ECLI:NL:RBNHO:2025:6998

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 juni 2025
Publicatiedatum
25 juni 2025
Zaaknummer
HAA 24/17
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om openbaarmaking van communicatie van het college inzake crisisnoodopvang asielzoekers in Purmerend

In deze zaak heeft eiseres op grond van de Wet open overheid (Woo) verzocht om openbaarmaking van communicatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend. Dit verzoek betreft informatie die verband houdt met het besluit van de toenmalige burgemeester van Purmerend om in te stemmen met een crisisnoodopvang voor asielzoekers op de locatie Baanstee Noord, genomen op 6 september 2022. Het college heeft deze informatie slechts gedeeltelijk openbaar gemaakt, wat eiseres niet accepteert. Zij stelt dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom bepaalde documenten niet volledig openbaar kunnen worden gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de documenten in kwestie, waaronder e-mails en een WhatsApp-bericht van de wethouder, vertrouwelijke informatie bevatten die het goed functioneren van het gemeentelijk democratische besluitvormingsproces kan schaden. De rechtbank oordeelt dat het college terecht de openbaarmaking van de gelakte passages in deze documenten heeft geweigerd. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 24/17

uitspraak van de meervoudige kamer van 2 juni 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend

(gemachtigden: mr. R.G. van der Eijk en mr. R.J. de Vries).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over het verzoek van eiseres om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet open overheid (Woo). Eiseres heeft verzocht om openbaarmaking van de communicatie van het college die betrekking heeft op het besluit van de toenmalige burgemeester van Purmerend van 6 september 2022 om in te stemmen met een crisisnoodopvang voor asielzoekers op de locatie Baanstee Noord in Purmerend. Het college heeft deze informatie slechts gedeeltelijk openbaar gemaakt. Eiseres is het niet eens met deze gedeeltelijke openbaarmaking. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het college de openbaarmaking van de gelakte passages in de documenten 10, 11 en 56 mocht weigeren. Het beroep is daarom ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Eiseres heeft op 1 januari 2023 een Woo-verzoek ingediend. Eiseres heeft verzocht om openbaarmaking van de volgende informatie.

Op 6 september 2022 heeft de Burgemeester besloten tot een CNO in Purmerend. Met betrekking tot de besluitvorming rond het CNO wens ik alle communicatie van de Burgemeester en Wethouders die direct of indirect betrekking hebben op de besluitvorming. Ik wens onder andere (maar niet uitsluitend) alle apps, SMS, mails, brieven en verslagen met betrekking tot het (voorgenomen) besluit. Ook wens ik alle communicatie (waaronder apps, mails, sms, brieven en verslagen) ivm met dit besluit tussen de Burgemeester en leden van de gemeenteraad. Ook wens ik alle communicatie (waaronder apps, mails, sms, brieven en verslagen) van wethouders met gemeenteraadsleden, hieronder ook te verstaan fractievoorzitters en fracties mbt dit besluit, of waarin over dit besluit of deze besluitvorming direct of indirect wordt gerept.. Ook wens ik het verslag van het burgemeestersoverleg van 31 augustus.
2.1.
Met het besluit van 1 juni 2023 (het primaire besluit) heeft het college enkele documenten geheel openbaar gemaakt, het grootste deel van de documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt en één document in zijn geheel niet openbaar gemaakt.
2.2.
Met het besluit van 18 december 2023 op het bezwaar van eiseres (het bestreden besluit) heeft het college het primaire besluit herroepen voor zover dat ziet op het document met nummer 11 ‘Bericht aan college’. Het college heeft dit document alsnog gedeeltelijk openbaar gemaakt. Voor het overige heeft het college het primaire besluit in stand gelaten.
2.3.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
2.4.
De rechtbank heeft het beroep op 22 april 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigden van het college. Eiseres is – zonder afbericht – niet verschenen.

