Op 25 juni 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, een mondelinge uitspraak gedaan in een kort geding betreffende de verlenging van een tijdelijk huisverbod en een contactverbod met de dochter van verzoeker. Verzoeker, de burgemeester van de gemeente [gemeente], had beroep ingesteld tegen het besluit van 18 juni 2025, waarbij het huisverbod en contactverbod met zijn echtgenote en dochter waren verlengd. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, gezien het nog geldende huisverbod. Tijdens de zitting op 25 juni 2025 was verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde, aanwezig, terwijl zijn echtgenote niet ter zitting verscheen. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep deels gegrond en vernietigde het bestreden besluit wat betreft de verlenging van het contactverbod met de dochter van verzoeker, maar wees het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af. De voorzieningenrechter concludeerde dat er onvoldoende aanleiding was voor de verlenging van het contactverbod, gezien de overeenstemming tussen verzoeker, zijn echtgenote en de betrokken hulpverlening over het contact onder toezicht. Echter, het huisverbod bleef van kracht, omdat er nog geen duurzame veiligheidsafspraken waren gemaakt. De uitspraak benadrukte het belang van de veiligheid van de echtgenote en dochter van verzoeker, en de voorzieningenrechter oordeelde dat verweerder in redelijkheid van zijn bevoegdheden gebruik had kunnen maken met betrekking tot het huisverbod.