven open te staan voor de benoeming van een andere makelaar. Zij kan zich echter niet vinden in de door de man voorgestelde makelaar.
4.3.
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht en de behandeling van de zaak is geschorst voor overleg tussen partijen, hebben zij de voorzieningenrechter gezamenlijk verzocht om over te gaan aanwijzing van een makelaar voor de verkoop van de woning.
4.4.
Zoals ter zitting besproken zal de voorzieningenrechter aan dit verzoek voldoen.
De voorzieningenrechter zal een makelaar aanwijzen aan wie partijen vervolgens een bemiddelingsopdracht dienen te geven voor de verkoop van de woning.
Het is aan partijen om de opdracht aan ViaAnca te beëindigen.
4.5.
Aangezocht is [betrokkene] ([bedrijf]) te [plaats 2], die bereid is voor partijen als verkopend makelaar op te treden. Deze makelaar is van 14 juli tot 11 augustus 2025 met vakantie maar kan kantoorgenoten inzetten voor start-up aangelegenheden en is inzake die start tijdens zijn vakantie bereikbaar.
4.6.
De bevoegdheid die in het vorige vonnis is verleend aan de daarin benoemde makelaar om in geval van verschil van inzicht adviezen te geven die voor de vrouw bindend zijn blijft gelden ten aanzien van deze makelaar, doch alleen wanneer partijen die bevoegdheid in hun opdracht aan de makelaar opnemen als
bindend ten aanzien van beide partijen.
De makelaar dient zijn opdracht, voorzien van motivering, terug te geven indien en zodra hij van oordeel is dat de opstelling van enige partij hem, ook na vermaning, niet de armslag geeft die hij nodig heeft om tot voortvarende uitvoering van zijn verkoopopdracht te komen.
4.7.
Partijen hebben zich gecommitteerd aan het uitgangspunt dat het (onder meer) met het oog op het voorkómen van een loyaliteitsconflict bij de kinderen van belang is dat de man, de economisch sterkere partij, de vrouw in staat stelt naar de kinderen toe uit te stralen dat ook de man het belangrijk vindt dat
beidepartijen na de verbreking van de relatie een goede nieuwe start kunnen maken. Nu de vrouw niet in staat is de woning over te nemen en de man die niet wil overnemen is verkoop onontkoombaar. Ook de vrouw moet dat aan de kinderen voorhouden. Om de vrouw in staat te stellen na het vrijkomen van haar aandeel in de overwaarde op die woning zo snel mogelijk de woningmarkt op te gaan is het zaak dat partijen parallel aan hun verkoopinspanningen toewerken naar de opstelling van een concept akte van verdeling, want zonder die akte komt geen bank in beweging.
Dat noopt tot een redelijke opstelling van beide kanten ten aanzien van de open liggende geschilpunten en een op het bereiken van overeenstemming gerichte aanpak.
4.8.
De voorzieningenrechter heeft zich bereid verklaard om dit kort geding mede dienstbaar te maken aan het oplossing van punten waarop partijen elkaar niet blijken te kunnen vinden. Daarvoor geldt dan wel dat partijen een voortgezette behandeling vragen op basis van een tussen hen gesloten overeenkomst dat de voorzieningenrechter de bevoegdheid heeft om als bindend adviseur de daarin concreet omschreven geschilpunten te beslissen.
Zoals ter zitting besproken zal de zaak voor dat doel pro forma worden aangehouden tot (uiterlijk) 1 oktober 2025. Partijen kunnen door inzending van een lijst van geschilpunten met beknopte omschrijving van hun standpunten ter zake en de hiervoor vermelde overeenstemming voortzetting van de behandeling vragen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie en reconventie
5.1.
bepaalt dat partijen een onvoorwaardelijke schriftelijke opdracht tot bemiddeling bij de verkoop van de woning zullen verstrekken aan:
[betrokkene],
[adres 2]
,
welke makelaar een voor beide partijen bindende laat- en vraagprijs zal vaststellen;
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
bepaalt dat partijen zich uiterlijk op 1 oktober 2025 schriftelijk zullen uitlaten over de voortzetting van deze procedure;
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2025.