ECLI:NL:RBNHO:2025:758

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
11488882 BM VERZ 25-81 MVH
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van Bureau Kwaaitaal B.V. als bewindvoerder wegens gewichtige redenen

Op 24 januari 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in de zaak betreffende het bewind van een betrokkene, waarbij Bureau Kwaaitaal B.V. als bewindvoerder was aangesteld. De kantonrechter heeft geconstateerd dat er gewichtige redenen zijn voor het ontslag van Bureau Kwaaitaal B.V. als bewindvoerder. Dit besluit is genomen na een zorgvuldige afweging van de meldingen van oud-medewerkers en de huidige medewerkers van Kwaaitaal, die klachten hebben geuit over de bedrijfsvoering en de onderbezetting van het personeel. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende ervaring en capaciteit is om de taken adequaat uit te voeren, wat heeft geleid tot een onhoudbare situatie voor de betrokkenen.

De procedure begon met een melding van het Landelijk Kwaliteitsbureau op 13 december 2024, gevolgd door gesprekken en een kantoorbezoek door de kantonrechter. Tijdens deze bezoeken zijn de klachten van medewerkers bevestigd, en is gebleken dat de werkdruk te hoog is en dat er een gebrek aan aandacht voor personeel is. Ondanks de toezeggingen van de bestuurder van Kwaaitaal om de bezetting te verbeteren, bleef de situatie problematisch. De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten om Kwaaitaal te ontslaan in ongeveer 180 zaken, terwijl er nog 130 zaken overblijven voor de organisatie.

De kantonrechter heeft O. Knaap en I.M. Knaap-Jansen benoemd als opvolgend bewindvoerders, en heeft de betrokkene de mogelijkheid gegeven om een andere bewindvoerder voor te stellen. Tevens is besloten dat Bureau Kwaaitaal B.V. wordt ontheven van de taak om een eindrekening en verantwoording op te stellen, en dat er geen eindvergoeding wordt toegekend. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 11488882 BM VERZ 25-81 wb
Uitspraakdatum: 24 januari 2025

Beschikking van de kantonrechter

in het bewind van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene,
van wie de bewindvoerder is:
Bureau Kwaaitaal B.V.
gevestigd te Den Helder,
hierna ook te noemen: Kwaaitaal.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • de melding van het Landelijk Kwaliteitsbureau (hierna: LKB) van 13 december 2024, waaruit blijkt dat zij meldingen hebben ontvangen van twee oud-medewerkers van Kwaaitaal;
  • de telefonische melding van twee medewerkers van Kwaaitaal aan de griffier d.d. 17 december 2024;
  • de email van [bestuurder] , bestuurder van Kwaaitaal, (hierna: [bestuurder] ) d.d. 19 december 2024, en een aanvulling daarop van 20 december 2024;
  • de email van [bestuurder] d.d. 31 december 2024;
  • het verslag van het door de kantonrechter afgelegde kantoorbezoek aan Kwaaitaal d.d. 9 januari 2025;
  • de brief van de kantonrechter d.d. 13 januari 2025, waarin het voornemen tot ontslag in alle zaken aan [bestuurder] wordt medegedeeld;
  • de reactie van [bestuurder] (met bijlagen) op het voornemen tot ontslag d.d. 17 januari 2025.
Voorts heeft op 19 december 2024 een gesprek plaatsgevonden (via Teams) tussen de kantonrechter en [bestuurder] . Daarbij was tevens aanwezig mr. D. de Loor (coördinerend bewindsrechter van de Rechtbank Den Haag).
Vervolgens is het door de kantonrechter voorgenomen ontslag in alle zaken ter zitting behandeld op 17 januari 2025. Ter zitting zijn verschenen en gehoord:
- [bestuurder] , bestuurder van Bureau Kwaaitaal B.V.;
- [bewindvoerder] , bewindvoerder;
- [medewerker] , medewerker.
De griffier heeft hiervan aantekeningen gemaakt.
feiten
Bij beschikking van de kantonrechter van 26 maart 2001 is een bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van betrokkene wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand.
Op dit moment is Kwaaitaal bewindvoerder.

