Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
Primair:
aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een beschadigde/afgesneden vinger(top) (welke niet meer maximaal functioneert), heeft toegebracht door met een machete in de richting van de hand van die [slachtoffer] te bewegen waardoor (een deel van) het vingerkootje van die [slachtoffer] is afgesneden en/of is beschadigd;
waardoor het aan zijn schuld te wijten is geweest dat die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten een beschadigde vingertop (welke niet meer maximaal functioneert), heeft bekomen,
althans zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de ambts- of beroepsbezigheden van deze was ontstaan;
Primair:
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer]
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een machete, althans een scherp voorwerp, in/tegen de rug en/of het schouderblad en/of de zij en/of de vinger(top), althans in/tegen het lichaam, van die [slachtoffer] heeft gestoken/geslagen/gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 12 oktober 2022 te IJmuiden, gemeente Velsen, althans in Nederland, een wapen van categorie IV, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een machete, heeft gedragen.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
Primair:
Primair:
hij op 12 oktober 2022 te IJmuiden, gemeente Velsen, een wapen van categorie IV, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een machete, heeft gedragen.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij [slachtoffer] en schadevergoedingsmaatregel
- kosten apotheek € 50,-;
- kosten huishoudelijke hulp € 2.202,-;
- kosten zelfwerkzaamheid € 42,86;
- verlies arbeidsvermogen € 10.000,- (gevorderd om eventuele rechten in hoger beroep veilig te stellen);
- verlies kleding € 185,-; en
- reiskosten € 80,24.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
240 urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 120 dagen hechtenis.
2 maanden, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 4.359,10, bestaande uit € 1.359,10 als vergoeding voor de materiële en € 3.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 oktober 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.