ECLI:NL:RBNHO:2025:7994

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
C/15/360054 / HA ZA 24-693
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident in geschil tussen Motorservice Spaarnestad B.V. en Varadero Port Denia S.L. over aansprakelijkheid voor schade door gedeeltelijk zinken van een jacht

In deze zaak vordert Motorservice Spaarnestad B.V. (hierna: Spaarnestad) een verklaring voor recht dat zij niet aansprakelijk is voor de schade die is ontstaan door het gedeeltelijk zinken van een jacht, de Sea Falcon II, in Spanje. Varadero Port Denia S.L. (hierna: Varadero) vordert in een incident dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van de hoofdzaak kennis te nemen. De rechtbank oordeelt dat zij niet bevoegd is, omdat er geen contractuele relatie bestaat tussen Spaarnestad en Varadero, en dus ook geen forumkeuzebeding van toepassing is. De rechtbank wijst de vordering in het incident van Varadero toe en verklaart zich onbevoegd in de hoofdzaak. Spaarnestad wordt veroordeeld in de proceskosten van het incident en de hoofdzaak. De uitspraak is gedaan op 16 juli 2025.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/360054 / HA ZA 24-693
Vonnis in incident van 16 juli 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MOTORSERVICE SPAARNESTAD B.V.,
gevestigd te Heemstede,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J.P. Eckoldt te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar Spaans recht
VARADERO PORT DENIA S.L.,
gevestigd te Alicante, Spanje,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. V.R. Pool te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Spaarnestad en Varadero genoemd worden.
De zaak in het kort
Spaarnestad vordert in de hoofdzaak een verklaring voor recht dat zij als onderaannemer van Varadero niet aansprakelijk is voor het gedeeltelijk zinken van een jacht in Spanje. Varadero vordert in het incident dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van de zaak kennis te nemen. Spaarnestad betoogt dat de rechtbank wel bevoegd is omdat een forumkeuzebeding op de relatie tussen partijen van toepassing is.
De rechtbank is van oordeel dat zij niet bevoegd is van de hoofdzaak kennis te nemen, omdat geen sprake is van een contractuele relatie tussen partijen. Hierdoor kan geen sprake zijn van een tussen partijen geldend forumkeuzebeding. De rechtbank wijst daarom de vordering in het incident toe.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van Spaarnestad
  • de akte houdende overlegging producties van Spaarnestad met producties S-1 tot en met
  • de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid van Varadero met producties Varadero-1 tot en met Varadero-10
  • de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident van Spaarnestad met producties S-6 tot en met S-8
  • de akte uitlaten producties van Varadero met producties Varadero-11 en Varadero-12
  • de akte uitlating producties alsmede akte overlegging producties van + productieoverzicht van Spaarnestad met producties S-9 tot en met S-11
  • de akte overleggen producties ten behoeve van de mondelinge behandeling in het incident van Varadero met producties Varadero-13 en Varadero-14
  • de akte houdende overlegging producties van Spaarnestad met producties S-12 en S-13
  • de mondelinge behandeling in het incident van 18 juni 2025, waarbij partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd en waarvan de griffier zittingsaantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten voor zover van belang in het incident

2.1.
Spaarnestad is een bedrijf dat onder andere is gespecialiseerd in de revisie van scheepsmotoren. Varadero exploiteert een scheepswerf in Alicante, Spanje.
2.2.
Spaarnestad hanteert de algemene voorwaarden van de Vereniging Importeurs Verbrandingsmotoren van 22 april 2010 (hierna: V.I.V.-voorwaarden). In de algemene voorwaarden staat – voor zover relevant – het volgende:

Art. XV Geschillen en toepasselijk recht
1.
Tenzij een geschil tot de bevoegdheid van de kantonrechter behoort, zullen alle geschillen die naar aanleiding van een aanbieding, overeenkomst of nadere overeenkomst, welke een uitvloeisel zijn van zodanige overeenkomst, waarop deze algemene voorwaarden van toepassing zijn, worden voorgelegd aan de rechtbank in de vestigingsplaats van de opdrachtnemer.”
2.3.
Partijen hebben in de periode van 2012 tot en met 2014 bij meerdere projecten samengewerkt.
2.4.
Varadero heeft op 12 november 2014 een overeenkomst gesloten met
Aquarius Star Limited(hierna: Aquarius), de eigenaar van het motorjacht
Sea Falcon II(hierna:
Sea Falcon II)
,voor het verblijf van het jacht op de werf van Varadero. De kapitein van het jacht R. Sealey (hierna: de kapitein) heeft namens Aquarius de overeenkomst ondertekend. De
Sea Falcon IIverbleef voor de duur van de renovatie op de werf van Varadero. In de ondertekende
General Conditions for Ship Repairsstaat, voor zover relevant, het volgende:

4. All Specialized Technicians arranged by the Owner at their account will be invoiced with mark-up of 15% on their invoices.”
Bij deze tekst is de 15% door gestreept en is een percentage van 5% bij geschreven.
2.5.
Spaarnestad was betrokken bij de revisie van de scheepsmotoren van de
Sea Falcon IItijdens het verblijf van het jacht op de werf van Varadero.
2.6.
Op de avond van 16 op 17 september 2015 is de
Sea Falcon IIgedeeltelijk gezonken.
2.7.
De verzekeraars van Aquarius hebben Varadero aansprakelijk gesteld. Het
Audienca Provincial de Alicante(hierna: het Spaanse hof) heeft op 23 februari 2024 Varadero in hoger beroep veroordeeld tot betaling aan de verzekeraars van de door het zinken van de
Sea Falcon IIveroorzaakte schade
.Varadero heeft daarna per brief van 18 april 2024 Spaarnestad aansprakelijk gesteld voor deze schade.

3.De vordering in de hoofdzaak

3.1.
Spaarnestad vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht verklaart dat Spaarnestad niet aansprakelijk is voor de schade veroorzaakt door het gedeeltelijk zinken van het schip de
Sea Falcon IIin 2015 en/of dat Spaarnestad niet gehouden is enige schade van Varadero te vergoeden in verband met het gedeeltelijk zinken van de
Sea Falcon IIin 2015, met veroordeling van Varadero in de proces- en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
Spaarnestad legt aan haar vordering - samengevat - het volgende ten grondslag. Spaarnestad heeft als onderaannemer van Varadero werkzaamheden verricht op de
Sea Falcon II. Spaarnestad stelt dat het gedeeltelijk zinken van het schip niet aan haar of haar medewerkers te wijten is en dat zij niet aansprakelijk is voor de daardoor ontstane schade.

4.Het geschil in het incident

4.1.
Varadero vordert in het incident dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zich onbevoegd verklaart om van de vorderingen van Spaarnestad in de hoofdzaak kennis te nemen, met veroordeling van Spaarnestad in de kosten van het geding inclusief de nakosten, met bepaling dat daarover wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van veertien dagen na de datum van het te wijzen vonnis.
4.2.
Varadero legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. Zij stelt dat Varadero en Spaarnestad geen contractuele relatie met elkaar hadden met betrekking tot de
Sea Falcon II, zodat alleen al daarom geen sprake kan zijn van een tussen hen overeengekomen forumkeuze. Spaarnestad had uitsluitend een overeenkomst met Aquarius. Ook indien wel sprake is van een contractuele relatie tussen Spaarnestad en Varadero, dan is geen forumkeuzebeding overeengekomen. Spaarnestad heeft haar algemene voorwaarden namelijk nooit ter hand gesteld, aldus het betoog van Varadero.
4.3.
Spaarnestad voert verweer. Zij concludeert tot afwijzing van de vordering in het incident met veroordeling van Varadero in de kosten van het incident.
4.4.
Op de stellingen van partijen zal de rechtbank hierna, voor zover van belang, nader ingaan.