beoordeling

Op basis van artikel 1:448 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) kan een bewindvoerder worden ontslagen hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 432, eerste en tweede lid BW, dan wel ambtshalve.
De kantonrechter overweegt als volgt.
[ Onderneming 1] heeft per 1 juli 2023 de aandelen overgenomen van Bureau Kwaaitaal B.V. Per 8 februari 2024 is [ Onderneming 1] ook eigenaar van [onderneming 2] . [bestuurder] is enig aandeelhouder van [ Onderneming 1] en derhalve feitelijk bestuurder van Kwaaitaal en [onderneming 2] .
In december 2024 kwamen bij het LKB meldingen binnen van oud-medewerkers met klachten over de wijze van bedrijfsvoering door [bestuurder] . Het betrof onder meer een gebrek aan aandacht voor het personeel, niet nakomen van afspraken en niet tijdig actie ondernemen bij onderbezetting. Daarover kwamen in december ook klachten binnen bij de Rechtbank Noord-Holland, van twee van de overgebleven medewerkers. Zij spreken over veel onrust en wantrouwen bij het personeel. En de werkdruk is te hoog bij de overgebleven medewerkers.
De toezichthoudend kantonrechters van de Rechtbank Den Haag en Noord-Holland hebben [bestuurder] opgeroepen voor een onderhoud over bovenstaande. Dit gesprek heeft op 19 december 2024 via Teams plaatsgevonden. [bestuurder] heeft in dit gesprek erkend dat er sprake is van onderbezetting en heeft aangegeven dat hij streeft naar een bezetting van drie bewindvoerders, ondersteund door drie assistent bewindvoerders. Hij geeft aan te verwachten dat de bezetting op 1 februari 2025 weer op orde is. Op 9 januari 2025 heeft de toezichthoudend kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland een bedrijfsbezoek gebracht aan Kwaaitaal en met bovengenoemde twee medewerkers gesproken. Zij bevestigden bovengenoemde klachten en gaven aan nu al enige tijd niet meer de juiste kwaliteit te kunnen leveren en angst te hebben om de telefoon op te nemen vanwege ontevreden klanten. Zij kunnen niet voldoen aan wensen van klanten voor een gesprek over hun jaarbegroting, er zijn diverse openstaande acties van vertrokken medewerkers en er kan nog niet gewerkt worden aan de Rekeningen en Verantwoordingen die in april ingediend moeten worden.
Omdat de in januari 2025 verwachte aanmeldingen van nieuwe medewerkers door [bestuurder] bij het LKB uit bleven en op maandag 13 januari 2025 bleek dat ook de enige overgebleven bewindvoerder bij Kwaaitaal zijn arbeidsovereenkomst had opgezegd, is [bestuurder] opgeroepen voor een zitting om gehoord te worden over het voornemen tot ontslag in alle zaken. Deze zitting heeft plaatsgevonden op vrijdagmiddag 17 januari 2025.
Het is de kantonrechter duidelijk geworden dat de visie van [bestuurder] over de oorzaak van het vertrek van de medewerkers en de problemen die hij ervaart met het vervullen van vacatures op veel punten verschilt van de visie van de (vertrokken en vertrekkende) medewerkers. Ook verschilt de visie waar het gaat om de vraag of de werknemers na de overname door [ Onderneming 1] open stonden voor de daarmee gepaard gaande veranderingen. Voor de kantonrechter is nu achteraf niet meer vast te stellen welke visie het meest juist is.
Er is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende gebleken dat [bestuurder] zich niet heeft ingespannen om de onderbezetting op te lossen, hetgeen de belangrijkste reden was voor het voorgenomen ontslag in alle zaken. De vraag is wel of hij zich voldoende en op de juiste manier heeft ingespannen. Het staat vast dat er nu al geruime tijd sprake is van onderbezetting. [bestuurder] heeft ook steeds erkend zich te realiseren dat hij voor een goede bezetting drie bewindvoerders en drie assistent bewindvoerders nodig heeft.
[bestuurder] heeft inmiddels – zo bleek kort voor de zitting - nieuwe medewerkers kunnen aannemen, die uiterlijk 3 februari 2025 starten. Het betreft een bewindvoerder zonder ervaring voor 0,8 fte en een bewindvoerder met een jaar ervaring voor ongeveer 0,7 fte. Daarnaast in totaal ongeveer 2 fte aan assistent-bewindvoerders, ook allemaal zonder ervaring in de branche. Zij zullen ingewerkt worden door een (zeer) ervaren bewindvoerder die ongeveer 24 uur per week tijdelijk ondersteuning zal bieden. De kantonrechter gaat ervan uit dat [bestuurder] zelf geen bijdrage kan leveren, dat heeft hij het afgelopen jaar immers ook niet of nauwelijks gedaan. En ook hij is nieuw in het vak.
De kantonrechter overweegt dat daarmee een bezetting wordt gerealiseerd met weinig ervaring in de branche. De bezetting is bovendien in aantal medewerkers en de uren die zij werken te mager voor het aantal zaken dat Kwaaitaal onder zich heeft, landelijk zijn dat ongeveer 310 bewindsdossiers. Er is geen zicht op uitbreiding van deze bezetting op korte termijn. Voor een dergelijk takenpakket is een bezetting van ongeveer 2,5 fte bewindvoerders met ervaring, ondersteund door tenminste 2,5 fte assistent-bewindvoerders nodig.
Gelet op de omvang van de bezetting van medewerkers en gelet op de geringe of zelfs afwezigheid van ervaring, is de kantonrechter van oordeel dat sprake is van gewichtige redenen die moeten leiden tot een ontslag van Kwaaitaal in een deel van de zaken. Op grond van deze redenen zal de kantonrechter Kwaaitaal ontslaan in ongeveer 180 zaken. Daarmee blijven ongeveer 130 zaken over voor Kwaaitaal.
Vanwege de spoedeisendheid van de zaak zal de kantonrechter meteen overgaan tot benoeming van de opvolgend bewindvoerders. Hiertoe hebben zich bereid verklaard
O. Knaap en I.M. Knaap-Jansen, vennoten van Auxilium Hoorn, die naar het oordeel van de kantonrechter als professioneel bewindvoerders in staat moeten worden geacht deze taak op zich te nemen.
De kantonrechter stelt betrokkene in de gelegenheid om eventueel een andere (opvolgend) bewindvoerder voor te dragen. Daarvoor moet betrokkene per brief aangeven welke bewindvoerder dat moet worden. Indien niet uiterlijk op 7 februari 2025 daarover een brief met een bereidverklaring van de opvolger is ontvangen, zal betrokkene geacht worden akkoord te zijn met de in deze beschikking benoemde opvolgend bewindvoerders.
De kantonrechter zal Kwaaitaal ontheffen van de taak om eindrekening en verantwoording op te stellen. De kantonrechter kent daarom geen eindvergoeding toe aan Kwaaitaal.

