ECLI:NL:RBNHO:2025:7063

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
26 juni 2025
Zaaknummer
C/15/365822 / FA RK 25-2709
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om zorgmachtiging aansluitend op voortgezette crisismaatregel

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 juni 2025 uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging voor een betrokkene, ingediend door de officier van justitie. Het verzoek werd ingediend op 30 mei 2025, na afloop van een voortgezette crisismaatregel die op 29 mei 2025 was geëindigd. De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet voldeed aan de wettelijke vereisten, omdat het pas na de afloop van de crisismaatregel was ingediend. De rechtbank benadrukte dat eerst moet worden beoordeeld of voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk is, voordat een procedure voor een aansluitende zorgmachtiging kan worden gestart. Ondanks de praktische bezwaren die door de aanwezige psychiater werden geuit, bleef de rechtbank bij haar oordeel dat de wettelijke eisen niet konden worden genegeerd. De rechtbank heeft het verzoek tot zorgmachtiging dan ook afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 12 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/365822 / FA RK 25-2709
beschikking van de enkelvoudige kamer van 5 juni 2025,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende [adres] ,
thans verblijvende in een voorziening van [accommodatie] te [plaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. O. Bolluijt, kantoorhoudende te Almere.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 30 mei 2025, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een informatierapport Wvggz van 7 mei 2025;
  • een uittreksel van de justitiële documentatie van 7 mei 2025;
  • het zorgplan van 26 mei 2025;
  • de medische verklaring van 27 mei 2025;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 28 mei 2025;
  • een verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister van 2 juni 2025.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 05 juni 2025, in voornoemde accommodatie.
1.4.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • [arts] , arts;
  • [verpleegkundige] , verpleegkundige.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

De rechtbank heeft ambtshalve getoetst of het verzoek voldoet aan de wettelijke vereisten voor een zorgmachtiging aansluitend op een voortgezette crisismaatregel.
Naar het oordeel van de rechtbank is aan deze vereisten niet voldaan. De voortgezette crisismaatregel expireerde op 29 mei 2025. Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging aansluitend op een voortgezette crisismaatregel is op 30 mei 2025 ingediend.
Het feit dat op 29 mei 2025 opnieuw een crisismaatregel ten behoeve van betrokkene is afgegeven door de burgemeester doet hier niet aan af. Na het afgeven van de nieuwe crisismaatregel dient eerst beoordeeld te worden of voortzetting van deze crisismaatregel noodzakelijk is. Wanneer dit het geval is en een voortzetting van de crisismaatregel wordt uitgesproken, en, aansluitend op deze voortgezette crisismaatregel, een zorgmachtiging noodzakelijk wordt geacht, kan de procedure voor het verkrijgen van een zorgmachtiging aansluitend op een voortgezette crisismaatregel worden doorlopen.
Door de aanwezige psychiater is aangevoerd dat deze gang van zaken onwenselijk is, zeker gelet op het grote tekort aan psychiaters. De rechtbank heeft hier begrip voor en heeft zelf ook te maken met tekorten, echter dit maakt de beoordeling niet anders.

3.Beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens, rechter, in tegenwoordigheid van
C.M. van den Heuvel als griffier en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2025.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 12 juni 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.