5.De beoordeling in het incident

5.1.
De vraag die in dit incident centraal staat, is of de rechtbank bevoegd is om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen. Varadero is gevestigd in Spanje. De rechtbank zal daarom haar bevoegdheid beoordelen op grond van de Herschikte EEX-Verordening nr. 1215/2012 (hierna: Brussel-I-bis).
5.2.
De hoofdregel van artikel 4 lid 1 Brussel-I-bis is dat de partij die woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, wordt opgeroepen voor het gerecht van die lidstaat, in dit geval dus de Spaanse rechter. Partijen kunnen echter een gerecht of gerechten van een lidstaat aanwijzen voor de kennisneming van geschillen die naar aanleiding van een bepaalde rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan (artikel 25 lid 1 Brussel-I-bis). Deze bevoegdheid is exclusief, tenzij partijen anders overeenkomen.
5.3.
Spaarnestad voert aan dat tussen partijen een forumkeuzebeding als bedoeld in artikel 25 lid 1 Brussel-I-bis geldt op grond van een overeenkomst van onderaanneming tussen partijen voor de
Sea Falcon II,dan wel op grond van de handelswijzen die tussen partijen gebruikelijk zijn geworden. Het was volgens Spaarnestad de gewone gang van zaken tussen partijen dat zij mondeling overeenkomsten van onderaanneming met elkaar sloten die zij daarna per e-mail bevestigden.
Spaarnestad betoogt verder dat op de overeenkomst van onderaanneming met Varadero voor de
Sea Falcon IIde V.I.V.-voorwaarden van toepassing zijn. Op grond van het forumkeuzebeding van artikel XV V.I.V.-voorwaarden is de rechtbank van de lidstaat van de vestigingsplaats van de opdrachtnemer, in dit geval Spaarnestad, bevoegd. Daarom is volgens Spaarnestad deze rechtbank bevoegd om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen.
5.4.
Om te kunnen beoordelen of partijen een overeenkomst van onderaanneming en daarbij het forumkeuzebeding zijn overeengekomen, moet de rechtbank vaststellen welk recht van toepassing is op het bestaan en de geldigheid van de overeenkomst en het forumkeuzebeding. Zij zal op grond van artikel 10:154 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto de Verordening (EG) nr. 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: Rome I) beoordelen welk recht van toepassing is. Het bestaan en de geldigheid van het door Spaarnestad gestelde forumkeuzebeding en de overeenkomst van onderaanneming waarop het beding betrekking heeft, staan in deze zaak niet vast. Het bestaan en de geldigheid van een overeenkomst of van een bepaling daarvan worden op grond van artikel 10 lid 1 Rome I beheerst door het recht dat ingevolge deze verordening toepasselijk zou zijn, indien de overeenkomst of de bepaling geldig zou zijn.
5.5.
Spaarnestad stelt zich op het standpunt dat op de door haar gestelde overeenkomst van onderaanneming de V.I.V.-voorwaarden van toepassing zijn. In deze voorwaarden is bepaald dat Nederlands recht van toepassing is op alle overeenkomsten waarop de voorwaarden van toepassing zijn. Varadero betwist dat deze voorwaarden van toepassing zijn, ook als de rechtbank tot het oordeel zou komen dat er tussen Spaarnestad en Varadero een overeenkomst van onderaanneming tot stand gekomen is.
5.6.
Voor de vaststelling van het toepasselijk recht voor het oordeel over het bestaan en de geldigheid van de overeenkomst kan in het midden blijven of de V.I.V.-voorwaarden deel uitmaken van de door Spaarnestad gestelde overeenkomst van onderaanneming. Immers, ook als deze voorwaarden niet van toepassing zijn, wordt de gestelde overeenkomst beheerst door Nederlands recht. Bij gebreke van een rechtskeuze wordt de overeenkomst inzake dienstverlening namelijk beheerst door het recht van het land waar de dienstverlener zijn gewone verblijfplaats heeft (artikel 4 lid 1 sub b Rome I). Een overeenkomst van onderaanneming is een overeenkomst inzake dienstverlening in de zin van Rome I. De gestelde dienstverlener in deze zaak is Spaarnestad. Spaarnestad is gevestigd in Nederland. De rechtbank zal daarom het bestaan en de geldigheid van de door Spaarnestad gestelde overeenkomst van onderaanneming met Varadero en het forumkeuzebeding naar Nederlands recht beoordelen.
5.7.
De rechtbank is van oordeel dat zij niet bevoegd is om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen, omdat tussen partijen naar Nederlands recht geen overeenkomst is gesloten en dus ook geen “overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegd gerecht” (in de zin van artikel 25 lid 1 Brussel-I-bis). Daartoe is van belang dat zij van oordeel is dat Spaarnestad rechtstreeks heeft gecontracteerd met Aquarius en dat (dus) geen sprake is van een overeenkomst van onderaanneming tussen Varadero als hoofdaannemer en Spaarnestad als onderaannemer. De rechtbank gaat bij haar beoordeling in op de volgende punten:
De rechtstreekse e-mailcorrespondentie tussen Spaarnestad en de kapitein;
De afspraken tussen Varadero en Aquarius over de mark-up van 5%;
Het arrest van het Spaanse hof;
De verklaring van de kapitein.
Ad a: De rechtstreekse e-mailcorrespondentie tussen Spaarnestad en de kapitein
5.8.
De rechtbank is van oordeel dat uit de door Varadero overgelegde correspondentie tussen Spaarnestad en de kapitein blijkt dat Spaarnestad en Aquarius (die daarbij werd vertegenwoordigd door de kapitein) rechtstreeks met elkaar een overeenkomst tot aanneming van werk inzake de renovatie van de
Sea Falcon IIhebben gesloten. De kapitein en Spaarnestad hebben uitsluitend afgesproken dat de betalingen via Varadero moesten gaan, om de
VAT(de rechtbank begrijpt: de btw) te vermijden. De rechtbank baseert dit oordeel op de volgende correspondentie:
5.9.
In de e-mail van 7 augustus 2014 van de kapitein aan de heer [betrokkene 1] van Spaarnestad schrijft de kapitein:
“(…)
we are having issues attempting to purchase the gears from ZF Barcelona,(…) Our idea is that we have either yourselves or de the shipyard in Denia make the purchase of the gears en matching ZF gear and throttle controls.”
Ook staat in deze e-mail dat de heer [betrokkene 2] van Varadero aan de kapitein heeft verteld:

