ECLI:NL:RBNHO:2025:6906

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 juni 2025
Publicatiedatum
24 juni 2025
Zaaknummer
11577639 BM VERZ 25-724 + 11577657 MB VERZ 25-146
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot benoeming opvolgend bewindvoerder en mentor na overlijden huidige bewindvoerder

Op 24 juni 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een civiele zaak betreffende de benoeming van een opvolgend bewindvoerder en mentor na het overlijden van de huidige bewindvoerder. Het verzoek is ingediend door verzoeker, de echtgenoot van de overleden bewindvoerder, die de verantwoordelijkheid voor de zorg en het beheer van de financiën en persoonlijke zaken van zijn dochter, betrokkene, op zich wilde nemen. De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat verzoeker niet geschikt werd geacht om de belangen van betrokkene goed te behartigen. De kantonrechter oordeelde dat verzoeker onvoldoende inzicht had in de complexe en chronische problematiek van betrokkene en dat er conflicterende belangen waren tussen verzoeker en de rest van de familie. Tijdens de mondelinge behandeling bleek betrokkene niet in staat om haar voorkeur voor een bewindvoerder/mentor kenbaar te maken. De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten een professionele bewindvoerder en mentor te benoemen, De Bewindvoerder Alkmaar e.o. B.V., om de belangen van betrokkene te waarborgen. De jaarbeloning van de benoemde bewindvoerder is vastgesteld op € 1.187,00 exclusief btw.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummers: 11577639 BM VERZ 25-724 + 11577657 MB VERZ 25-146 sc
Uitspraakdatum: 18 juni 2025
Beschikking van de kantonrechter
op verzoek van:
[verzoeker] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: verzoeker,
in het bewind van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.

1.de procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 4 februari 2025;
  • een akkoordverklaring van de belanghebbenden;
  • een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder;
  • een bereidverklaring van de voorgestelde mentor;
  • de mails van [schoonzoon] , schoonzoon van verzoeker, hierna ook te noemen [schoonzoon] , van 28 januari, 31 januari, 26 maart, 31 maart, 1 april, 10 april 2025;
  • de mail van verzoeker van 20 april 2025.
1.2.
Op 13 mei 2025 heeft een mondelinge behandeling van het verzoekschrift plaatsgevonden.
1.3.
Na de zitting is op 28 mei 2025 een bereidverklaring van de professionele opvolgend bewindvoerder/mentor ontvangen.
1.4.
Wat hieraan vooraf ging:
  • bij beschikking van 4 juni 2013 is een bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van betrokkene wegens haar geestelijke of lichamelijke toestand, met benoeming van [bewindvoerder] , hierna ook te noemen: [bewindvoerder] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , tot bewindvoerder;
  • bij beschikking van 22 augustus 2018 is mentorschap ingesteld ten behoeve van betrokkene met benoeming van [bewindvoerder] tot mentor.

2.de beoordeling2.1. Het verzoek strekt tot benoeming van verzoeker tot opvolgend bewindvoerder omdat

