In deze zaak hebben de passagiers compensatie gevorderd van de vervoerder, Royal Air Maroc, vanwege een geannuleerde vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Casablanca op 9 juli 2022. De passagiers, vertegenwoordigd door Aviclaim, hebben een vordering ingediend voor een bedrag van € 2.400,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vervoerder heeft de annulering van de vlucht niet betwist, maar voerde aan dat de passagiers niet-ontvankelijk verklaard moesten worden omdat zij Aviclaim niet hadden gemachtigd. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat de passagiers voldoende bewijs hebben geleverd van hun machtiging aan Aviclaim en dat de handtekeningen op de volmachten niet significant afwijken van die op hun identiteitsbewijzen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot compensatie toewijsbaar is, aangezien de vervoerder zijn verweer heeft ingetrokken. De wettelijke rente over de hoofdsom is toegewezen vanaf de datum van de annulering van de vlucht. De kantonrechter heeft de vervoerder veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, de proceskosten en nakosten, en heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.