Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiseres 1],
[eiseres 2],
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 februari 2025 met de daarin genoemde stukken en bijbehorende producties
- de oorspronkelijk op 21 maart 2025 geplande mondelinge behandeling (maar in het roljournaal aanvankelijk ten onrechte vermeld als ‘21 mei 2025’) waar namens [eisers] niemand ter zitting is verschenen
- de nieuw geplande mondelinge behandeling op 20 juni 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De zaak in het kort
3.Feiten
4.Het geschil
Primair:gedaagden hoofdelijk, des dat de één betalend de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling binnen veertien dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis het bedrag ad € 25.245,58, althans een door Uw Rechtbank in goede justitite vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
Subsidiair:de koopovereenkomst tussen partijen wegens dwaling aldus te wijzigen dat de door eisers betaalde koopprijs wordt verminderd met het bedrag ad € 25.245,58, althans een door Uw Rechtbank in goede justitite vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening en gedaagden hoofdelijk, des dat de één betalend de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling van dit bedrag aan eisers binnen veertien dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis;
Primair en subsidiair:gedaagden hoofdfelijk, des dat de één betalend de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen in de kosten van deze procedure, het (na)salaris van de advocaat daaronder begrepen.
5.De beoordeling
– voor zover van belang voor de door [eisers] geconstateerde gebreken – onder meer het volgende opgenomen:
3.Dak(en)
5.Vloeren, plafonds en wanden
9.Diversen
nieuweconstructie. Zij verklaart dat er “een constructie zal zijn”. Een aannemer moet deze verklaring opvatten als een evidentie: er zal iets zijn waar door de dragende functie van de verdiepingsvloer wordt overgebracht op de achtergevel. Dat is doorgaans een balk die boven het kozijn loopt. De verklaring van [gedaagde 2] houdt niet in dat die balk bij plaatsing van het kozijn is vernieuwd. Dat gebeurt bij vervanging van een kozijn in de meeste gevallen ook niet.