[bewindvoerder] is overleden te Bergen (NH) op 29 mei 2024.
De standpunten
2.2.
Verzoeker verzoekt om in de plaats van [bewindvoerder] , zijn overleden echtgenote, te worden benoemd tot bewindvoerder en mentor. Verzoeker wil de verantwoordelijkheid voor de zorg en het beheer van de financiën en persoonlijke zaken van betrokkene, zijn dochter, op zich nemen, omdat hij goed op de hoogte is van haar behoeften en wensen. Verzoeker is vastbesloten om haar belangen te behartigen en ervoor te zorgen dat zij de zorg en ondersteuning ontvangt die zij nodig heeft.
Verzoeker heeft de kantonrechter in zijn mail van 20 april 2025 in kennis gesteld van de fysieke en geestelijke situatie van betrokkene: zij heeft een ernstige niet-aangeboren hersenaandoening en dit gaat gepaard met onrustig gedrag en regelmatig ongecontroleerd schreeuwen, zeker in onbekende omgevingen en situaties. Zij is ook maar zeer beperkt (tot niet) in staat tot het voeren van een gericht en gestructureerd gesprek.
Verzoeker vraagt, omdat het bijwonen van een zitting bij de kantonrechter spannend voor hem is, of hij [schoonzoon] mag meenemen naar de zitting. [schoonzoon] kan hem helpen zaken goed te begrijpen en te verwoorden. Ook is betrokkene vaak rustig bij hem.
2.3.
In zijn mails deelt [schoonzoon] mee dat hij verzoeker ondersteunt waar hij kan, omdat het voor verzoeker een nieuwe en soms wat intimiderende wereld is. Ook deelt hij mee dat in het testament van [bewindvoerder] betrokkene is uitgesloten van de erfenis en dat het hem bekend is dat de bewindvoerder de financiële belangen van betrokkene moet behartigen, wat inhoudt dat hij de legitieme portie moet opeisen. Ook is het hem bekend dat in bijzondere omstandigheden de bewindvoerder toestemming kan krijgen om af te zien van het inroepen van de legitieme portie. Verzoeker wil aan de kantonrechter verzoeken om te berusten in de onterving zodat de legitieme vordering vervalt. [schoonzoon] vraagt hoe dit verzoek moet worden ingediend omdat de notaris spoedig wil vernemen wat de wens in deze zal zijn. [schoonzoon] vraagt of hij ook ter zitting mag verschijnen en of hij waar nodig het woord mag voeren voor verzoeker.
Het wettelijk kader
2.4.
Op grond van art. 1:435 lid 1 gevolgd door art. 1:452 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) vormt de rechter zich bij de benoeming van een bewindvoerder/mentor een oordeel over de geschiktheid van de te benoemen persoon.
2.5.
Op grond van art. 1:435 lid 3 gevolgd door art. 1:452 lid 3 BW volgt de rechter bij de benoeming de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanig benoeming verzetten.
2.6.
Op grond van art. 1:435 lid 4 gevolgd door art. 1:452 lid 4 BW wordt, in gevallen waarin niet met toepassing van lid 3 de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende wordt gevolgd, bij voorkeur de echtgenoot, de geregistreerde partner dan wel andere levensgezel tot bewindvoerder /mentor benoemd, dan wel, indien dat niet van toepassing is, een van de ouders, kinderen, broers of zusters.
Het oordeel van de kantonrechter
2.7.
De kantonrechter is, gelet op de inhoud van de stukken en de afgelegde verklaringen, van oordeel dat het verzoek niet kan worden toegewezen. De kantonrechter zal verzoeker niet tot bewindvoerder en mentor benoemen nu van bezwaren tegen deze benoeming is gebleken. De kantonrechter legt dit uit.
2.8.
Betrokkene is tijdens de mondelinge behandeling niet in staat gebleken antwoord te geven op de vragen van de kantonrechter. Betrokkene vertoonde zeer geagiteerd gedrag, liep rond en beet in haar arm, terwijl zij onverstaanbare kreten slaakte. Van een uitdrukkelijke voorkeur van betrokkene voor een te benoemen bewindvoerder/mentor, is niet gebleken.
2.9.
Volgens de wet dienen familieleden van betrokkene bij voorkeur tot bewindvoerder/ mentor te worden benoemd. De kantonrechter ziet echter reden om in dit geval van de wettelijke voorkeur af te wijken.
2.10.
