ECLI:NL:RBNHO:2025:7496

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 juni 2025
Publicatiedatum
7 juli 2025
Zaaknummer
05/337725-21
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Integrale vrijspraak van (mede)plegen van hennepteelt, diefstal van stroom en water

Op 24 juni 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van (mede)plegen van hennepteelt, diefstal van elektriciteit en water. De zaak kwam voor de rechtbank na een openbare terechtzitting op 10 juni 2025. De officier van justitie, mr. J.A. Zwinkels, had gevorderd tot vrijspraak van het primair ten laste gelegde feit en tot bewezenverklaring van de subsidiair ten laste gelegde feiten. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.G. van Wijk, pleitte voor integrale vrijspraak, stellende dat er geen bewijs was voor de wetenschap van de verdachte over de hennepkwekerij.

De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en kwam tot de conclusie dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte wetenschap had van de hennepkwekerij of dat er illegaal stroom en water werd afgenomen voor deze kwekerij. De rechtbank oordeelde dat het feit dat in een ander pand van de verdachte een hennepdrogerij was ontdekt, onvoldoende bewijs opleverde voor de beschuldigingen. De rechtbank sprak de verdachte integraal vrij van alle ten laste gelegde feiten.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. E.L. Hoogstraate en de rechters mr. T. de Bont en mr. M. Rigter, in aanwezigheid van griffier mr. S. Maerman. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 24 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/337725-21 (P)
Uitspraakdatum: 24 juni 2025
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 10 juni 2025 in de zaak tegen:
[naam verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J.A. Zwinkels en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. M.G. van Wijk, advocaat te Hoorn, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
primairhij op of omstreeks 2 december 2021 te Volendam, gemeente Edam-Volendam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 943 hennepplanten, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiairéén of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 2 december 2021 te Volendam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten: 943 hennepplanten, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf verdachte op of omstreeks 2 december 2021 te Volendam, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen het pand aan de [adres B] voor de teelt/het kweken en/of het daar aanwezig hebben van hennepplanten ter beschikking te stellen;
2.
primairhij in of omstreeks de periode van 25 februari 2021 tot en met 2 december 2021 te Volendam, althans in Nederland, (meermalen), tezamen en in vereniging, althans alleen, een hoeveelheid elektrische stroom, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Liander, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen hoeveelheid elektrische stroom onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiaireen of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 25 februari 2021 tot en met 2 december 2021 te Volendam, althans in Nederland, (meermalen), tezamen en in vereniging, althans alleen, een hoeveelheid elektrische stroom, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Liander, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die een of meer onbekende personen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen hoeveelheid elektrische stroom onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking, bij het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest door opzettelijk het pand aan de [adres B] voor die diefstal ter beschikking te stellen;
3.
primairhij in of omstreeks de periode van 30 december 2020 tot en met 2 december 2021 te Volendam, gemeente Edam-Volendam, althans in Nederland, (meermalen) een hoeveelheid water, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan PWN, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen hoeveelheid water onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiaireen of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 30 december 2020 tot en met 2 december 2021 te Volendam, gemeente Edam-Volendam, althans in Nederland (meermalen) een hoeveelheid water, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan PWN, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen hoeveelheid water onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door opzettelijk het pand aan de [adres B] voor die diefstal ter beschikking te stellen.

2.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd kennis te nemen van de zaak, de officier
van justitie is ontvankelijk en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

3.Standpunten van partijen

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde feit en tot bewezenverklaring van de onder 1 subsidiair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde feiten. Daarbij gaat de officier van justitie ten aanzien van de onder 2 en 3 primair ten laste gelegde feiten ervan uit dat de diefstallen in vereniging zijn gepleegd, zodat de verdachte kan worden aangemerkt als medepleger.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en daarnaast een taakstraf voor de duur van 180 uren.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de verdachte integraal vrij te spreken van de hem ten laste gelegde feiten, omdat er geen bewijs is dat de verdachte wetenschap had van het bestaan van de hennepkwekerij.

4.Vrijspraak

Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1, 2 en 3 ten laste is gelegd. De rechtbank overweegt daartoe dat zij niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid kan vaststellen dat de verdachte wetenschap had van de op de bovenverdieping van zijn bedrijfspand aanwezige hennepkwekerij en/of dat ten behoeve van die kwekerij illegaal stroom en water werd afgenomen. Evenmin acht de rechtbank bewezen dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat er hennep op de verhuurde bovenverdieping zou worden geteeld. Het feit dat in een ander verhuurd pand van de verdachte een hennepdrogerij is ontdekt, is daarvoor onvoldoende. Ten aanzien van de impliciet ten laste gelegde overtredingsvariant van hennepteelt, geldt dat niet kan worden bewezen dat de verdachte de feitelijke macht over de hennepplanten had. De rechtbank zal de verdachte dan ook integraal vrijspreken.

5.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 1, 2 en 3 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.L. Hoogstraate, voorzitter,
mr. T. de Bont en mr. M. Rigter, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. S. Maerman,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 juni 2025.