Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
[gedaagde 5],
[gedaagde 6],
[gedaagde 7],
[gedaagde 8],
[gedaagde 9],
[gedaagde 10],
[gedaagde 11],
ENIG ONBEKENDE (ONDER)HUURDERS OF GEBRUIKERS,
1.De procedure
2.De feiten
- in de toekomst geen procedures meer zal entameren tegen cliënte en haar broers/zussen zolang zij huurder zijn;
- deze verplichting ook oplegt aan eventuele rechtsopvolgers van uw cliënte (waaronder mede wordt begrepen eventuele kopers van de vorderingen die uw cliënte meent te hebben op Immosec).
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
“in de zin van artikel 236 Rv”is dermate cryptisch dat daaruit niet kan worden afgeleid dat Ortolan die bevestiging gelet op de tekst daarvan slechts heeft beperkt tot verklaringsprocedures, zoals Ortolan nu betoogt. Mr. Schram heeft dat niet op die manier begrepen en ook niet moeten begrijpen. Dit betekent dat Ortolan zich jegens verweerders heeft verplicht zich te onthouden van procedures betreffende de huur en dat zij daarom tegen hen ook niet in deze procedure het huurbeding kan inroepen. Het betoog van Ortolan dat deze procedure geen procedure is tegen verweerders wordt verworpen. Het zijn immers verweerders die ten gevolge van het succesvol inroepen van het huurbeding het pand zouden moeten ontruimen.