Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 januari 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen, verweerder,
Woonstichting Kennemer Wonen, uit Heiloo, vergunninghouder,
Inleiding
Totstandkoming van het bestreden besluit
.
- het bouwplan is in strijd met artikel 33, tweede lid, van het bestemmingsplan. Dit artikel bepaalt dat in dit geval de hoofdgebouwen met een kap afgedekt dienen te worden. Het bouwplan voorziet in een plat dak.
Beoordeling door de rechtbank
Alternatief b (verplaatsing van het gebouw met kleine vergroting van de voetprint), is praktisch gezien niet mogelijk vanwege de geldende milieu-afstandsnormen (VNG Handreiking bedrijven en milieuzonering) rond de brandweerkazerne die daar staat. Door alternatief b zou het gebouw namelijk nog dichter bij de brandweerkazerne komen te liggen dan het huidige gebouw. Het feit dat het vergunde ontwerp de milieurichtlijn met een paar meter zou overschrijden, maakt – anders dan eiser aanvoert – niet dat een nog verdere overschrijding mogelijk is en tot een gelijkwaardig resultaat leidt. Bovendien kan alternatief b niet gerealiseerd worden op de eigen grond van vergunninghouder, maar zou grond aangekocht moeten worden van de gemeente.
‘
Het bouwplan is op 24 augustus 2021 tijdens een informatiebijeenkomst met omwonenden besproken en op enkele punten aangepast. Besloten is de nieuwbouw iets verder naar het oosten te verschuiven ten opzichte van de huidige bebouwing. Het gebouw (nog) verder opschuiven richting de brandweerkazerne is niet mogelijk vanwege de milieu-afstandsnormen die rond de brandweerkazerne gelden. De geldende richtlijn is minimaal 50 meter afstand. Het bestaande gebouw is op 41 meter afstand gelegen en het nieuwe gebouw komt nagenoeg op dezelfde afstand. Het gebouw nog verder richting de brandweerkazerne verschuiven zou tot een ongunstig woon- en leefklimaat leiden en de bedrijfsvoering van de brandweer kunnen belemmeren.’.
Hieruit volgt volgens eiser dat verweerder erkent dat door het niet verder opschuiven een ongunstig woon- en leefklimaat ontstaat. Verweerder motiveert niet waarom desondanks toch een omgevingsvergunning voor dit bouwplan is verleend, aldus eiser.
Verweerder heeft in redelijkheid kunnen oordelen dat geen sprake is van een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat. Eiser heeft namelijk niet onderbouwd waardoor en op welke manier sprake zou zijn van onaanvaardbare aantasting van zijn privacy, onaanvaardbare geluidsoverlast en onaanvaardbare afname van lichtinval door het vergunde plan. Terwijl de afstand tussen de woning van eiser en het vergunde plan ongeveer 35 meter (volgens eiser) à 40 meter (volgens verweerder) is en tegenover de woning van eiser op dit moment al een gebouw met twee woonlagen staat. Daarnaast kan de rechtbank verweerder volgen in zijn stelling dat uit de bezonningsstudie volgt dat geen onevenredige vermindering van lichtinval en geen onevenredige schaduwwerking ontstaat ten aanzien van de tuin of woning van eiser als gevolg van het bouwplan. De beroepsgrond slaagt niet.