that the vessel can be imported into the shipyard and thus we can save money on avoiding paying the VAT.”
5.10.
Vervolgens heeft [betrokkene 1] (Spaarnestad) een offerte naar de kapitein gestuurd inzake “
two ZF-MARINE reverse reduction gearboxes, type ZF 3310.” In deze offerte staan de prijzen voor de gearboxes en de daarbij behorende opties.
5.11.
In de door Varadero overgelegde e-mail van 11 augustus 2014 aan de kapitein schrijft [betrokkene 1] (Spaarnestad):

At first thanks for the order and the trust(…)
Deze e-mail is een bevestiging van de bestelling van de kapitein namens Aquarius.
In antwoord op deze bevestiging schrijft de kapitein:
“we
also need the quote for the main engine rebuild today if possible, if we have the owner on board(…)
5.12.
De kapitein heeft vervolgens op 12 augustus 2014 [betrokkene 1] (Spaarnestad) per e-mail om de “
purchase agreement for the ZF gears and Micro command system” gevraagd.
5.13.
In zijn e-mail van 25 augustus 2014 schrijft de kapitein aan [betrokkene 1] (Spaarnestad) onder meer:

I will need all proposals in short form for all of the works to be provided. So I can submit to the owner. Please make it simple with amounts and time schedule. You can send those in advance so I may provide to the owner.
5.14.
Spaarnestad heeft ook nog op 29 augustus 2014 een offerte voor de motoren uitgebracht aan (vermoedelijk de kapitein van de)
Sea Falcon II. Niet gebleken is dat Spaarnestad of Aquarius deze offerte ook aan Varadero heeft gestuurd.
5.15.
Daarnaast heeft de kapitein in zijn e-mail van 21 oktober 2014 aan [betrokkene 1] (Spaarnestad) het volgende geschreven: “
Please be reminded that all transactions must be submitted through the shipyard for processing.”
5.16.
[betrokkene 3] van Spaarnestad heeft in zijn e-mail van 17 december 2014 een “
order acknowledgement regarding the two generator sets for MY SEA FALCON II, as yopu have ordered last 8th & 9th December to Carl [Rechtbank: [betrokkene 1] van Spaarnestad] during your meeting with him” naar de kapitein en de
chief engineervan de
Sea Falcon IIgestuurd. De rechtbank begrijpt dit bericht aldus dat Spaarnestad hiermee rechtstreeks aan Aquarius een bevestiging van de bestelling voor de
Sea Falcon IIheeft gestuurd. In de bevestiging staat de prijs van Spaarnestad voor de generatoren van € 173.870,80. Ook schrijft [betrokkene 3] het volgende in de e-mail:

As we have already send the first invoice regarding the 30% down payment of this delivery to the yard, dated 12-november-2014, we are kindly requesting payment of this sum.”
Zijn e-mail van 14 februari 2015 aan de kapitein start [betrokkene 1] (Spaarnestad) met de zin “
After your order the in november”.
5.17.
De rechtbank maakt uit deze rechtstreekse correspondentie tussen Spaarnestad en de kapitein op dat er een rechtstreekse rechtsverhouding bestond tussen Aquarius en dat Spaarnestad de kapitein rechtstreeks om betaling heeft verzocht. Indien Varadero de hoofdaannemer zou zijn geweest en Spaarnestad de onderaannemer, dan zou het in de rede hebben gelegen dat Spaarnestad haar offerte(s) naar Varadero zou sturen en Varadero om betaling zou verzoeken.
5.18.
In de hiervoor genoemde correspondentie is telkens Varadero in de cc vermeld. Dit maakt het oordeel niet anders. Varadero is de eigenaar van de werf en, zoals zij tijdens de mondelinge behandeling heeft toegelicht, controleert wie op de werf aanwezig is en wanneer en zorgt zij ook voor de benodigde afstemming. Zij moet op grond van haar eigen overeenkomst met Aquarius hiervan op de hoogte zijn.
5.19.
Hetzelfde geldt voor het door Spaarnestad overgelegde tijdschema voor de werkzaamheden aan de
Sea Falcon II. Spaarnestad voert aan dat de heer M. Roca van Varadero als hoofdaannemer dit schema heeft opgesteld. Dit verandert niets aan de rol van Varadero bij de renovatie van de
Sea Falcon II. Vast staat immers dat Varadero ook zelf contractuele verplichtingen had tegenover Aquarius, maar daaruit blijkt of volgt niet dat Spaarnestad (dus) haar onderaannemer was.
5.20.
Tegenover de door Varadero overgelegde correspondentie heeft Spaarnestad geen enkel stuk in het geding gebracht dat op een contractuele relatie tussen Spaarnestad en Varadero voor de
Sea Falcon IIwijst, met uitzondering van de e-mail van Spaarnestad van 12 november 2014 aan [betrokkene 2] (Varadero). In deze e-mail stuurt [betrokkene 3] (Spaarnestad) aan [betrokkene 2] een orderbevestiging voor twee generator sets voor de
Sea Falcon IIen een factuur van € 47.059,50. Varadero heeft stellig betwist dat deze e-mail een voorbeeld is van de door Spaarnestad geschetste gang van zaken tussen partijen. De in de e-mail bijgevoegde orderbevestiging is volgens Varadero naar de verkeerde partij gestuurd. Het is dezelfde orderbevestiging als de bevestiging die [betrokkene 3] bij de e-mail aan de kapitein van 17 december 2014 heeft gestuurd. Op dezelfde datum (12 november 2014) heeft de kapitein namens Aquarius met Varadero een overeenkomst gesloten inzake de aanwezigheid van de
Sea Falcon IIop de werf van Varadero. Varadero heeft daarna op 13 november 2013 Aquarius een factuur van € 49.412,48 gestuurd waarin de met haar afgesproken mark-up van 5% is meegenomen.
Ad b: De afspraken tussen Varadero en Aquarius over de mark-up van 5%
5.21.
Partijen verschillen verder van mening over de mark-up van 5% op de facturen van Varadero. Spaarnestad betoogt dat de mark-up dezelfde is als de mark-up die Varadero toepaste bij scheepseigenaren van de andere projecten waarbij Spaarnestad als onderaannemer van Varadero betrokken was.
5.22.
Varadero betwist dit. Zij voert aan dat zij de mark-up niet toepast op de kosten van de scheepseigenaar zelf. De mark-up van 5% hebben Varadero en Aquarius apart afgesproken als compensatie voor de administratie die Varadero voerde voor de import van de benodigdheden voor de
Sea Falcon IIen voor het verblijf van het jacht op de werf.
5.23.
De rechtbank is van oordeel dat Varadero voldoende heeft onderbouwd dat zij de 5% mark-up op de door haar gestelde wijze met Aquarius heeft afgesproken, zodat dit vaststaat. Zo blijkt uit
General Conditions for Ship Repairdat een mark-up voor het inschakelen van “
Specialized Technicians” gebruikelijk 15% is. De 15% is in dit geval doorgestreept en de 5% is daarvoor in de plaats bij de tekst geschreven. Dit past bij het betoog van Varadero dat zij apart de mark-up met Aquarius heeft afgesproken en niet dat zij, zoals Spaarnestad stelt, altijd een mark-up van 5% bij scheepseigenaren in rekening bracht. Daarnaast zijn de door Varadero overgelegde facturen aan Aquarius, zoals de factuur van 13 november 2014, conform de afspraken over de
VATen de mark-up. De mark-up vormt daarom geen aanwijzing voor het bestaan van een overeenkomst van onderaanneming tussen Spaarnestad en Varadero.
Ad c: Het arrest van het Spaanse hof
5.24.
Spaarnestad heeft verwezen naar het door haar overgelegde en in het Nederlands vertaalde arrest van het Spaanse hof in het hoger beroep tussen de verzekeraars van Aquarius en Varadero. In het arrest heeft het Spaanse hof Varadero veroordeeld tot vergoeding van de door het zinken van de
Sea Falcon IIveroorzaakte schade. Dit arrest is niet bindend ten opzichte van Spaarnestad, omdat zij geen partij daarbij was. Het Spaanse hof overweegt dat Spaarnestad onderaannemer van Varadero was. Maar zij geeft hierbij de kanttekening dat het bewijs hiervoor indirect is:

