ECLI:NL:RBNHO:2025:8620

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
28 juli 2025
Zaaknummer
25/2729
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende omgevingsvergunning voor verduurzaming en renovatie van woningen

Op 17 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak. Verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen, dat op 6 mei 2025 een omgevingsvergunning heeft verleend aan derde-partij, Stichting Woondiensten Enkhuizen, voor het verduurzamen en renoveren van 21 woningen aan de Violenstraat en de Piet Smitstraat in Enkhuizen. De verzoekers vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening om de werkzaamheden stil te leggen in afwachting van de beslissing op hun bezwaar, om onherstelbare gevolgen te voorkomen.

Tijdens de zitting op 17 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld, waarbij de verzoekers, de gemachtigde van het college en vertegenwoordigers van de derde-partij aanwezig waren. Na de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang meer aanwezig was; de werkzaamheden waren inmiddels volledig afgerond. Hierdoor kon de voorzieningenrechter de werkzaamheden niet meer stilleggen.

De voorzieningenrechter heeft verder opgemerkt dat de derde-partij het risico heeft aanvaard dat de uitgevoerde werkzaamheden ongedaan gemaakt moeten worden, mocht blijken dat de omgevingsvergunning niet verleend had mogen worden. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Alkmaar
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 25/2729
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 juli 2025 in de zaak tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2] , uit [woonplaats] , verzoekers

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen

(gemachtigde: B.C. Slijkerman).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
Stichting Woondiensten Enkhuizenuit Enkhuizen (derde-partij).

Procesverloop

Met het bestreden besluit van 6 mei 2025 heeft het college aan derde-partij een omgevingsvergunning verleend voor het verduurzamen en renoveren van 21 woningen aan de Violenstraat 19 t/m 59 en de Piet Smitstraat 79 in Enkhuizen
.
Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen strekkende tot het stilleggen van de werkzaamheden in afwachting van de beslissing op bezwaar, teneinde onherstelbare gevolgen te voorkomen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 17 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekers, de gemachtigde van het college, vergezeld door twee ambtenaren en derde-partij.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, vanwege het ontbreken van een spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening.

De gronden van de beslissing

1. Uit het procesdossier en het verhandelde ter zitting blijkt dat de werkzaamheden waar de omgevingsvergunning op ziet inmiddels volledig zijn afgerond. Aangezien de werkzaamheden zijn afgerond kan de voorzieningenrechter deze niet meer stilleggen en is er geen sprake meer van spoedeisend bij het treffen van een voorlopige voorziening.
2. Daarom wordt het verzoek afgewezen. Door te bouwen, zonder te beschikken over een in rechte onaantastbare omgevingsvergunning, heeft derde-partij echter het risico aanvaard dat zij de uitgevoerde werkzaamheden ongedaan moeten maken indien in de bezwaarprocedure zou blijken dat geen omgevingsvergunning verleend mocht worden.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Conclusie en gevolgen

4. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. van Keken, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. N.L. Pruntel, griffier.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 17 juli 2025.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.