beslissing

De kantonrechter:
- ontslaat, ambtshalve, met ingang van heden als bewindvoerder: Bureau Kwaaitaal B.V., Kvkno. 41239818, correspondentieadres: postbus 6025, 1780 KA Den Helder;
- benoemt, met ingang van heden, tot bewindvoerder
s, zowel tezamen als ieder afzonderlijk bevoegd: O. Knaap en I.M. Knaap-Jansen, vennoten van Auxilium Hoorn, Kvkno. 57775664, Postbus 2211, 1620EE Hoorn,
maar stelt betrokkene in de gelegenheid een andere bewindvoerder voor te stellen op de wijze zoals beschreven in het begeleidend schrijven bij deze beschikking;
- stelt de jaarbeloning van de bewindvoerders vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
- stelt de beloning van de bewindvoerders voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 660,00 (exclusief btw);
- bepaalt dat Bureau Kwaaitaal B.V. wordt vrijgesteld van het indienen van een eindrekening en verantwoording;
- bepaalt dat Bureau Kwaaitaal B.V. geen aanspraak kan maken op de beloning voor het opmaken van een eindrekening en verantwoording;
- gelast Bureau Kwaaitaal B.V. om het papieren en/of digitale dossier van betrokkene, alle elektronische en/of digitale gegevensdragers waarop zich gegevens van betrokkene bevinden en alle inlogcodes en wachtwoorden die toegang bieden tot gegevens van betrokkene over te dragen aan de opvolgend bewindvoerders.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.E. Merkus, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat).