In deze zaak heeft de Stichting Zaandams Volkshuisvesting (ZVH) de gedaagde, die een woonruimte huurt in Zaandam, gedagvaard wegens een huurachterstand van € 2.801,86. De gedaagde heeft erkend dat er een huurachterstand is, maar voert verweer tegen de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woonruimte. Hij stelt dat de huurachterstand is ontstaan door loonbeslag en dat hij inmiddels weer zijn volledige loon ontvangt. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst ambtshalve getoetst aan de geldende wetgeving en de algemene voorwaarden van ZVH. De kantonrechter oordeelt dat de huurprijswijzigingsbedingen in de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden niet oneerlijk zijn. De gedaagde heeft de huurachterstand erkend en de kantonrechter concludeert dat de achterstand zo groot is dat ZVH niet kan worden verplicht de huurovereenkomst voort te zetten. De kantonrechter heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woonruimte toegewezen, met een ontruimingstermijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en een maandelijkse huurprijs tot de dag van ontruiming. De kantonrechter heeft geen buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, omdat deze niet waren gevorderd in de dagvaarding. De proceskosten komen voor rekening van de gedaagde.