ECLI:NL:RBNHO:2025:7345

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 juni 2025
Publicatiedatum
3 juli 2025
Zaaknummer
11550168 \ CV EXPL 25-526
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve toetsing van (pre)contractuele informatieverplichtingen en algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten

In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 19 juni 2025 een tussenvonnis gewezen in de zaak tussen Glaspunt B.V. en een niet verschenen gedaagde partij. De eisende partij, Glaspunt B.V., heeft de gedaagde partij gedagvaard en vordert betaling van € 961,19 aan hoofdsom, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter heeft ambtshalve de (pre)contractuele informatieverplichtingen van de eisende partij getoetst, aangezien deze voortvloeien uit een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij haar standpunten met betrekking tot deze informatieplichten onvoldoende heeft onderbouwd. Hoewel de eisende partij correspondentie en schermafbeeldingen van een digitale offerte heeft overgelegd, is dit niet voldoende om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen. De kantonrechter heeft de eisende partij de gelegenheid gegeven om de benodigde informatie alsnog bij akte te verstrekken, met de waarschuwing dat het ontbreken van deze onderbouwing in eventuele vervolgprocedures kan leiden tot afwijzing van een deel van de vordering.

Daarnaast heeft de kantonrechter de algemene voorwaarden van Glaspunt B.V. getoetst op mogelijke oneerlijke bedingen. Het beding dat verband houdt met de vordering, artikel 13 van de algemene voorwaarden, is niet oneerlijk bevonden. De kantonrechter heeft iedere verdere beslissing aangehouden en de eisende partij moet vóór of uiterlijk op de rolzitting van 17 juli 2025 om 10:00 uur de gevraagde toelichting geven.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 11550168 \ CV EXPL 25-526
Uitspraakdatum: 19 juni 2025
Tussenvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Glaspunt B.V.
te Arnhem
de eisende partij
gemachtigde: [gemachtigde] (Sommer Incassodiensten)
tegen
[gedaagde]
te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 961,19 aan hoofdsom, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten, de wettelijke rente en de proceskosten.
Ambtshalve toetsing van de (pre)contractuele informatieplichten
2.2.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Dat aan deze plichten is voldaan, moet gemotiveerd worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. [1]
2.3.
De kantonrechter wijst de eisende partij erop dat zij haar standpunten met betrekking tot de (pre)contractuele informatieplichten onvoldoende heeft onderbouwd. Zij heeft weliswaar gesteld dat aan die verplichtingen is voldaan en zij heeft correspondentie en schermafbeeldingen van een digitale offerte overgelegd, maar dit is niet voldoende. Producties kunnen stellingen ondersteunen, maar niet vervangen. De partij die producties overlegt, moet inzichtelijk maken welke delen daarvan relevant zijn voor welk standpunt van die partij. Een enkele verwijzing naar (bepaalde pagina’s van) de producties is daarom onvoldoende. Het is niet aan de kantonrechter om eigenhandig op zoek te gaan naar informatie. Dat betekent dat de eisende partij expliciet en op een duidelijke manier moet aangeven op welke schermafbeelding welke informatie van artikel 6:230m lid 1 BW en artikel 6:230v lid 3 BW te vinden is (bijvoorbeeld door de relevante onderdelen in de producties te onderstrepen of te arceren).
2.4.
Bij wijze van uitzondering wordt de eisende partij in de gelegenheid gesteld om de hiervoor bedoelde informatie alsnog bij akte te verstrekken. De eisende partij moet expliciet en op een duidelijke manier stellen en onderbouwen hoe zij ten aanzien van de gedaagde partij heeft voldaan aan de op haar rustende informatieplichten. Als de eisende partij daaraan niet of niet volledig voldoet, zal de kantonrechter daaraan op grond van de artikelen 22 en 139 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering de gevolgen verbinden die zij geraden acht. De kantonrechter wijst de eisende partij erop dat het ontbreken van deze onderbouwing in eventuele vervolgzaken [2] kan leiden tot afwijzing van een deel van de vordering.
Ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden
2.5.
De kantonrechter moet onderzoek doen naar (mogelijk) oneerlijke bedingen in de toepasselijke algemene voorwaarden. [3] Volgens Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten is een beding oneerlijk wanneer dit het evenwicht tussen de wederzijdse rechten en verplichtingen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. De kantonrechter moet in iedere procedure over ieder onderdeel van de vordering beoordelen of daarover in de algemene voorwaarden afspraken zijn gemaakt en of die afspraken al dan niet oneerlijk zijn ten opzichte van de consument. Als de kantonrechter oordeelt dat een contractuele afspraak oneerlijk is, moet het beding worden vernietigd en moet de vordering op dat onderdeel worden afgewezen (ook als de eisende partij in de procedure een beroep doet op wettelijke bepalingen in plaats van op die contractuele afspraak).
2.6.
Op de overeenkomst(en) zijn de volgende algemene voorwaarden van toepassing verklaard: ‘Algemene Voorwaarden Glaspunt BV en Neerlands Glas BV’ (hierna: de algemene voorwaarden).
2.7.
Het beding uit de algemene voorwaarden dat verband houdt met de vordering, te weten artikel 13, is door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.
Conclusie
2.8.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
bepaalt dat de eisende partij bij akte de onder 2.4. genoemde toelichting moet geven vóór of uiterlijk op de rolzitting van donderdag 17 juli 2025 om 10:00 uur;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Woerdman en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021,ECLI:NL:HR:2021:1677.
2.Ingeleid met een dagvaarding vanaf 1 augustus 2025.
3.HvJ EU 27 januari 2021, C‑229/19 en C‑289/19, ECLI:NL:EU:C:68 (Dexia).