Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 11 februari 2025 te Haarlem 11 koptelefoons, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij in of omstreeks de periode 19 maart tot en met 20 maart 2025 te Haarlem een portemonnee met daarin onder andere een bankpas, rijbewijs en/of ID-bewijs, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4.hij op of omstreeks 21 maart 2025 te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer een geldbedrag, te weten €50 en €45, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door zonder toestemming met de pinpas van die [slachtoffer 3] te pinnen;15/129071-25 (zaak B)
hij op of omstreeks 3 september 2024 te Haarlem een pasjeshouder met daarin één of meerdere (bank)passen en/of identiteitsbewijzen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
hij op of omstreeks 3 september 2024 te Haarlem één of meerdere geldbedrag(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door eenmaal of meermalen gebruik te maken van de bankpas van die [slachtoffer 4] , terwijl hiervoor geen toestemming was gegeven;
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
zaak Aen
zaak Bten laste gelegde feiten. Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verdachte vrijgesproken dient te worden van het onderdeel van de tenlastelegging dat ziet op braak en/of verbreking en/of inklimming.
hij op 22 december 2024 te Haarlem een geldbedrag, dat aan [slachtoffer 1] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door met de pinpas van die [slachtoffer 1] zonder toestemming te pinnen;
hij op 11 februari 2025 te Haarlem 11 koptelefoons, die aan [slachtoffer 2] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij in de periode 19 maart tot en met 20 maart 2025 te Haarlem een portemonnee met daarin onder andere een bankpas, rijbewijs en ID-bewijs, die aan [slachtoffer 3] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op 21 maart 2025 te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer geld, te weten € 50,- en € 45,-, dat aan [slachtoffer 3] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door zonder toestemming met de pinpas van die [slachtoffer 3] te pinnen;
hij op 3 september 2024 te Haarlem een pasjeshouder met daarin meerdere (bank)passen en een identiteitsbewijs, die aan [slachtoffer 4] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op 3 september 2024 te Haarlem één geldbedrag, dat aan [slachtoffer 4] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte het weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door gebruik te maken van de bankpas van die [slachtoffer 4] , terwijl hiervoor geen toestemming was gegeven.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
De deskundige heeft benadrukt dat een klinische opname in het kader van een voorwaardelijke straf nu niet passend zou zijn. De verdachte heeft ter terechtzitting gezegd dat hij wil werken aan een toekomst zonder drugs. De reclassering zag en ziet dat de verdachte daartoe gemotiveerd is. Om hem daartoe het best in staat te stellen is het striktere kader van de onvoorwaardelijke ISD-maatregel noodzakelijk.
7.Beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- post 1: de waarde van een zonnebril (Rayban) à € 28,00;
- post 2: het weggenomen geldbedrag van de bankrekening à € 100,00;
- post 3 de kosten voor een nieuwe verblijfsvergunning à €148,00;
- post 4: de waarde van de weggenomen portemonnee à € 50,00;
- post 5: de waarde van een zilveren ketting à € 100,00.
- post 1: weggenomen geldbedragen van de bankrekening à € 85,00;
- post 2: de waarde van een fles parfum à € 80,00;
- post 3: de waarde van een fles parfum à € 40,00;
- post 4: cashgeld dat in de auto lag à € 30,00;
- post 5: de kosten voor een nieuwe ID-kaart à €52,10;
- post 6: de kosten voor een nieuw rijbewijs à € 78,10;
- post 7: geldbedrag gepind met pinpas à € 5,50.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10. Beslissing
2 (twee) jaren;
- 1 STK Polijstmachine (Omschrijving: PL1100-2025033380-1713740, Groen, merk: Parkside)
- 1 STK Gereedschap (Omschrijving: PL1100-2025033380-1713744, Festool);
€ 246,00, als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 maart 2025 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 3] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
[slachtoffer 4]geleden schade tot een bedrag van
€ 282,70, als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 4] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;