ECLI:NL:RBNHO:2025:713

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 januari 2025
Publicatiedatum
27 januari 2025
Zaaknummer
11288794 \ CV EXPL 24-2409
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande factuur na retourzending van goederen via Zalando

In deze zaak heeft eiseres, Alektum Capital V AG, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die in persoon procedeert, wegens een openstaande factuur na de aankoop van goederen via Zalando. De vordering is ingesteld bij dagvaarding op 28 augustus 2024. Eiseres vordert een bedrag van € 233,23, bestaande uit de hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en rente. Gedaagde heeft een deel van de bestelling geretourneerd, maar betwist de openstaande factuur en stelt dat zij de volledige bestelling heeft geretourneerd. Eiseres heeft de vordering onderbouwd, maar gedaagde heeft geen bewijs van de retourzending overgelegd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde de goederen heeft ontvangen en verantwoordelijk is voor de retourzending. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van verjaring, aangezien de bestelling op 10 april 2023 is geplaatst en gedaagde niet tijdig heeft gereageerd op de vordering. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag en de proceskosten. De beslissing is genomen op 2 januari 2025 en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 11288794 \ CV EXPL 24-2409
Uitspraakdatum: 2 januari 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
Alektum Capital V AG
gevestigd te Zug (Zwitserland)
eiseres
gemachtigde: R. Slagman
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Eiseres heeft bij dagvaarding van 28 augustus 2024 een vordering tegen gedaagde ingesteld. Gedaagde heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Eiseres heeft hierop schriftelijk gereageerd. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft gedaagde niet meer gereageerd.

2.De vordering en het verweer

2.1.
Eiseres vordert dat de kantonrechter gedaagde veroordeelt tot betaling van € 233,23 (bestaande uit de hoofdsom van € 178,85, de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00, de rente van € 14,43 en waarop € 0,05 in mindering strekt), te vermeerderen met de verdere wettelijke rente over de hoofdsom van € 178,85 vanaf datum dagvaarding tot de algehele voldoening en de proceskosten.
2.2.
Eiseres legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat gedaagde via de website van Zalando SE (hierna: Zalando) goederen, namelijk één T-shirt en twee spijkerbroeken, voor een totaalbedrag van € 308,80 heeft besteld. Zalando heeft de goederen aan gedaagde geleverd. Vervolgens heeft gedaagde één spijkerbroek retour gestuurd. Een totaalbedrag van € 129,95 is daarom ook in mindering gebracht op het totaalbedrag. Omdat gedaagde, ook na diverse betalingsherinneringen in gebreke is gebleven met betaling van de door Zalando verzonden factuur, maakt eiseres aanspraak op de wettelijke rente en een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De rechtsopvolgster van Zalando heeft de vordering op gedaagde aan eiseres gecedeerd.
2.3.
Gedaagde betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat zij deze bestelling twee jaar geleden heeft geretourneerd aan Zalando. Echter, een deel van deze bestelling is nooit als retour verwerkt, waardoor deze factuur nog steeds openstaat. Gedaagde heeft herhaaldelijk telefonisch contact gehad met Zalando en zij heeft toen een rechtsverklaring moeten invullen. Die heeft zij ingevuld en opgestuurd naar Zalando. De rechtsverklaring kon gedaagde niet meer inzien. Deze staat namelijk niet meer in het systeem van Zalando, omdat de bestelling te lang geleden is geplaatst. Gedaagde is het er niet mee eens dat zij na een lange tijd moet betalen voor iets dat zij heeft teruggestuurd.

3.De beoordeling

3.1.
Naar aanleiding van het verweer van gedaagde heeft eiseres de vordering verder onderbouwd. Daarbij is ook ingegaan op het verweer van gedaagde. Gedaagde heeft erkend dat zij een bestelling bij Zalando heeft geplaatst en ontvangen. Echter, het is onjuist dat zij de volledige bestelling heeft geretourneerd. Uit de creditfactuur blijkt namelijk dat zij slechts één artikel heeft teruggestuurd. [1] Doordat gedaagde heeft erkend de goederen te hebben ontvangen, draagt gedaagde het risico en is zij verantwoordelijk voor de producten en de retourzending daarvan. [2] Dat betekent dat gedaagde moet aantonen dat zij de goederen daadwerkelijk heeft geretourneerd en dat die zijn ontvangen door Zalando. Het lag dus op de weg van gedaagde om haar standpunt, dat zij de volledige bestelling heeft geretourneerd, te onderbouwen. Dit heeft zij niet gedaan.
3.2.
Voor zover gedaagde een beroep heeft gedaan op verjaring, is daarvan geen sprake. De bestelling is namelijk op 10 april 2023 geplaatst, zodat er nog geen twee jaar zijn verstreken. Bovendien heeft eiseres meerdere brieven aan gedaagde gestuurd. De laatste verzonden herinnering was op 29 juli 2024 naar gedaagde verzonden. [3] Daarbij komt dat eiseres meerdere keren heeft gevraagd om bewijs van de retourzending, maar dat bewijs heeft gedaagde nooit overgelegd.
3.3.
Nu uit die onderbouwing blijkt hoe de vordering van eiseres is opgebouwd en gedaagde daarop niet meer heeft gereageerd en daar dus ook geen bezwaren tegen heeft aangevoerd, zal de kantonrechter de vordering van eiseres toewijzen.
3.4.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 onder a, b, c, e, f, g, h, i, j, o en p en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
3.5.
De kantonrechter is van oordeel dat eiseres voldoende heeft toegelicht en onderbouwd dat is voldaan aan de informatieplichten.
3.6.
De bedingen die voor de beoordeling van de vordering relevant zijn, te weten artikel 15.4 van de Algemene Voorwaarden van de Nederlandse Thuiswinkel Organisatie (1 juni 2014) en artikel 3.3 van de Algemene en Aanvullende Voorwaarden van Zalando, zijn door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.
3.7.
De conclusie is dat de vordering van eiseres zal worden toegewezen.
3.8.
Gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief de nakosten) betalen. De proceskosten van eiseres worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding € 113,54
- griffierecht € 130,00
- salaris gemachtigde € 80,00 (2x € 40,00)
- nakosten € 20,00 (plus de kosten van betekening zoals
vermeld in de beslissing)
Totaal € 343,54

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van € 233,23 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 178,85 vanaf 28 augustus 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;
4.2.
veroordeelt gedaagde tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor eiseres worden vastgesteld op € 343,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als gedaagde niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Slijkhuis en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Zie productie 6 van de dagvaarding.
2.Zie artikel 7:11 Burgerlijk Wetboek (BW).
3.Zie productie 10 van de conclusie van repliek.