Beoordeling door de rechtbank

3. Artikel 5.1 (uitzonderingen) van de Woo luidt:
[…]
2. Het openbaar maken van informatie blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:
[…]
i. het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen.
Dit wetsartikel kan, onder andere, worden geraadpleegd op de volgende website: wetten.nl - Regeling - Wet open overheid - BWBR0045754.
De rechtbank volgt eiseres daarom niet in haar standpunt dat deze, door het college gehanteerde uitzonderingsgrond, niet bestaat.
4. Eiseres voert aan dat het college niet dan wel onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de documenten met de nummers 10, 11 en 56 niet geheel openbaar kunnen worden gemaakt. Verder voert eiseres aan dat het belang van openbaarheid van het bestuurlijke besluitvormingsproces moet prevaleren. Daar komt bij dat alle raadsleden en fractieleden op gelijke wijze geïnformeerd moeten worden door het college, aldus eiseres.
5. Het college heeft op grond van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder i, van de Woo openbaarmaking van enkele passages uit de documenten met de nummers 10, 11 en 56 achterwege gelaten. Hiervoor heeft het college de volgende (aanvullende) motivering gegeven.
Passages uit de documenten met de nummers 10, 11 en 56 “
betreft vertrouwelijk contact tussen een wethouder en diens fractie of uitlatingen hierover. Het is in het belang van het goed functioneren van het gemeentelijk democratische besluitvormingsproces dat informeel vertrouwelijke contacten kunnen worden onderhouden tussen de verschillende politieke deelnemers aan dat proces. Openbaarmaking van het document schaadt dit belang. Daarom maken wij dit document niet openbaar.

Voor het goed functioneren van het gemeentelijk democratisch besluitvormingsproces is vertrouwelijk contact tussen wethouder en een of meerdere raadsleden soms noodzakelijk. Om deze vorm van besluitvorming goed te kunnen laten verlopen, dient de wethouder de mogelijkheid te hebben om de houding van de fracties tegenover bepaalde onderwerpen te pijlen om bijvoorbeeld tot een raadsvoorstel te komen waar vermoedelijk voldoende draagvlak voor zal zijn. Het openbaar maken van vertrouwelijk gewisselde standpunten doet afbreuk aan de bescherming van de noodzakelijke vertrouwelijkheid waarin contacten tussen collegeleden en raadsleden plaatsvinden. De daaraan deelnemende partijen moeten in vertrouwen hun standpunten kunnen bepalen. Het politieke proces kan niet functioneren als er geen ruimte is voor dit soort vertrouwelijke contacten tussen de deelnemers aan dat proces. Openbaarmaking zou dan ook tot onevenredig nadeel voor het college en de raad kunnen leiden.
6. De rechtbank stelt vast dat document 10 een e-mail betreft van 30 augustus 2022 van [naam] (de toenmalige wethouder) aan het college, met als onderwerp ‘Fractie over vluchtelingen’. Document 11 betreft een e-mail van eveneens 30 augustus 2022 van [naam] aan enkele fractieleden met als onderwerp ‘Bericht aan college’. Document 56 betreft een WhatsApp-bericht van 31 augustus 2022 van [naam] aan ‘Groepsgesprek college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend’. De rechtbank heeft kennis genomen van de ongelakte passages in de documenten met nummers 10, 11 en 56 en stelt ook vast dat het gaat om (informeel) contact tussen [naam] en zijn fractie en [naam] en het college, waarbij politieke standpunten worden uitgewisseld.
De rechtbank is van oordeel, gelet op overweging 5, dat het college afdoende heeft gemotiveerd waarom het belang van openbaarmaking van dit (informele) contact tussen [naam] en zijn fractie en [naam] en het college niet opweegt tegen de bescherming van “
het gemeentelijke democratische besluitvormingsproces”. Gelet hierop heeft het college, op grond van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder i, van de Woo, de openbaarmaking van de gelakte passages in de documenten 10, 11 en 56 mogen weigeren.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M.A.V. van Kleef, voorzitter, en mr. J.M. Janse van Mantgem en mr. E.J. van Keken, leden, in aanwezigheid van mr. J.H. Bosveld, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 2 juni 2025.
griffier
voorzitter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.