Naar onze mening is er sprake van een gebrek aan bewijs dat in gelijke mate aan beide partijen kan worden toegerekend, aangezien zij de mogelijkheid hadden om directe bewijsmiddelen te gebruiken om het door hen verdedigde feit te bewijzen. In feite was het bewijs dat werd verzameld enerzijds documentair en anderzijds getuigenissen. Er is echter de omstandigheid dat de documentaire geen overeenkomsten tussen de partijen bevat, noch tussen de onderaannemers en de reder - zoals Varadero – verdedigt – noch tussen de onderaannemers en de scheepswerf – zoals de eisers beweren – en daarbij komt nog het feit dat geen van de partijen de onderaannemersbedrijven om het ondertekende contract heeft verzocht, in de getuigenis, de verklaring van de bedrijven.
En deze tekortkomingen zijn relevant omdat het bewijs dat we hebben om onderaanneming door de ene of de andere partij te bevestigen, indirect is.
5.25.
De rechtbank kan uit het arrest niet opmaken op welke stukken het Spaanse hof zijn oordeel baseert en of dat dezelfde stukken zijn waarover de rechtbank in dit incident beschikt. Alleen al om die reden kan het arrest niet dienen ter onderbouwing van de door Spaarnestad gestelde overeenkomst van onderaanneming.
Ad d: De verklaring van de kapitein
5.26.
Spaarnestad heeft een verklaring van de kapitein overgelegd. De kapitein verklaart dat Aquarius Varadero voor het gehele project van de
Sea Falcon IIheeft gecontracteerd. Daarnaast verklaart hij dat Varadero op het gehele project toezicht heeft gehouden en het gehele project heeft gecoördineerd. Ook gaf zij instructies en aanwijzingen met betrekking tot alle werkzaamheden die aan boord van de
Sea Falcon IImoesten worden uitgevoerd.
5.27.
De verklaring van de kapitein maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. In zijn verklaring gaat de kapitein namelijk niet in op de in 5.8 tot en met 5.16 genoemde correspondentie tussen hem en Spaarnestad. Ook geeft de kapitein geen uitleg over de handmatig aangepaste bepaling over de mark-up over de kosten van door de scheepseigenaar zelf ingeschakelde technici. Zonder toelichting valt niet in te zien waarom partijen dit zijn overeengekomen als het gehele project aan Varadero zou zijn opgedragen, zoals de kapitein heeft verklaard.
Het enkele feit dat Varadero toezicht hield op de werkzaamheden en op de aanwezigheid op de werf, betekent daarnaast niet dat zij de hoofdaannemer van het project was.
Conclusie: de rechtbank is niet bevoegd
5.28.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat Spaarnestad rechtstreeks met Aquarius heeft gecontracteerd. Voor zover Spaarnestad stelt dat uit de handelswijzen die tussen partijen gebruikelijk zijn geworden, volgt dat het forumkeuzebeding uit de V.I.V.-voorwaarden ook geldt op de (eventuele) rechtsverhouding tussen partijen die niet is gebaseerd op een contractuele verhouding, is niet voldaan aan het vereiste van een ‘bepaalde rechtsverhouding’ (in de zin van artikel 25 lid 1 Brussel-I-bis), zodat ook in dat geval geen sprake is van een geldige forumkeuze tussen partijen. Niet is gebleken dat Varadero de hoofdaannemer was en Spaarnestad haar onderaannemer. Ook van een stilzwijgende of mondelinge overeenkomst (van ondernaanneming) tussen Varadero en Spaarnestad is