ECLI:NL:RBNHO:2025:714

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 januari 2025
Publicatiedatum
27 januari 2025
Zaaknummer
11402329 \ CV EXPL 24-3071
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een geldsom en proceskosten in een civiele procedure

In deze zaak heeft eiseres, Meerlanden B.V., een vordering ingesteld tegen gedaagde, die op 7 november 2024 is gedagvaard. Gedaagde heeft op de rolzitting van 28 november 2024 mondeling geantwoord en de vordering erkend. De vordering betreft een bedrag van € 1.572,41, bestaande uit een hoofdsom van € 1.536,84 en wettelijke rente van € 35,57. Gedaagde heeft aangegeven dat hij door persoonlijke omstandigheden, waaronder het verlies van zijn baan, niet in staat was om de hoofdsom te betalen, maar sinds kort weer aan het werk is en probeert zijn financiële situatie te verbeteren.

De kantonrechter heeft de vordering toegewezen, aangezien gedaagde de verschuldigdheid van de bedragen heeft erkend. De kantonrechter heeft echter aangegeven dat hij geen betalingsregeling kan opleggen en dat gedaagde zelf contact moet opnemen met eiseres voor een mogelijke regeling. Gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 791,54. De kantonrechter heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten binnen veertien dagen na aanschrijving te voldoen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 11402329 \ CV EXPL 24-3071
Uitspraakdatum: 9 januari 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Meerlanden B.V.
gevestigd te gemeente Haarlemmermeer en kantoorhoudende te Rijsenhout
eiseres
gemachtigde: mr. E. Holthuizen
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verschenen in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Eiseres heeft bij dagvaarding van 7 november 2024 een vordering tegen gedaagde ingesteld. Gedaagde heeft op de rolzitting van 28 november 2024 mondeling geantwoord en de vordering erkend.

2.De vordering en het verweer

2.1.
Eiseres vordert dat de kantonrechter gedaagde veroordeelt tot betaling van € 1.572,41 (bestaande uit de hoofdsom van € 1.536,84 en de reeds verschenen wettelijke rente van € 35,57), te vermeerderen met de verdere wettelijke rente en de proceskosten.
2.2.
Gedaagde erkent de vordering. De reden dat gedaagde de hoofdsom niet heeft betaald komt door persoonlijke omstandigheden. Hierdoor is hij gestopt met werken en later is hij zijn baan kwijtgeraakt. Sinds ongeveer zes à acht weken werkt gedaagde weer en probeert hij alles weer recht te trekken.

3.De beoordeling

3.1.
Nu gedaagde de verschuldigdheid van de gevorderde bedragen ten aanzien van de eindafrekening nadat hij uit dienst is getreden en de rente heeft erkend dan wel niet heeft weersproken, zal de vordering worden toegewezen.
3.2.
Voor zover gedaagde verzoekt om een betalingsregeling, geeft de wet de kantonrechter niet de mogelijkheid om een betalingsregeling op te leggen. Hiervoor moet gedaagde – zoals op de rolzitting van 28 november 2024 al door de kantonrechter is aangegeven – zelf contact opnemen met eiseres.
3.3.
Gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief de nakosten) betalen. De proceskosten van eiseres worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding € 113,54
- griffierecht € 372,00
- salaris gemachtigde € 204,00 (1 punt x € 204,00)
- nakosten € 102,00 (plus de kosten van betekening
zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 791,54

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
Veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van € 1.572,41, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.536,84 vanaf 31 oktober 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;
4.2.
veroordeelt gedaagde tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor eiseres worden vastgesteld op € 791,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als gedaagde niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Slijkhuis en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter