Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 juni 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats 1] , eiseres
Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven, verweerder
Samenvatting
Procesverloop
Overwegingen
vanwegeeen beslissing van de rechter, de officier van justitie, de burgemeester, in het kader van een kinderbeschermingsmaatregel aangewezen voogd, gezinsvoogd of voogdij-instelling of de voogdij-instelling belast met de voogdij over de alleenstaande minderjarige vreemdeling. Uit de stukken die eiseres in deze beroepsprocedure nog heeft overgelegd op 10 mei 2025, volgt niet evident dat er gelijktijdig met haar een andere minderjarige in [naam instelling] verbleef die daar onder overheidsverantwoordelijkheid is geplaatst.
individueleminderjarigen in [naam instelling] in de jaren 1964 en 1965. Op basis van deze stukken, die
algemenerzijn van aard, kan dus niet worden vastgesteld of tegelijkertijd met eiseres daadwerkelijk een minderjarige onder verantwoordelijkheid van de overheid in [naam instelling] verbleef. Al met al is daardoor geen aanleiding voor het oordeel dat de afwijzing van het herzieningsverzoek evident onredelijk zou zijn.