dus niet gebleken. Omdat er geen sprake is van een overeenkomst, kan Spaarnestad zich niet beroepen op het forumkeuzebeding in de door haar gebruikte algemene voorwaarden. De rechtbank komt daarom niet toe aan de beoordeling van de vormvoorschriften van artikel 25 lid 1 sub a tot en met c Brussel-I-bis. Het beroep van Spaarnestad op een schriftelijke bevestiging van een mondelinge overeenkomst, de verwijzing naar de V.I.V. voorwaarden en de handelswijzen die tussen partijen gebruikelijk zijn geworden, slaagt daarom niet.
5.29.
Omdat van een forumkeuzebeding geen sprake is, moet de rechtbank de bevoegdheid beoordelen op grond van de hoofdregel van artikel 4 Brussel-I-bis, dat de rechter van de woonplaats van gedaagde als de bevoegde rechter aanwijst. Dat een van de alternatieve bevoegdheidsgrondslagen van Brussel-I-bis wijst op bevoegdheid van de Nederlands rechter is gesteld noch gebleken. De rechtbank zal de vordering in het incident van Varadero daarom toewijzen en zich in de hoofdzaak onbevoegd verklaren.
Spaarnestad moet de proceskosten in het incident betalen
5.30.
Spaarnestad is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De rechtbank begroot de proceskosten van Varadero op:
- salaris advocaat € 1.535,00 (2,5 punten × 614,00)
- nakosten €
178,00(plus de verhoging vermeld in de beslissing)
Totaal € 1.713,00
5.31.
De rechtbank wijst de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten toe zoals vermeld in de beslissing.
5.32.
De rechtbank zal de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Dat betekent dat de beslissing van de rechtbank op dit punt moet worden gevolgd, ook als een van de partijen daartegen in hoger beroep gaat. De beslissing van de rechtbank geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.

6.De beoordeling in de hoofdzaak

6.1.
Uit hetgeen in het incident is overwogen, volgt dat de rechtbank zich in de hoofdzaak onbevoegd moet verklaren.
Spaarnestad moet de proceskosten betalen
6.2.
De rechtbank zal Spaarnestad ook in de proceskosten in de hoofdzaak veroordelen, omdat zij in het ongelijk is gesteld. De rechtbank begroot de proceskosten van Varadero op € 688,00 aan griffierecht.
6.3.
De rechtbank wijst de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten toe zoals vermeld in de beslissing.
6.4.
De rechtbank zal ook in de hoofdzaak de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

7.De beslissing

De rechtbank
In het incident
7.1.
wijst de vordering van Varadero toe,
7.2.
veroordeelt Spaarnestad in de proceskosten van € 1.713.00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Spaarnestad niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Spaarnestad € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
7.3.
veroordeelt Spaarnestad in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
7.4.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
In de hoofdzaak
7.5.
verklaart zich onbevoegd om van de vordering van Spaarnestad kennis te nemen,
7.6.
veroordeelt Spaarnestad in de proceskosten van € 688,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
7.7.
veroordeelt Spaarnestad in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
7.8.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2025. [1]

Voetnoten

1.type: 1835