Tijdens de mondelinge behandeling gaf verzoeker aan de kantonrechter aan dat [schoonzoon] in deze procedure voor hem contact heeft gezocht met de rechtbank omdat [schoonzoon] daar handiger in is dan hij. Ook vertelde verzoeker dat de administratie van betrokkene door zijn zoon wordt gedaan. Op de vraag van de kantonrechter waarom hij wil berusten in het testament en waarom dat in het belang van betrokkene zou zijn, antwoordde hij dat [bewindvoerder] dat wilde, want dan gaat het geld van betrokkene niet naar het verzorgingshuis. Betrokkene heeft niks aan geld en het verzorgingshuis krijgt straks al genoeg omdat betrokkene een eigen huis heeft. Dat huis hoeft overigens niet verkocht te worden, want de zoon van verzoeker woont sinds het ongeluk in het huis van betrokkene. Na het ongeluk verbleef betrokkene eerst in een instelling in Den Haag en daarna, omdat verzoeker en [bewindvoerder] dat niet goed voor betrokkene vonden, heeft zij bij hen in huis gewoond tot een jaar terug. Ze ging toen drie dagen per week naar Esdégé Reigersdaal en daar is ze inmiddels voorgoed woonachtig. Van [bewindvoerder] mocht hun zoon in de woning van betrokkene wonen, zodat hij dan kan sparen om vervolgens zelf een huis te kopen. Verzoeker gaf aan dat hij niet weet of zijn zoon huur betaalt maar dat hij denkt dat hij geen huur betaalt. Verzoeker weet niet wat [bewindvoerder] precies heeft afgesproken met hun zoon. Verzoeker is van mening dat hij beslissingen hieromtrent zelf mag nemen.
2.11.
De kantonrechter is van oordeel dat verzoeker niet geschikt is om te worden benoemd tot bewindvoerder en mentor omdat hij, naar inschatting van de kantonrechter, niet de belangen van betrokkene goed zal weten te behartigen, gelet op:
1) de complexe en chronische problematiek van betrokkene, die vraagt om inzet van intensieve en zeer passende zorg en begeleiding;
2) de persoon van de beoogd bewindvoerder/mentor: hij is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende in staat om goed te overzien wat de noden van betrokkene zijn en daar vervolgens de benodigde stappen voor te ondernemen. Hij kwam op zitting over als een vader die wel betrokken is bij zijn gehandicapte dochter maar onvoldoende beseft wat haar toestand betekent en niet in staat is zaken goed te regelen. Verzoeker lijkt het overzicht te missen van de financiële situatie van betrokkene. Hij leest zijn post onvoldoende, is niet goed op de hoogte van zijn taken als bewindvoerder en mentor, hij laat de administratie over aan zijn zoon en is niet sterk in het omgaan met computers;
3) de conflictueuze belangen: bij afweging van belangen tussen die van betrokkene en die van de rest van de familie, stelt verzoeker de belangen van de rest van de familie boven die van betrokkene om redenen die de kantonrechter niet juist acht, zo is gebleken tijdens de mondelinge behandeling.
2.12.
Ook zal de kantonrechter niet overgaan tot benoeming van [schoonzoon] tot bewindvoerder/mentor, zoals door verzoeker ten tijde van de mondelinge behandeling voorgesteld om de kosten te besparen die een professionele bewindvoerder/mentor voor zijn of haar werkzaamheden in rekening zal brengen bij betrokkene. Omdat [schoonzoon] tot de groep van familieleden behoort en omdat uit de stukken blijkt dat hij dezelfde mening als verzoeker is toegedaan over de legitieme portie van betrokkene, bestaat bij de kantonrechter grote twijfel over de geschiktheid van [schoonzoon] als bewindvoerder/mentor die de belangen van betrokkene goed moet behartigen, ook als deze conflicteren met die van de overige familieleden.
2.13.
De kantonrechter acht om bovengenoemde redenen benoeming van een professionele bewindvoerder en mentor in het belang van betrokkene. De kantonrechter heeft de hierna te noemen professionele bewindvoerder/mentor benaderd die bereid is een benoeming tot bewindvoerder en mentor te aanvaarden. De kantonrechter zal dit kantoor tot bewindvoerder en mentor benoemen.
2.14.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen professionele bewindvoerder, tevens mentor, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voorzover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 5 juncto artikel 2 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
2.15.
De kantonrechter zal de beloning voor de aanvangswerkzaamheden voor het bewind tezamen met het mentorschap vaststellen op een bedrag van € 1.187,00 (exclusief btw).

3.de beslissingDe kantonrechter:

3.1.
benoemt tot bewindvoerder en mentor: De Bewindvoerder Alkmaar e.o. B.V., Kvkno. 65829344, postbus 9077, 1800 GB Alkmaar.
3.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder, tevens mentor, vast overeenkomstig artikel 5 juncto artikel 2 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
3.4.
stelt de beloning van de bewindvoerder, tevens mentor, voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 1.187,00 (exclusief btw).
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.C.R.W. VerLoren van Themaat-van der Hoeven, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat). OBB30