Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 8 juli 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 juli 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een man en een vrouw over de zorgregeling voor hun minderjarige kind. De man vorderde dat de vrouw de zorgregeling, zoals vastgesteld in een eerdere beschikking van 28 mei 2025, zou nakomen. Tevens vroeg hij vervangende toestemming voor een vakantie met het kind naar Duitsland. De vrouw voerde verweer en stelde dat de zorgregeling niet in het belang van het kind was, gezien de onveilige situatie die zij meende te ervaren. De rechtbank oordeelde dat de vrouw de zorgregeling moest naleven en verleende de man toestemming voor de vakantie. De rechtbank baseerde haar oordeel op eerdere rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming en de huidige hulpverlening, die volgens haar toereikend was. De vrouw werd veroordeeld tot het betalen van een dwangsom bij niet-nakoming van de zorgregeling. De vorderingen van de vrouw werden afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd.